Dark
Light

Napoleons veldtocht naar Rusland (1812)

‘Wat een karakter tonen die barbaren’
Auteur:
10 minuten leestijd

Wat ging er vooraf aan de veldtocht naar Rusland? Wat gebeurde er precies in dat enorme, uitgestrekte land in de zomer en winter van 1812 en waar liep het fout voor Napoleon? Een overzicht van Napoleons veldtocht in Rusland.

Napoleons zege bij Austerlitz (de Driekeizerslag) op 2 december 1805 was een van zijn briljantste overwinningen. Hij was qua mankracht in de minderheid maar zijn militair inzicht was subliem. Keizer Napoleon versloeg met enkele geniale, militaire manoeuvres bijna alle vijanden (Oostenrijk en Rusland) van Frankrijk, op één na: Engeland! Na deze overwinning blaakte Napoleon van zelfvertrouwen en liet een proclamatie uitgaan:

Op de dag van Austerlitz hebben jullie mijn verwachtingen van jullie onverschrokkenheid waargemaakt. Jullie hebben de adelaars versierd met eeuwige glorie. In minder dan vier uur is een leger van 100.000 man, aangevoerd door de keizers van Rusland en Oostenrijk, vernietigd en uiteengejaagd… en jullie hoeven maar te zeggen “Ik was bij de Slag bij Austerlitz” om als antwoord te horen “Daar gaat een moedig man”.

In de reeks Napoleon in Nederland 1811-2011 is uitgebreid geschreven over het Continentaal Stelsel, de handelsboycot tegen Engeland, en het desastreuze effect voor de ooit zo sterke Nederlandse economie. De halfslachtige houding waarmee Napoleons broer Lodewijk het continentaal stelsel in zijn koninkrijk Holland invoerde, was een van de redenen waarom Napoleon het koninkrijk ophief en bij zijn keizerrijk inlijfde.

Alexander-Napoleon

Na elkaar verscheidene malen bestreden te hebben, ontmoetten tsaar Alexander (1777-1825) en keizer Napoleon elkaar op een vlot in het midden van de rivier de Memel, op 25 juni 1807, destijds een grensrivier tussen Rusland en Pruisen. Ze werden allebei vergezeld door hun legers en adjudanten, maar ze zonderden zich al snel af voor privégesprekken en er ontstond zowaar een vriendschappelijke verhouding. Op 17 juli 1807 tekenden Frankrijk enerzijds en Rusland en Pruisen anderzijds, de Vrede van Tilsit (nu Sovjetsk).

In dit vredesverdrag werd onder andere beslist dat Rusland zich aansloot bij het Continentaal Stelsel. Maar evenals Holland had ook Rusland veel last van de handelsblokkade. De tsaar was daarom ontevreden en de alliantie met Napoleon stond voortdurend onder druk. Napoleons huwelijk met Marie Louise aartshertogin van Oostenrijk (1791-1847) op 1 april 1810 deed de zaken geen goed. Alexander zei over hun verslechterde verhouding dat ze “op deze wereld niet samen konden regeren” en hij dreigde het handelsembargo tegen Engeland op te heffen. Alexander was een absoluut vorst maar moest ook luisteren naar de Russische adel en die waren al niet te spreken over de vorming door Napoleon van het Groothertogdom Warschau (1807-1813), een Franse vazalstaat grenzend aan Rusland.

De Russische adel had echter vooral angst voor de hervormingen die Napoleon overal in de ‘bezette’ gebieden uitvoerde. Hij maakte een eind aan het feodale stelsel, gaf lijfeigenen de vrijheid en voerde juridische en sociale hervormingen door. Verder bevorderde Napoleon godsdienstvrijheid en ontsloot de Joodse getto’s. Op 31 december 1810 kondigde Rusland de openstelling af van de Russische havens en de belasting met een nieuw toltarief op Franse luxe artikelen. Rusland trok zich hiermee terug uit het Continentaal Stelsel en Alexander schreef aan zijn zuster: ‘Het schijnt dat er weer bloed moet vloeien’, om te eindigen met: ‘Ik van mijn kant heb in ieder geval alles gedaan wat mogelijk was om het te vermijden.’ En bloed zou er gaan vloeien tijdens de beruchte veldtocht van Napoleon naar Rusland van 1812.

Maar voorlopig had Napoleon in 1811 nog andere problemen: slechte economische omstandigheden in ‘zijn’ Frankrijk en het permanente en onoplosbare probleem Spanje.

Hij riep zijn gezant Armand-Augustin-Louis Caulaincourt terug uit St.Petersburg. Caulaincourt probeerde de keizer te weerhouden van een oorlog met Rusland, maar Napoleon wilde daar niets van weten:

“Eén goede veldslag en dan is het gedaan met al die fraaie besluiten van uw vriend Alexander – en met zijn luchtkastelen evenzeer.”

Gebrek aan paarden

Langzaam bracht Napoleon alles in paraatheid voor een militaire invasie van Rusland. In augustus 1811 begon Napoleon met de voorbereiding op papier van zijn Russische veldtocht en op 22 juni 1812 verklaarde hij de oorlog aan Rusland. Hij had kort tevoren een laatste bod voor vrede gestuurd naar Sint-Petersburg. Napoleon kreeg hierop nooit antwoord en gaf bevel om Russisch Polen binnen te trekken, met de woorden: “Over twee maanden vraagt Rusland mij om vrede.”

De Franse keizer was er van overtuigd de Russen in enkele veldslagen snel te kunnen verslaan. Het zou allemaal anders verlopen en de Russische veldtocht werd het omslagpunt van de napoleontische oorlogen. Napoleon stond voor een enorm logistiek probleem en “voor de grootste en moeilijkste onderneming, waaraan ik mij tot dusver heb gewaagd,” zoals hij tegen één van zijn adviseurs zei.

Hij had zijn leger weten uit te breiden tot zo’n 600.000 man. Het grootste leger uit de Europese geschiedenis dat voor minder dan de helft uit Fransen bestond. Er waren twintig nationaliteiten in te vinden, waaronder de Hollandse en elk leger sprak zijn eigen taal. Gelukkig was Frans de taal van de officierskorpsen in vrijwel elk land. De bevoorrading van dit enorme leger was een probleem, maar keizer Napoleon had dat voorzien en had voorbereidingen getroffen. In het gebied ten oosten van de Weichsel (Polen) werden voorraden aangelegd, van medicijnen, verbandmiddelen, voedsel en munitie tot wijn. Het mocht zijn soldaten aan niets ontbreken. Maar wat Napoleon niet kon oplossen was het gebrek aan paarden en dat zou uiteindelijk desastreuze gevolgen hebben. Tijdens zijn bezoek aan Holland in oktober 1811 gaf Napoleon de opdracht dat er 6.000 paarden vanuit Holland naar de Weichsel moesten worden vervoerd.

Litho uit 1840 – ‘Overtogt van den Rivier den Niemen, door het Fransche Leger op den 24e Juni 1812’ – De Njemen was de grens tussen het Groothertogdom van Warschau (in 1812 een Franse vazalstaat) en Rusland (Atlas van Stolk)

Op 24 juni werd een door Napoleon geschreven proclamatie voorgelezen aan alle eenheden van de Grande Armée:

“Soldaten! […] Bij Tilsit zwoer Rusland eeuwige trouw aan Frankrijk en de oorlog aan Engeland. […] Zijn wij niet meer de soldaten van Austerlitz? Rusland confronteert ons met oorlog of met schande en dan blijft er geen keuze over. Laten we oprukken! We zullen de Njemen overtrekken en de oorlog voeren op Ruslands eigen grondgebied. […] Maar de vrede, die wij zullen opleggen, zal een waarborg inhouden en een einde maken aan de verderfelijke invloed, die Rusland sinds vijftig jaar heeft uitgeoefend op de zaken van Europa.”

De Engelsen, om wie de oorlog eigenlijk begonnen was, besteedden in hun kranten nauwelijks aandacht aan de Russische veldtocht. De Engelsen waren hun verbazing nog steeds niet te boven, dat in Washington, vijf dagen vóór de Grande Armée Rusland was binnen getrokken, president Madison (1751-1836) Groot-Brittannië de oorlog had verklaard (de Tweede Onafhankelijkheidsoorlog).

Overwinningsroes

Zoals gezegd hoopte Napoleon op een snelle veldtocht, maar de Russen vochten nauwelijks, ze trokken zich alsmaar terug voor de overweldigende Franse overmacht. Er vonden slechts enkele confrontaties plaats en die wist de Grande Armée te winnen. Bij één van die kleine veldslagen, waarbij de Russische ruiters zich terugtrokken, informeerde Napoleon, kijkend vanaf een heuvel, welk regiment zich zo dapper had gedragen. “Het negende,” werd hem verteld, “en de mannen komen voor driekwart uit Parijs.” “Vertel hen,” antwoordde Napoleon, “dat ze prachtige kerels zijn; man voor man verdienen ze het kruis.”

De grote militaire strateeg wist nog hoe hij de overwinningsroes brandend moest houden. Napoleon ontmoette steeds minder weerstand en trok snel het vijandelijk gebied binnen. De verveling sloeg zelfs toe, een enkele officier durfde hem te waarschuwen voor rampen. Zijn reactie was woedend en schreeuwde:

“Ik heb mijn generaals te rijk gemaakt. Ze denken alleen nog aan hun pleziertjes, aan jagen, en in mooie rijtuigen door Parijs rijden. Ze hebben genoeg van de oorlog.”

De Russen maakten met succes gebruik van de tactiek van de verschroeide aarde. Hierbij werden alle voorraden weggehaald en zelfs de waterputten vergiftigd, waardoor er in het Franse leger allerlei besmettelijke ziekten uitbraken. Napoleons troepenmacht werd door deze tactiek gedwongen het Russische gebied steeds verder binnen te dringen op zoek naar nieuwe voorraden. Het grote leger was, zonder een werkelijk zware veldslag geleverd te hebben, een derde van zijn manschappen kwijtgeraakt door desertie, ziekte en honger.

Napoleon trok op 13 augustus, twee dagen voor zijn verjaardag, de Dnepr over en van 16 tot 18 augustus vond de Slag bij Smolensk plaats (450 km ten westen van Moskou). Dit was de eerste echte confrontatie tussen beide legers. De slag eindigde onbeslist en de Russen staken, voor zij zich terugtrokken, de stad in brand.

Onder druk van het volk, die het constant terugtrekken als lafhartig beschouwde, besloot tsaar Alexander van deze tactiek af te zien en opperbevelhebber Barclay de Tolly (1761-1818) te vervangen door de legendarische generaal Michail Koetoezov (1745-1813). Koetoezow was een zeer populaire militair, dik, luidruchtig en opschepperig die in wezen dezelfde weg volgde als Barclay, omdat hij inzag dat een confrontatie met de Fransen in het open veld zou leiden tot het onnodig opofferen van zijn legers.

De militaire theoreticus Carl von Clausewitz (1780-1831) schreef later dat het beleg en de inname van Smolensk Napoleons grootste vergissing was tijdens de Russische veldtocht. Immers, de inname van Smolensk had een louter symbolische en geen strategische betekenis. Toch had Napoleon op dat moment het grootste deel van West-Rusland veroverd, twee Russische legers op de vlucht gejaagd zonder dat zijn eigen leger te sterk was uitgedund. Hij hoopte in de landbouwstreken voedsel te vinden en koos voor doormarcheren. Op naar Moskou!

Koetoezov bij de slag bij Borodino – Schilderij van Anatoly Pavlovich Shepelyuk
Koetoezov was nu de opperbevelhebber en Barclay de baas over het Eerste Leger. De Russen wisten een goede defensieve positie te creëren bij Borodino (120 km ten westen van Moskou). Er volgde een van de meest bloederige veldslagen uit de napoleontische oorlogen, de Slag bij Borodino op 7 september. De grote held van deze slag was maarschalk Ney (1769-1815), ‘Dapperste
der dapperen’, die zijn titel ‘Prince van de Moskva’ meer dan verdiende.

Op papier eindigde de slag in een Franse overwinning, maar de Fransen leden zware verliezen. De Russen hadden meer dan 44.000 soldaten verloren, de Fransen 33.000 maar waren niet in staat die te vervangen. De militaire tactiek van veldmaarschalk Koetoezov bleef het vermijden van elk massaal contact met de Franse indringers en zo viel de weg naar Moskou open. Op 14 september trok Napoleon Moskou binnen, een week na zijn ‘overwinning’ bij Borodino. Zowel de Russen als de Fransen dachten dat Alexander en Napoleon nu vredesonderhandelingen zouden beginnen. Maar de Moskouse graaf Fjodor Vasiljevitsj Rostopsjin (1763-1828) had bevel gegeven alles te vernietigen wat de Fransen van nut kon zijn en al het wapentuig mee te nemen.

Napoleon in Moskou
Vervolgens staken de Russen Moskou in brand. De schrijver Stendhal (1783-1842), die als kwartiermeester deel uitmaakte van Napoleons staf, beschreef het vuur als ‘een piramide van koperkleurige rook, waarvan de basis op de grond staat en de top tot in de hemel reikt.’ De keizer vocht zich een weg ‘door een muur van vlammen’ aldus de Franse generaal en latere historicus Ségur (1780-1873): ‘te midden van instortende vloeren en van plafonds vallende kroonluchters en smeltende ijzeren daken.’ Volgens dezelfde Ségur riep de woedende keizer vol bewondering:

“Wat een karakter tonen die barbaren.”

Barre winter

Napoleon raakte door de voorraden heen, de boeren waren niet tegen de tsaar in opstand gekomen en hadden zelf nauwelijks te eten. De terugtocht begon op 19 oktober in een vroeg ingevallen, barre winter. Maarschalk Koetoezov zorgde ervoor dat de Fransen langs dezelfde route Rusland verlieten. Zo kwam het leger een tweede keer langs Borodino en dat bood een gruwelijke aanblik. Tienduizenden opgezwollen lijken lagen over het desolate land verspreid.

Op 24–26 november werd de rivier Berezina in Wit-Rusland bereikt. In de daaropvolgende Slag aan de Berezina, met de achtervolgende Russische soldaten, werd twee derde van de soldaten gedood of gewond en het restant gaf zich over op 28 november. Een deel van de Grande Armée werd gered door 400 Nederlandse pontonniers, de 123e en 124e (Nederlandse) regimenten infanterie en het 14e regiment kurassiers. Twee dagen lang dekten de Nederlandse troepen de aftocht. Op 26 november werden twee bruggen over de Berezina geslagen. Eén daarvan werd aangelegd door de Nederlandse pontonniers onder bevel van kapitein George Diederich Benthien (1767- 1836). De commandant van de Pontonniers, sergeant-majoor Schroder en zes van zijn mannen hebben de bouw van de brug en de slag overleefd. Met de brug maakten ze de ontsnapping mogelijk van Napoleon, de restanten van de Grande Armée, vrouwen, pro-Franse Russen en andere meetrekkende lieden. Er vielen duizenden doden tijdens de oversteek, maar de bruggen werden vernietigd en de Russen staakten hun achtervolging.

Hollandse heroïek op een bekende Wolters-schoolplaat, ‘Tocht over de Berezina’, vastgelegd. Tijdens de Slag aan de Berezina bij de aftocht van Napoleons Grande Armée heeft George Diederich Benthien met zijn 400 pontonniers in de felle kou twee pontonbruggen gebouwd over de rivier die vol ijsschotsen lag. Terwijl de Hollandse regimenten infanterie en kurassiers de aftocht dekten ontkwamen de keizer en de restanten van zijn Grande Armée naar het veiliger Polen. Van de 400 Nederlandse pontonniers overleefden slechts 6 mannen en hun commandant de veldtocht naar Rusland. Ook de regimenten die de brug beveiligden werden vrijwel weggevaagd door de koude en de Russische aanvallen. De schoolplaat is uit 1911 en gemaakt door J. Hoynck van Papendrecht (Legermuseum, Delft)

Vier schilderijen van Adam Albrecht (1786-1862)
Vier schilderijen van Adam Albrecht (1786-1862)
De soldaten streden hun strijd allang niet meer voor Napoleon of de idealen van de Verlichting, maar zuiver om te overleven, samen met de soldaat naast hen. De sneeuw en vrieskou braken elk houvast met het ‘normale’ leven. Ieder voor zich probeerde heelhuids thuis te komen, weg uit de witte koude hel. Uiteindelijk had de Grande Armée een half miljoen soldaten en 200.000 paarden verloren en het verlies van geschut en voorraden was niet te becijferen. Tussen de 20.000 en 25.000 Nederlandse militairen namen deel aan de Russische veldtocht. Slechts enkele honderden keerden levend terug.

Napoleon moest tegen zijn wil voortijdig afscheid nemen van zijn soldaten. De Franse keizer was ingelicht over een mislukte staatsgreep waarbij zijn vermeende dood als excuus werd gebruikt. De eerstvolgende bulletins die verspreid werden eindigden allemaal met de zin: ‘De keizer verkeert in blakende gezondheid.’

Op 4 december riep Napoleon zijn maarschalken bijeen en deelde hen kort zijn besluit mee. Hij droeg het commando over aan maarschalk Joachim Murat (1767-1815). De volgende dag vertrok hij met enkele getrouwen per slee en koets naar Parijs, waar hij op 18 december 1812 aankwam, na een barre reis van dertien dagen. Over deze terugtocht met een gedesillusioneerde
Napoleon heeft generaal Caulaincourt een gedetailleerd reisverslag nagelaten.

Tsaar Alexander I versloeg Napoleon uiteindelijk in de Slag bij Leipzig (16-19 oktober 1813) en trok in maart 1814 met Russische troepen Parijs binnen. Na de val van Napoleon bij Waterloo op 18 juni 1815 richtte Alexander I op 26 september 1815 de Heilige Alliantie op, een bondgenootschap van Rusland, Oostenrijk en Pruisen. Dit bondgenootschap moest een christelijk tegenwicht bieden tegen de humanistische en democratische ideeën van de Franse Revolutie.

Artikel afkomstig uit het thematijdschrift 1812, over Napoleons mislukte veldtocht naar Rusland / 2012

Boek: Napoleon in Nederland – In het voetspoor van de Keizer

Bracht samen met Anja Krabben verschillende historische tijdschriften uit, namens Stichting ThemaTijdschriften.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Ruim 50.000 geschiedenisliefhebbers ontvangen wekelijks onze gratis nieuwsbrief.

Meld u ook aan

×