Dark
Light

Amerikanen leerden van Nederlanders in Korea

3 minuten leestijd
Amerikaanse soldaten tijdens de Koreaanse Oorlog
Amerikaanse soldaten tijdens de Koreaanse Oorlog (Publiek Domein - wiki)

In twee eeuwen tijd, van 1814-2014, hebben miljoenen Nederlanders het wapenrok van de krijgsmacht gedragen. Vanwege deze tweede eeuwherdenking is onder redactie van Ben Schoenmaker een fraai boek verschenen, waarin de hoofdlijnen uit de Nederlandse legergeschiedenis aan bod komen. We leren hieruit onder meer dat Amerikaanse militairen tijdens de Koreaanse Oorlog (1950-1953) profiteerden van Nederlandse gevechtstactieken.

Oprichting 'Staande Armee' - Afb: Defensie
Oprichting ‘Staande Armee’ – Afb: Defensie
Het boek is geschreven door medewerkers van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), een historische instelling die onderdeel is van de Nederlandse Defensie Academie.

Emoties

De klemtoon ligt op het operationele optreden van de Landmacht en de voorbereiden op operaties en gevechten. De aandacht gaat uit naar oorlogen, campagnes en internationale optredens van het Nederlandse leger. De schrijvers hebben hierbij een breed scala aan bronnen gebruikt, zoals dagboeken, memoires en interviews met militairen.

Er is veel plaats ingeruimd voor de ervaringen van soldaten op het slagveld. Zo krijgt de militair als persoon – zowel beroeps- als dienstplichtig – in al zijn hoedanigheden, emoties en ervaringen, een menselijk gezicht.

‘Staande armee’

De basis voor het moderne Nederlandse leger werd gelegd op 9 januari 1814 door prins Willem Fredrik, de latere koning Willem I. Op die dag, die de boeken ingegaan is als de oprichtingsdag van de Koninklijke Landmacht, legde hij de organisatie vast van een beroepsleger, dat hij ‘staande armee’ noemde om aan te geven dat dit leger – van bijna 30.000 man – constant paraat moest zijn om de Nederlanden te dienen.

Opmerkelijk is dat het Nederlandse leger in de negentiende en twintigste eeuw maar enkele keren hoefde op te treden om haar doel, landsverdediging, te dienen: bij de Slag bij Waterloo (1815), tijdens de Tiendaagse Veldtocht tegen de Belgen (1831), tijdens WO I en WO II en in Nederlands-Indië tijdens de politionele acties. Veel vaker, met name na de Tweede Wereldoorlog, trad het leger op bij internationale en humanitaire operaties, zoals de Korea-oorlog (1950-1953), de watersnoodramp van 1953, Libanon (1979-1985) en Srebrenica (1992-1995).

Hard-bitten volunteers

Aardig is om te lezen hoe de Amerikanen de Nederlandse vrijwilligers in de Korea-oorlog waardeerden en qua gevechtstechnieken nog het een en ander leerden van de Nederlanders:

De Nederlandse vrijwilligers moesten [na aankomst] vrijwel meteen naar het front. Als onderdeel van het 38th Regiment van de Amerikaanse 2nd Division (Eight Army) namen zij in het eerste jaar volop deel aan de op en neer golvende strijd, die in de zomer van 1951 langzaam veranderde in een stellingenoorlog. De hevigste gevechten vonden plaats in februari bij Hoengsong, Wonju en heuvel 325 (na een order van de Amerikaanse regimentscommandant: “Killed or captured… but you take that hill!”) en in mei bij Inje. Het bataljon had tientallen doden te betreuren. Bij Hoensong sneuvelde de bataljonscommandant, luitenant-kolonel M.P.A. den Ouden…

De vrijwilligers keken met enige afgunst naar de Amerikanen, voor wie alles beter geregeld was. De Amerikanen op hun beurt waardeerden de Nederlandse inzet (“a group of hard-bitten volunteers”) die met succes enkele in Indië geleerde tactieken toepasten. Leen Schreuders, die in 1977 de Vereniging Oud Korea Strijders zou oprichten, moest met zijn compagnie de weg naar Wonju beveiligen. “Maar wij patrouilleerden op de heuvels! (…) Toen kwam er een pisnijdige Amerikaanse generaal binnenhollen. Hij had dat hele stuk gereden en helemaal geen één patrouille gezien. Dan heb ik gevraagd: “Bent u beschoten?” Nee, hij was niet beschoten. Ik zeg: “Was u [op] het stuk daarvoor [beveiligd door de Amerikanen] beschoten?” En daar was hij wel beschoten. Ik zeg: “Dat is nou het verschil. Als u de zaak in handen wilt hebben, moet u het hoge terrein hebben, níet de wegen.” Want die Amerikanen bleven aan die wegen plakken. En dat zijn ze maandenlang blijven doen. Uiteindelijk zijn ze wijs geworden, dat ze uiteindelijk toch ook beter in de heuvels konden lopen (…) Net als Indië een beetje. Het hóge gebied moet je in handen hebben. Je kunt wel op die weg blijven lopen, maar dan wordt jij iedere keer beschoten. (165-166)

200 jaar Koninklijke Landmacht (1)Als je oorlog met voetbal kunt vergelijken – gezien de felle strijd – klinkt laatstgenoemde zin als een logische maar doeltreffende cruijffiaanse wijsheid.

E-variant

Het boek is prachtig geïllustreerd, met veel indrukwekkende foto’s, kaarten, afbeeldingen en affiches. wie dit boek ook bestelt in de E-variant, wordt bovendien audiovisueel verwend met prachtige historische filmfragmenten die veelal nog niet eerder vertoond zijn.

Het boek bevat verder een helder notenapparaat, een goede literatuurlijst, een afkortingenlijst en een persoonsnamenregister.

Boek: 200 jaar Koninklijke Landmacht – 1814-2014

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken.

Steun ons werk

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×