Dark
Light

Benito Mussolini had ‘gigantisch minderwaardigheidscomplex’

Auteur:
6 minuten leestijd
Benito Mussolini op een postkaart uit de jaren 1940
Benito Mussolini op een postkaart uit de jaren 1940

In 2004 publiceerde historicus Peter Neville een levensbeschrijving van de Italiaanse fascistische dictator Benito Mussolini (1883-1945). Recent is deze goed onderbouwde biografie in het Nederlands vertaald onder de titel Mussolini (Veen Media & Historisch Nieuwsblad, 2015). De biografie is vlot geschreven en chronologisch opgebouwd. Alle aspecten die verbonden zijn met de persoon Mussolini en met de context waarin hij opging, blonk en verzonk, komen aan bod.

Mussolini - Peter Neville
Mussolini – Peter Neville
Historiografie

Over Mussolini is zeer veel literatuur verschenen, zo schrijft Neville in de inleiding. Dit begon met enkele werken van (en over) Mussolini zelf en werd gevolgd door – met name vanaf de jaren 1960 – verscheidene biografieën. In 1928 verscheen bijvoorbeeld Le Mia Vita (‘Over mijn leven’), een werk over Mussolini’s leven dat echter grotendeels geschreven is door zijn broer Arnalde. Evenmin betrouwbaar, vanwege de subjectiviteit en incompleetheid van het werk, is Mussolini’s Memoires 1942-1943 (verschenen in 1949) en het 44-delige werk met brieven en documenten Opera Omnia di Benito Mussolini, dat verscheen in de jaren 1951-1960.

In de jaren 1960 verschenen enkele goede biografieën over de Italiaanse fascist. Levendig en anekdotisch, maar analytisch wat zwakker, was Christopher Hibberts Benito Mussolini. The Rise and Fall of Il Duce (1962). Ivone Kirkpatrick, een Brits diplomaat, publiceerde in 1964 de solide, maar saai geschreven en weinig inspirerende biografie Mussolini.

In het decennium van de jaren 1970 en 1980 bleken twee biografieën invloedrijk: een meerdelige biografie van de Italiaanse historicus Renzo De Felice, verschenen tussen 1965 en 1990 onder de titels Mussolini Il Revoluzionario, Mussolini Il Fascista, Mussolini Il Duce en Mussolini l ‘Aleato. Deze biografie is later betiteld als onevenwichtig, te snel in haar interpretaties en te positief.

Twee biografieën die daarna volgden verdienen nog een vermelding. In 1981 rolde het Engelstalige boek Mussolini van Denis Mack Smith van de persen, die in de Angelsaksische wereld tot het begin van de eenentwintigste eeuw de standaard bleef. Historicus R.J.B. Bosworth viel vanaf 2002 Mack Smiths biografie aan met zijn gelijknamige alternatieve levensbeschrijving Mussolini, waarin hij probeerde om Mussolini minder cynisch en minder überkritisch te benaderen, maar een evenwichtiger beeld wilde schetsen.

Opzet biografie

Neville maakt niet expliciet duidelijk waarin zijn biografie zich onderscheidt van de bovengenoemde werken, of het moet zijn dat hij Mussolini veel meer vanuit de context van fascistisch Italië wil begrijpen dan zijn voorgangers deden. De fundamentele vraag die Neville wil beantwoorden is wat Mussolini dreef, wat zijn idealen waren. Neville zelf schrijft:

“Dit boek wil proberen Benito Mussolini op de voorgrond te houden, terwijl tegelijk erkend wordt dat niet-biografische studies belangrijk zijn om een beeld te schetsen van de Italiaanse samenleving in de jaren dat Mussolini over Italië heerste. In dit opzicht moet het dus meer een politieke dan een persoonlijke biografie zijn, terwijl hopelijk wel genoeg aandacht wordt geschonken aan de invloeden in Mussolini’s privéleven die hem gevormd hebben. (…) Het fundamentele probleem, waarop ook dit boek zich zal concentreren, is hoe men erachter moet komen wat Mussolini werkelijk dreef en hoe oprecht zijn politieke meningen waren, afgezet tegen zijn overduidelijk verlangen naar macht. Hij zag zichzelf graag als een briljant politicus, maar de biograaf heeft onder meer de taak hem te evalueren als staatsman, binnenlands hervormer en militair leider.” (24)

Neville is geslaagd in deze door hemzelf omschreven missie. Waarbij belangrijke pluspunten zijn dat de historische context ruime aandacht krijgt – het boek begint met een beschrijving van de vorming van de staat Italië vanaf de jaren 1820 tot 1870 – en het betoog vlot geschreven is.

Socialistisch onderwijzer

In 1902 begon Mussolini als onderwijzer in Pieve Saliceto, een stad tussen Bologna en Milaan. Hoewel hij slecht betaald kreeg – 75 procent van zijn inkomen ging op aan zijn woning en aan voedsel – ging de socialistische Mussolini vaak kaarten in cafés, waar hij zich stortte in politieke discussies. Nog datzelfde jaar besloot Mussolini naar Lausanne in Zwitserland te emigreren, mogelijk om de dienstplicht te ontvluchten. Daar had hij diverse baantjes, zoals slagersknecht, loopjongen voor een wijnhandelaar en arbeider in een chocoladefabriek. Vanwege zijn politieke radicalisme en antiklerikalisme werd Mussolini twee keer uit Zwitserland verbannen, waarna hij korte tijd in Frankrijk en Duitsland verbleef om daarna, in 1905, weer naar Italië terug te keren.

Eerste Wereldoorlog

Arrestatie van Mussolini vanwege revolutionaire activiteiten, 1915. Bron: http://www.post-gazette.com/
Arrestatie van Mussolini vanwege revolutionaire activiteiten, 1915. Bron: http://www.post-gazette.com/
De Eerste Wereldoorlog leidde ertoe dat Mussolini zich van het socialisme afkeerde en een extreme nationalist werd, die een voorstander was van deelname van Italië aan de oorlog. De socialistische partij royeerde hem in november 1914 als lid, vanwege vooral het pro-oorlogstandpunt dat Mussolini luidkeels verkondigde.

Op 26 april 1915 zegde Italië de uit 1882 daterende Triple Alliantie met Duitsland en Oostenrijk-Hongarije op, om zich via het Verdrag van Londen aan te sluiten bij de geallieerden. Engeland en Frankrijk hadden Italië namelijk beloofd dat het verscheidene gebieden – onder meer Triëst, Zuid-Tirol, Trentino en Istrië – mocht annexeren. In mei 1915 ging Italië zich bemoeien met de wereldoorlog. Mussolini was daar enorm blij mee en zag deze oorlogsdeelname als een historisch keerpunt in de Italiaanse geschiedenis:

“Voor Mussolini was het een moment van triomf. In 1919 zou hij pochen dat hij in mei 1915 een revolutie was begonnen ‘die heerlijk en goddelijk revolutionair was, omdat die binnenlands een einde maakte aan een beschamende traditie’.” (53)

Mussolini dacht, volkomen ten onrechte, dat de deelname van Italië aan de oorlog het verschil zou maken. Ook was hij ervan overtuigd dat de Italiaanse economie sterk genoeg was om de oorlogsklappen te kunnen opvangen, wat evenmin waar was. En na de Eerste Wereldoorlog bracht Mussolini – net als Adolf Hitler – verhalen die bol stonden van oorlogsheroïek, maar gewon door hemzelf verzonnen waren. Zo zou Mussolini volgens eigen zeggen zonder verdoving zijn verlost van veertig granaatscherven die na een inslag in zijn lichaam zaten, en was het ziekenhuis waar hij lag stelselmatig door de Oostenrijkse vijand bestookt. ‘Deze onzin ging deel uitmaken van de heroïsche mythe van het fascisme’, aldus Neville.

Opkomst fascisme

Logo van de Partito Nazionale Fascista (PNF)
Logo van de Partito Nazionale Fascista (PNF)
In 1921 richtte Mussolini de Partito Nazionale Fascista (PNF) op, die al in oktober 1922, met name doordat Mussolini compromissen sloot met de koning, het leger en het Vaticaan, aan de macht kwam. Hij profiteerde hierbij onder meer van een weinig proactieve zittende regering, van het feit dat de parlementaire democratie in Italië zwak was, onder meer door de sterk verdeelde oppositie en de sympathie van koning Emmanuel III, die een enorme bewonderaar van het fascisme was en net als Mussolini een grote hekel had aan het Vaticaan.

In de jaren daarna, van 1922 tot 1943, probeerde Mussolini om de fascistische beweging, die in het begin van de jaren 1920 circa 300.000 leden telde, op te leggen aan de Italiaanse bevolking. De fascisten lieten hiertoe hun antiklerikale houding varen, althans publiek, en maakten gebruik van compromissen om hun machtsbasis te versterken. Zo sloten de fascisten in februari 1929 met het Vaticaan het Verdrag van Lateranen. Dit verdrag bepaalde onder meer dat het katholicisme de enige toegestane godsdienst in Italië zou zijn, de overheid zich niet zou inlaten met kerkelijke huwelijken, maar ook dat de geestelijken van de Rooms-Katholieke Kerk zich niet mochten inlaten met politieke zaken. Wel mochten priesters natuurlijk de fascistische partij aanbevelen bij de verkiezingen van 1929 en 1934 en de fascistengroet brengen. Neville vervolgt:

“Wie won het meeste met dit akkoord? Het is niet moeilijk om in te zien dat Mussolini het meest profiteerde. Tegen betrekkelijk geringe kosten had hij zijn regime een enorme prestige verschaft, zowel in het buitenland als in Italië zelf.” (126)

Tweede Wereldoorlog

Het gedeelde antikapitalisme, anticommunisme en dictatoriale karakter van beider regimes, bracht midden jaren 1930 twee grote dictators bij elkaar: Benito Mussolini en Adolf Hitler. Het flirtgedrag leidde in mei 1939 tot een officieel militair bondgenootschap tussen nazi-Duitsland en het fascistische Italië. Toen er opnieuw een wereldoorlog uitbrak betekende dit dat Italië, als een ‘eerloze secondant van Duitsland’, meevocht aan de zijde van de nazi’s. Daarbij maakte Mussolini enkele belachelijke beslissingen, onder meer om de tegenstanders van de As Rome-Berlijn op de Balkan aan te vallen – wat Duitsland zijn Italiaanse bondgenoot sterk afraadde -, maar ook de absurde invasie van Griekenland. Beide campagnes liepen uit op vernederende fiasco’s.

Benito Mussolini en Adolf Hitler in een auto, juni 1940. Bron: Wikipedia
Benito Mussolini en Adolf Hitler in een auto, juni 1940. Bron: Wikipedia

Neville concludeert in dit verband dat de megalomane Mussolini zeker ideologische motieven had, maar dat een ‘gigantisch minderwaardigheidscomplex’ ook een rol speelde bij de soms vreemde en onbegrijpelijke acties van Mussolini. Elke keer als Adolf Hitler in de jaren 1936-1939 een nieuw gebied veroverde, leek Mussolini onzekerder en jaloerser te worden:

“Dat bleek heel duidelijk in 1939, toen Mussolini klaagde dat de Führer hem slechts een berichtje stuurde. De Italiaanse deelname aan de Tweede Wereldoorlog mocht dan niet onvermijdelijk zijn, gezien de koers van Mussolini’s buitenlandse politiek sinds 1936 leek een andere uitkomst niet echt logisch meer. Mussolini raakte steeds meer bedwelmd door het vooruitzicht van oorlog en de voorspelde gemakkelijke overwinningen op de Britten en Fransen, waardoor hij geneigd was de economische zwakke positie van Italië en de opvallende gebreken van zijn strijdkrachten te negeren.” (295)

De geëxecuteerde Mussolini en Petacci hangen ondersteboven in Milaan. Bron: Wikipedia
De geëxecuteerde Mussolini en Petacci hangen ondersteboven in Milaan. Bron: Wikipedia

Executie

Op 28 april 1945 werd Mussolini nabij Dongo, bij het Comomeer langs de weg van Milaan naar de Zwitserse grens, samen met zijn minnares Claretta Petacci geëxecuteerd door Italiaanse communistische partizanen. Per vrachtwagen werden de lijken van Mussolini, Petacci en enkele van hun politieke vrienden naar een druk plein in Milaan gebracht, waar ze ondersteboven opgehangen en toegetakeld werden. Il Duce was niet meer.

Boek: Mussolini – Peter Neville

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×