Dark
Light

Opstand in het getto van Białystok

16 – 17 augustus 1943
8 minuten leestijd
Białystok na de opstand
Białystok na de opstand (wiki)

Opstanden zijn veel voorkomend in de geschiedenis. Sommige zijn groot en lopen uit in oorlogen of bloedige conflicten. Andere zijn kleinschalig en gedoemd te falen. De opstand van Białystok was één van de laatste categorie. De joden in het getto wisten dat zij geen kans maakten, maar besloten om een gebaar naar de nazi’s af te geven. Zij wensten strijdend te sterven in plaats van zich af te laten voeren door de Duitsers. Toch zijn deze kleine opstanden belangrijk, want zij leggen aspecten van de tijdsgeest bloot die anders vergeten zouden worden. Zelfs in de donkerste dagen kan men hoop vinden.

Efraim Barasz (holocaustresearchproject.org)
Efraim Barasz (holocaustresearchproject.org)
Białystok is een stad in het noordoosten van Polen. Voor de oorlog woonden er ongeveer 50.000 joden en zij vormden de helft van de stad. In de buurt was het Knyszyńska bos. Op 15 september 1939 werd de stad door de Duitsers veroverd. Korte tijd later droegen die de stad over aan de Sovjet-Unie, zoals afgesproken in het Molotov-Ribbentroppact. Joden uit de Duitse gebieden vluchtten naar Białystok, omdat de Russen hier de leiding hadden.

Het geweld barstte twee jaar later pas los, toen de nazi’s terugkeerden. Operatie Barbarossa, de Duitse invasie van de Sovjet-Unie, begon op 21 juni 1941 en nog geen week later, 27 juni, werd de eerst slachtpartij aangericht in Białystok. Op “Rode Vrijdag” werden in totaal 2.000 joden vermoord. 800 joden kwamen om toen de Duitsers hen opsloten in een synagoge en deze in brand staken. In ziekenhuizen werden joodse patiënten vermoord. In de twee daaropvolgende weken werden nog eens 4.000 joden vermoord.

Op 29 juni stelden de nazi’s een judenrat in. Via deze raad communiceerden de Duitsers met de joodse gemeenschap. De voorzitter van deze groep was Efraim Barasz (1892-1943). Hij was voor de oorlog een gerespecteerde zionist en een belangrijk figuur binnen de joodse gemeenschap. Zijn leiderschap was consistent en assertief. Een maand later zou hij als hoofd van het getto worden aangesteld. Net als andere gettoleiders was hij overtuigd dat de joden konden overleven als ze hard genoeg werkten. In tegenstelling tot Chaim Rumkowski, leider van het getto van Łódź, genoot Barasz wel de persoonlijke prestige en het respect van de gettobewoners om zijn beleid te laten functioneren.

Op 1 augustus werd een getto voor de joden ingericht. Het getto bestond uit twee delen, aan de oostelijke en westelijke kant van de Biała rivier. Er werden verschillende goederen voor de Duitsers gemaakt, onder andere munitie en textiel. Door het weinige eten gingen de joden over op het produceren van hun eigen eten in ‘judenrat tuinen’ Daarnaast opereerde de judenrat verschillende soepkeukens, ziekenhuizen, de politiemacht en scholen. Toch was de rust nog niet wedergekeerd, want binnen drie maanden werden 4.500 joden naar een ander getto getransporteerd. Het verzet zou pas later op gang komen.

Mordechai Tenenbaum

Mordechai Tenenbaum
Mordechai Tenenbaum
Het verzet in het getto werd geleid door Mordechai Tenenbaum (1916-1943). Hij was na het uitbreken van de oorlog naar Vilnius gevlucht. Hij hoopte met vrienden door te reizen naar Palestina, maar dit bleek onmogelijk. Voor zijn vrienden regelde hij vervalste documenten, maar zelf bleef hij achter en was getuige van de bloedbaden die de nazi’s aanrichtte in Vilnius. Daarop trok Tenenbaum in 1942 naar Białystok en Warschau om de joden te waarschuwen voor de Duitse intenties. Verschillende verzetsstrijders gingen met hem mee vanuit Vilnius naar Białystok.

Tenenbaum reisde tussen verschillende getto’s rond om informatie in te winnen en het verzet te helpen. In november ging hij naar Białystok om daar een verzetsbeweging op te zetten. Bij aankomst bleek dat het getto omsingeld was en trok hij verder. Daarop werden zijn vervalste documenten ontdekt en raakte hij gewond. Via contacten kon hij alsnog Białystok ingesmokkeld worden om het getto voor te bereiden op gewapend verzet.

Tussen gettoleider Efraim Barasz en Tenenbaum ontstond een bijzondere relatie. Beiden wisselden informatie uit en ze hielden elkaar op de hoogte van hun activiteiten. Barasz werkte mee aan het opzetten van verzetsbewegingen, terwijl Tenenbaum Barasz op de hoogte hield van de verzetsdaden. Verschillende vergaderingen van het verzet werden zelfs in Barasz’ zijn kantoor gehouden. Het verzet kon echter nooit een autoriteit binnen het getto worden. Daarvoor was de prestige van Barasz te groot en de politieke oriëntatie tussen de verzetsgroepen te divers.

Vechten of vluchten?

De aanpak van Barasz leek te werken. Het getto bleef rustig tot februari 1943. Tussen 5 en 12 februari drongen de Duitsers het getto binnen voor deportaties. De joodse politie weigerde echter mee te werken. 2.000 joden werden vermoord en 10.000 anderen werden afgevoerd naar het vernietigingskamp Treblinka. Ongeveer 30.000 mensen bleven over in het getto achter.

Een incident vond plaats toen Itzhak Malmed zuur in het gezicht van een Duitser gooide. Deze raakte gewond aan zijn oog en opende het vuur, waardoor een andere nazi gewond raakte en eentje stierf. Malmed vluchtte en de judenrat kreeg opdracht hem over te dragen aan de Duitsers. Toen dit niet gebeurde werden honderd mensen als represaille neergeschoten. Malmed werd uiteindelijk gepakt en opgehangen nadat zijn verzoek om zelfmoord was afgewezen.

Getto van Białystok (yadvashem.org)
Getto van Białystok (yadvashem.org)

Grootschalig verzet tegen de deportaties bleef uit omdat niet duidelijk was of de nazi’s het gehele getto wensten te deporteren. Daarnaast ontbrak het aan wapens. Er was geen goede strategie en de verschillende groepen waren niet verenigd. Het aanzien van het verzet daalde en Barasz’ prestige steeg.

Opnieuw brak een periode van relatieve rust aan. De joden bleven meewerken aan de Duitse oorlogsindustrie. Zij werden in de waan gelaten dat het ergste voorbij was. Het leek erop dat de politiek van Barasz werkte, want het getto genoot een lange periode van rust. Het getto was zo belangrijk dat de Duitsers het niet wensten te liquideren.

Wel ontstond er een breuk tussen Barasz en Tenenbaum. Barasz zag zijn visie bevestigd, doordat de Duitsers hen met rust lieten. Omliggende getto’s waren geliquideerd, maar het getto van Białystok bleef gespaard. Vanuit zijn oogpunt was het niet logisch dat de nazi’s hun eigen werkers zouden elimineren.

Kaart van het getto (wiki)
Kaart van het getto (wiki)
Tenenbaum geloofde wel dat de Duitsers uiteindelijk alle joden zouden vermoorden. Hij probeerde via de partizanen wapens te krijgen en gaf andere mensen de opdracht eten te verzamelen. Toch konden de verzetsgroepen het niet eens worden over hun doelen. Tenenbaum wenste te vechten tot het einde, terwijl andere groepen zich wilden aansluiten bij de partizanen in het bos. De zionisten zagen de communisten als lafaards die enkel zichzelf wilden redden. Zij wensten in het getto te vechten om vanuit daar de gettobevolking te beschermen. Door in opstand te komen kon ook de joodse eer behouden worden. Veel communisten wilden liever uitwijken naar het bos. Daar zouden ze effectiever verzet kunnen plegen en overleven. De keuze was lastig. Was het beter om te vechten en mogelijk te sterven of om te proberen de partizanen te bereiken en mogelijk te overleven?

In juli 1943 gingen er geruchten rond dat het getto geliquideerd zou worden. De judenrat ontkende dit. Er waren net nieuwe bestellingen bij de fabrieken binnen gekomen. Het leek hen onwaarschijnlijk dat de Duitsers nu het getto zouden liquideren. Wel slaagden de verschillende verzetsbewegingen erin zich te verenigen. Mordechai Tenenbaum werd de commandant, met onder hem Daniel Moskowicz.

Wapens werden verkregen door onderdelen uit een Duits depot te stelen, waar ze gerepareerd werden. Deze onderdelen werden gebruikt om nieuwe wapens in elkaar te zetten. De diefstal was niet zonder gevaar: verscheidene mensen werden gepakt en vermoord.

Een nacht in mei 1943 vond er een uitzonderlijk incident plaats in het getto. Er ging iets mis op de plek waar granaten gefabriceerd werden en een explosief kwam tot ontploffing. De explosie was in het hele getto te horen. Twee gettobewoners kwamen om en de Duitsers startten een onderzoek. Barasz wist de Duitse onderzoekscommissie te misleiden door te zeggen dat het twee kinderen waren die met een oude handgranaat speelden. Deze zou zijn achtergelaten door twee Sovjet-officieren die voor Operatie Barbarossa in het appartement hadden gewoond.

Door de kalme houding van de Duitsers werden de joden in een soort van waan gehouden. Het verzet werd gezien als een groep agressieve heethoofden. De rust was wedergekeerd in het getto en diende niet verstoord te worden.

Liquidatie van het getto
Liquidatie van het getto

Een bloedige ochtend

In de avond van 15 augustus 1943 kreeg Barasz van de Duitsers te horen dat het getto de volgende dag naar Lublin verplaatst zou worden. Barasz was verbaasd en kon Tenenbaum niet informeren. Dit kon komen door de voorgaande breuk, uit angst voor paniek of simpelweg door de shock. Desondanks omsingelden de Duitsers met Oekraïense collaborateurs het gehele getto.

Pas om 02:00 ontdekte een wachtpost van het verzet de Duitse troepen. Meteen kwam het verzet in actie, want zij dienden hun plan aan te passen. In plaats van de nazi’s te verrassen werden zij nu zelf verrast. Door de stille positionering van de Duitsers hadden de joden het initiatief verloren. Er was geen tijd voor een effectieve tegenaanval, maar het verzet hoopte wel dat een deel van het getto zou helpen. De voornaamste aanval zou naar het oosten gericht zijn zodat mensen konden ontsnappen naar het bos. Vier andere aanvallen werden ook ingezet om de nazi’s af te leiden. Het belangrijkste was om de omsingeling te doorbreken.

Het probleem was dat er slechts 200 strijders en 130 wapens waren. En men bezat slechts één machinegeweer. Er waren 25 geweren en de rest bestond uit pistolen. Daarnaast was er een grote hoeveelheid onbetrouwbare granaten.

Ondertussen werden pamfletten verspreid om de joden aan te sporen geen gehoor te geven aan de evacuatieoproep. Toch stonden de ochtend van 16 augustus duizenden joden op de verzamelplaatsen. Barasz was een van hen. Het verzet zag dat zij niet de steun van de massa hadden en verzaakten hun plan voor een frontale confrontatie met de Duitsers.

Om 10:00 uur begon de aangepaste opstand. Granaten werden uit ramen en van balkons gegooid. Het strijden ging door totdat de munitie op was. De nazi’s openden het vuur en vele burgers raakten gewond. Chajka Grosman schreef over de strijd:

‘Suddenly we were under fire. One man lay in his blood. The house went up in flames; the adjoining houses were also burning like matchboxes. The house was no longer a shelter, we had to retreat. . . . Fire was consuming the houses, and we were standing in the open field where the enemey could easily see us. It would be a face-to-face battle. Now they were shooting from the embankment. They, too, had retreated firing with heavy weapons. A machine gun began its rat-a-tat of death. … We repeatedly attacked, and retreated.’

Op een gegeven moment stuurden de nazi’s een tank het getto in. De strijd werd snel gebroken doordat er geen wapens waren die hiertegen bestand waren. De gevechten waren na de eerste paar uur al beslist. Als leiders van het verzet pleegden Tenenbaum en Moscowicz zelfmoord.

Joden in het getto (cc - Bundesarchiv)
Joden in het getto (cc – Bundesarchiv)

Deportaties

De deportaties begonnen op 18 augustus en duurden tot 21 augustus. De meeste joden werden afgevoerd naar kampen, daarvan overleefden er 200 de oorlog. 2.000 Joden bleven achter en werden drie weken later naar Majdanek afgevoerd. Ongeveer 150 joden waren erin geslaagd om de partizanen te bereiken, waarvan 60 de oorlog overleefden. Een onbekend aantal wist te overleven door onder te duiken aan de Poolse kant van de stad, maar dit zullen er niet veel zijn geweest.

Na de oorlog keerden overlevende joden uit de stad en de omgeving terug naar het getto. Op 16 augustus 1945 werd een stenen obelisk opgezet met daarop de inscriptie:

“Ter herinnering aan de 60.000 joodse broeders van het Białystok getto die zijn vermoord door de Duitsers – die voort zullen leven in de harten van de weinige joden die het overleefden.”

Ondanks het sneuvelen van de strijders staat hun offer symbool voor menselijke hoop in de donkerste dagen. Voor meer informatie over de opstand in Bialystok is het boek van Sara Bender, The jews of Białystok: during World War II and the Holocaust (2008) aan te raden.

×