Dark
Light

Moeder gezocht voor 19e-eeuws meisje

Bie wie verwekte Jacob van Lennep een kind?
3 minuten leestijd
Wie helpt mij aan de moeder van Betje Tulle?
Emeritus hoogleraar Marita Mathijsen werkt momenteel aan de biografie van de negentiende-eeuwse auteur Jacob van Lennep. Tijdens haar onderzoek stuitte Mathijsen echter op een probleem. Ze komt er maar niet achter wie de moeder is van Betje Tulle, de natuurlijke dochter van de beroemde schrijver.

Ik vind haar niet. Toen ik begon met de biografie van Jacob van Lennep had ik het idee dat ik die niet kon publiceren als ik de moeder van zijn natuurlijke dochter niet gevonden had. Maar nu, drie jaar verder, ben ik bang het op te moeten geven.

Jacob van Lennep door W. Grebner en P. Velijn, 1832
Jacob van Lennep door W. Grebner en P. Velijn, 1832
Op 22 januari 1822 werd Betje Tulle geboren, aangegeven als dochter van Geertruijda Tulle, zonder opgave van vader, met als officiële voornamen Geertruijda Elisabeth. Betje is op de naam van haar min (zoogster) ingeschreven in het geboorteregister van Amsterdam. Maar eigenlijk was haar moeder een meisje uit de hogere kringen, die door de 19-jarige Jacob van Lennep rond eind april 1821 zwanger gemaakt was. Het kind werd door de familie van de moeder verdonkeremaand. Op 21 mei 1855 erkende Jacob van Lennep Betje als zijn natuurlijke dochter, voor een Haagse notaris. Toen ze een jaar of negen was kwam Jacob haar geheel toevallig tegen en zag dat er slecht voor haar gezorgd werd. Toen zorgde hij voor verbetering, maar hij erkende haar pas nadat de zogenaamde moeder overleden was. Sindsdien noemde Betje zich Elisabeth van Lennep. Daarna trouwde ze met François Charles Fiévez (1856), ging een tijdje naar Nederlands-Indië, maar kwam weer terug omdat haar man haar mishandelde. Betje heeft zelf nooit te horen gekregen wie haar moeder was, hoezeer ze haar vader ook smeekte de naam te noemen. Een deel van haar verleden is verwerkt in Van Lenneps roman Klaasje Zevenster.

Maar hoe ik ook zoek: ik kom er evenmin achter wie nu die dame uit hogere kringen was, die een paar jaar ouder dan Jacob zou zijn. Ik dacht dat er in brieven van rond 1821-1822 wel over geschreven zou worden, maar mooi niet. Het lijkt erop dat veel brieven uit juist die jaren vernietigd zijn. Ik heb ook in kasboeken van Jacob en zijn vader gekeken of er soms bedragen uitgekeerd werden aan de min, maar er zijn bladzijden weggescheurd uit de boeken van 1822.

Waar zou de vrolijke start van Betje plaats hebben gevonden? Op het buitenhuis, het Manpad, zou er veel gelegenheid geweest zijn, maar meestal gingen de families pas midden mei naar buiten. Dan ligt Amsterdam meer voor de hand, of Leiden, waar Jacob studeerde. Het kindje zou geboren zijn in een huis achter de Westerkerk. Wie komen er als moeder in aanmerking? In de zomer van 1821 verklaarde Jacob in Brussel zijn liefde aan Cootje Elout, dochter van de minister Cornelis Elout. Hij schrijft dan over zijn ‘aanstaande’. De moeder van Betje is dan al zwanger! Of zou Cootje de moeder zijn? In 1819 leerde Jacob zijn latere vrouw, Henriette Röell, kennen. Hij schreef vanaf die tijd liefdesgedichten voor haar, althans volgens Jacobs brave biograaf, zijn kleinzoon Max. Maar waren die liefdesgedichten wel voor Henriette Röell? Er staat wel boven “voor Henriette”, maar er waren meer meisjes van die naam in zijn leven. De Zwitserse gouvernante van zijn jonge zusje bijvoorbeeld heette Henriette Perraud (of Perroud). Die gouvernante woonde bij de familie Van Lennep in huis, en de kamer van Jacob zal niet ver van die van de gouvernante gelegen hebben. Hij heeft ook iets moois gehad met Henriette Asbeck, die in 1823 in Leeuwarden trouwde met baron Hendrik Rengers. Ook had hij een sterke band met een zekere Martha Amersfoordt. Overigens zijn er geen originele handschriften van zijn vroege liefdesversjes: ze zijn allemaal overgeschreven, alsof er iets verborgen moest blijven.

Cootje, de Henriettes en Martha: zit daar de moeder tussen? In de familie Van Lennep is het geheim niet verder verteld, ofschoon Jacobs zusje Antje het geweten moet hebben. Maar misschien is er iemand onder mijn volgers die brieven uit 1821-1822 kent waarin geroddel staat? Of is er alsnog iemand die wel eens van een oudtante een gerucht gehoord heeft….? Help Betje aan een moeder!

~ Marita Mathijsen
Neem contact op met de auteur via haar website

Boek: Historiezucht, de obsessie met het verleden in de negentiende eeuw

Marita Mathijsen (1944) is emeritus hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam met als specialisme de literatuur van de negentiende eeuw in Nederland.

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.323 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×