Dark
Light

Calvinisme op de ijspiste

Auteur:
2 minuten leestijd
Pieter Brueghel de Jonge - Winterlandschap met vogelval, 1631
Pieter Brueghel de Jonge - Winterlandschap met vogelval, 1631

Maar liefst 24! Zoveel medailles sleepte Nederland binnen op de Spelen in Sotsji. Het hoeft niet te verwonderen dat al deze medailles werden behaald in het schaatsen (23 op de lange baan en 1 in het shorttrack om precies te zijn). En ook buiten het schaatsseizoen zijn bij onze noorderburen (ex-)schaatsers graag geziene gasten in diverse tv-programma’s. Maar van waar komt nu die oer-Hollandse bezetenheid om vanaf de minste vorst de ijzers aan te binden en zich op glad ijs te begeven?

Jaap Eden op de schaats - ingekleurde zwart-wit foto (Nationaal Archief)
Jaap Eden op de schaats – ingekleurde zwart-wit foto (Nationaal Archief)
Denken we maar aan de Elfstedentocht. Een, weliswaar zeldzaam, evenement dat bij de Nederlanders mythische taferelen oproept en het land vaak weken in de ban kan houden. Is het omdat de Nederlanders het schaatsen graag gebruiken als excuus om achteraf meerdere neuten te nuttigen op het ijs? Of komt het omdat het land veel waterrijker is dan België en de Hollanders zich vanaf de lokale waterplassen bevriezen zich al glijdend naar hun buurman kunnen begeven? Wat opzoekingswerk leerde me dat één verrassende oorzaak hiervan veel naar voor komt: de invloed van het calvinisme.

Een interessante redenering is dat de schaatssport symbool staat voor enkele typisch calvinistische karakteristieken. De strijd tegen de natuur, het schaatsen op natuurijs staat dan voor de principes van zuiverhuid en puurheid die het calvinisme hoog in het vaandel draagt. Wat is namelijk puurder dan een mens alleen op het ijs, met enkel twee ijzers onder de voeten, met enkel zichzelf en zijn omgeving als tegenstander. Daarnaast zou deze strijd die de schaatser met zichzelf of eventueel tegen de klok voert een soort van boetedoening zijn voor zijn zonden. Dit verklaart ook waarom het schaatsen van oudsher het populairste was ten noorden van de grote rivieren in Nederland, daar waar het calvinisme zijn sterkste achterban kende en nog steeds kent.

Een andere, ietwat frivoler verklaring begint bij de Val van Antwerpen in 1585 tijdens de Tachtigjarige oorlog. Nadat Antwerpen, voorheen grotendeels calvinistisch, terug in handen van de Katholieken was gevallen, was er een massale exodus van geloofsvluchtelingen naar de Noordelijke Nederlanden. De vele Vlaamse ijzersmeden en schaatsenmakers vinden in Holland meteen een rijke afzetmarkt. Wat de Vlamingen ook meenemen naar het Noorden is de traditie van de Vlaamse kermissen en de, weliswaar van katholieke oorsprong, feesten rond carnaval. Deze rituelen zijn echter in het streng calvinistische Nederland taboe en dus moet een andere uitlaatklep gevonden worden. De feesttraditie die de Reformatie had verboden wordt nu wel mogelijk gemaakt. In een bepaalde periode, wanneer de waterplassen zijn bevroren en op welbepaalde plaatsen, dus op het ijs, waar de calvinistische mores geen gezag hebben, bepaalt de schaatser zelf wat mag en niet mag. Het principe van de kermis verandert niet, enkel de ondergrond. Op het ijs is de mens los van de dagelijkse religieuze wetten en regels. De Protestantse kerk trekt vanzelfsprekend hard van leer tegen deze oncontroleerbare plaatsen van zedenschennis, maar ondertussen is de bevroren plas zodanig ingeburgerd als oord van vertier dat de geestelijke die hiertegen protesteert, simpelweg weggelachen wordt.

Zoals gebruikelijk zal de ware toedracht van hoe de Hollanders zo schaatsgek zijn geworden wel ergens in het midden liggen. Maar als ik me de knettergekke taferelen van de laatste Elfstedentocht vaag herinner, of het enthousiasme voor de geest haal van de “nuchtere Bruggelingen” de laatste keer dat onze Damse Vaart bevroor, ben ik toch eerder geneigd te geloven dat de calvinisten in het schaatsen de spreekwoordelijke mazen tussen het net hadden gevonden om even te ontsnappen uit hun religieuze keurslijf. Een sportieve en festieve traditie die doorleeft tot op de dag van vandaag!

~ Vigor Clius

Lees hier de reactie van Max Dohle: Waarom schaatsen wij?

×