Dark
Light

Commandant Duinkerken wilde af van ‘al die Hollanders’

4 minuten leestijd

Het wrak van de Pavon op het strand bij Les Hemmes de Marck. Langs de touwen wist het overgrote deel van de opvarenden het vege lijf te redden – Foto: Collectie Didier Dewaele
Volgens de meeste geschiedenisboeken begon voor Nederland de Tweede Wereldoorlog met de inval van de Duitsers op 10 mei 1940 en de bezetting na de capitulatie op 15 mei, na het bombardement van Rotterdam. Minder bekend is dat de strijd in Zeeland nog drie dagen door ging, totdat daar Middelburg tot puin was gebombardeerd. Bijna onbekend is dat een deel van het Nederlandse leger via België in Duinkerken terecht kwam, om op 20 mei met 1450 man in te schepen op een Frans schip, de Pavon.

Het drama van de SS Pavon – 20 mei 1940: Bombardement bij Duinkerken beschrijft de dooltocht van vooral de Peeldivisie, voortgestuwd door de Duitse opmars, via Zeeland en België naar Duinkerken, de achtergronden van de ramp, de krijgsgevangenschap en de weg naar huis, meestal te voet, dwars door kersvers bezet gebied.

Mijn vader, Wubbe Horlings (1917-1993), toen 22 jaar, was één van de 1450 man aan boord. Hij vertelde er wel eens wat over: dat hij van plaats gewisseld had met een soldaat die op die plek de dood vond; dat hij meters diep in het onderruim gevallen was, op de lading kapok die zijn val had gebroken; dat hij ternauwernood zijn eigen leven had gered. Dat hij na vooral een lange voetmars, vervuild en met baard, ‘thuiskwam’ bij ‘zijn meisje’, waar eigenlijk niemand meer op zijn terugkeer had gerekend, behalve zij.

Dertien jaar later verhuisden we naar Den Haag. Onze nieuwe bovenbuurvrouw was een weduwe. Ze had niet alleen haar man verloren, maar ook een zoon: op een schip bij Calais. Dat schip.

Het waren flarden van verhalen, die geen concrete vorm kregen. Ik heb hem gevraagd of hij ze op wilde schrijven. Ik nam kennis van zijn verslag, maar eigenlijk hebben we het er nauwelijks over gehad. Het verdween ergens onderin een la. Ik weet wel dat ik niet begreep dat het schip een Franse bestemming had. Waarom? Engeland lag aan ‘de overkant’; bij redelijk weer kan je in Duinkerken de Britse krijtrotsen zien.

Bronnen

Pas onlangs is het verhaal weer uit die la gekomen. Ik besloot het op internet te zetten. En als (oud-)journalist er ook wat achtergrondinformatie aan toe te voegen. De achtergronden bleken intrigerend. De tragedie met de Pavon wordt intensief beschreven op de website van Zuidfront Holland, over het begin van de oorlog in Zuid-Nederland. Een aantal onbekende ego-documenten van lotgenoten (via bijvoorbeeld Het Geheugen van Nederland) en krantenberichten (via Koninklijke Bibliotheek) voegden onbekende, belangrijke gegevens toe.

Onaangename situatie

De situatie voor de verzamelde Nederlandse troepen in Duinkerken was hoogst onaangenaam. De plaatselijke commandant, generaal Watrin, zat allerminst te wachten op dat zootje ongeregeld, dat thuis de strijd had opgegeven. Hun verzorging was uiterst slecht. De onvermijdelijke Slag om Duinkerken kondigde zich aan in voortdurende bombardementen. Maar dr. L. de Jong geeft in zijn verslag in Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog over de gebeurtenissen die zouden volgen toch een wat te luchtige voorstelling van zaken:

“(Op 20 mei) scheen er voor de meeste, bij Duinkerken aanwezige Nederlandse militairen, uitkomst te dagen: bijna vijftienhonderd hunner mochten zich aan boord begeven van het stoomschip ‘Pavon’ dat een week tevoren in Vlissingen met zoveel moeite gelost was; de bedoeling was dat de ‘Pavon’ (een schip van ruim 4000 brt) naar Cherbourg zou varen.”

(De Jong, deel 3, pag. 491)

Er ‘scheen uitkomst te dagen’. De soldaten ‘mochten’ zich aan boord begeven. Maar ze ‘mochten’ niks; ze kregen opdracht. Niet ‘hun’ probleem werd opgelost, maar het probleem dat Watrin met ze had. Uit diverse getuigenverklaringen blijkt dat ze daar doodsbenauwd over waren.

De SS Pavon werd ter hoogte van het plaatsje Oye Plage aan de grond gezet. De rode lijnen geven de Duitse opmars aan. Via de stippellijnen vonden de meeste soldaten de weg terug naar huis. – Kaart: Kennispunt mei 1940 – Grebbeberg.nl

Fatale vertraging

In het verhaal wordt duidelijk gemaakt dat de Franse commandant van Duinkerken, generaal Watrin, voor een belangrijk deel verantwoordelijkheid was voor de ramp. Hij wilde ‘al die Hollanders’ kwijt op het vrachtschip, dat al eerder was ingeschakeld voor troepentransport. Toen 1200 man in de ruimen waren ondergebracht en de kapitein wilde vertrekken, hield hij het schip tegen: niet genoeg!

Met 1450 soldaten aan boord zat het schip vol, maar toen waren de sluizen dicht, want het was eb geworden en het wachten was op de volgende vloed. Intussen vlogen Duitse jagers en bommenwerpers af en aan. De vliegers hebben zonder twijfel geconstateerd dat honderden mannen op de kade stonden om aan boord te gaan; zij hoefden dus alleen maar te wachten tot het schip uit zou varen. De bommen vielen een uur na vertrek. Een voltreffer viel door alle dekken heen en doodde tientallen soldaten.

Voetnoot

Bij laag water kon je over het strand goed bij het schip komen, zoals hier een groep Duitse soldaten
In de Nederlandse oorlogsgeschiedenis heeft de ramp nauwelijks meer dan een voetnoot opgeleverd. De oorlog was nog maar net begonnen en daarna gebeurde er veel meer, veel ernstiger en soms onvoorstelbare dingen.

De Pavon had een Franse bestemming. Daardoor voer het schip dicht onder de kust. Was Engeland het doel geweest, dan had ik hier dit verhaal nu niet zitten schrijven. Dan was het schip in diep water en in het nachtelijk duister (al was het volle maan) reddeloos verloren geweest. Dan was het bombardement op de Pavon een ramp geworden met mogelijk nog meer slachtoffers dan bij het bombardement van Rotterdam (800) op 14 mei, zes dagen eerder.

Nu kon de kapitein het schip op het land zetten. Het werd eb; de laagste stand van het water zou om 7 uur ’s morgens worden bereikt. Het overgrote deel van de opvarenden kon langs touwen op het droge strand in veiligheid worden gebracht.

Journalist André Horlings heeft het verhaal over het bombardement voor Duinkerken uitvoerig beschreven. Dit verhaal is, aangevuld met documentatie en verhalen van lotgenoten, in zijn geheel te lezen op zijn site duinkerken.yolasite.com

André Horlings (1945-2023) was journalist en van 'vlak na de oorlog', wat mogelijk zijn interesse voor onder meer de Tweede Wereldoorlog verklaarde. Schreef het boek Arnhem Spookstad en verzorgde de (eind)redactie voor een publicatie over het Duitse dwangarbeiderskamp Rees (1944-1945). Verzorgde in 2011 twee uitvoerig gedocumenteerde verhalen: Bruidegom achter prikkeldraad en Het drama van de SS Pavon. Bladerde graag in Google Books. Zie ook archief sinds 1995.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×