Dark
Light

De geschiedenis van het Vredespaleis (II)

3 minuten leestijd
Wandkaart van Delfland en een deel van Schieland door B.A. van Berckenrode en C. Aerssen ca. 1611(fragment)

Deel twee in een serie van vier artikelen over het Vredespaleis, naar aanleiding van de viering van het honderdjarige bestaan van het Vredespaleis in 2013. In dit deel behandelen we het gebied waar het gebouw staat en hoe dat er in de jaren voor de bouw uit zag.

De herberg Schuddebeurs (of Schudjebeurs) in de omgeving van de Javastraat bij Schuddegeest. (Carel Jacobus Behr. 1850)
De Heet


Den Haag zoals het was

Het gedeelte boven de Laan van Meerdervoort en Javastraat heette oorspronkelijk ‘De Heet’, wat waarschijnlijk heide ofwel onbebouwde zandgrond betekent. Het land bestond voornamelijk uit binnenduinen (ook wel clingen of croften genoemd). Het was een woest gebied dat aan de zeekant afgesloten werd door de duinen van het grafelijk domein.

Het gebied werd door een aantal wegen doorsneden. Allereerst door de Laan van Schuddegeest (huidige Javastraat), naar een herberg genaamd Schudjebeurs, welke stond op de huidige hoek van de Javastraat en Scheveningseweg. De Laan van Schuddegeest liep van de Mallemolen, wat een slijpmolen moet zijn geweest, zuidwaarts en ging uiteindelijk over in een kronkelig zandpad richting Loosduinen. Dit kronkelige zandpad wordt later de Laan van Meerdervoort.

Daarnaast liepen er een aantal duinpaadjes van Den Haag naar Scheveningen. Deze paden waren een doorn in het oog van de Scheveningers en Hagenaars, want in de zomer waren deze paadjes stoffig en ‘s winters erg modderig.

De Scheveningseweg en het Tolhuis

Tussen 1664 en 1666 werd de Zeestraat aangelegd, naar een plan van Constantijn Huygens. Deze Zeestraat zou net niet de eerste bestrate weg van Den Haag worden. Want, ook al was Huygens’ plan er al in 1664, de Rijswijkse Weg was reeds in 1663 bestraat.

Om de kosten voor de, uiteindelijk in 1666 gereedgekomen, Zeestraat terug te verdienen, werd er tol geheven. Deze tol was niet voor de Scheveningers, die gewoon zonder betalen Den Haag in- en uit mochten om hun vis te slijten.

Tolhek aan de Kerkhoflaan anno 2013 – Foto: Michiel Coolen

In 1889 werd de tolheffing opgeheven. Het tolhuisje staat er nog, maar het tolhek is in 1923 verplaatst naar de hoger gelegen Kerkhoflaan, alwaar het nu nog steeds staat.

De Zeestraat heet voor een overgroot deel tegenwoordig de Scheveningseweg. Slechts het gedeelte tussen de Javastraat en het Noordeinde heet nu nog Zeestraat.

Sorghvliet

Op 20 mei 1643 kocht staatsman Jacob Cats (1577-1660) een flink stuk land buiten de Haagse stadsgrenzen. Dit stuk land ligt naast waar uiteindelijk de Zeestraat zou worden aangelegd. Veel Hagenaars uit de elite hadden buitens in die tijd, om de drukte en stank van de stad te ontvluchten.

Dit stuk land zou hij Sorghvliet noemen en omvat ongeveer de huidige stadswijk Zorgvliet. Het huis dat Jacob Cats bewoonde staat er nog en wordt gebruikt als residentie voor de minister-president.

Uiteindelijk zal in 1837 het grondgebied in handen komen van koning Willem II en hij voegt het toe aan zijn bezittingen. En, na wat avonturen, zou het uiteindelijk in 1961 in handen van de Staat komen.

Buitenrust en Rustenburg

Op de plek waar nu de tuin van het Vredespaleis ligt, lag vroeger het buiten Rustenburg. Rustenburg was oorspronkelijk een boerderij, maar groeide in de loop der eeuwen uit tot een flink buitenhuis. Rustenburg zou in de achttiende eeuw van buitenhuis veranderen in een Vauxhall. Er werden in het huis, maar ook in de tuin, flinke feesten en partijen gehouden voor deftige bezoekers.

Buitenrust was ook oorspronkelijk een boerderij dat uitgroeide tot een buitenhuis, dat eerst Hessenhof heette. Buitenrust lag waar nu de entree tot het Vredespaleis is.

Beide huizen kwamen na flink wat omwegen in bezit van koning Willem II en hij voegde het toe aan het domein Zorgvliet. Koningin Anna Paulowna zou de winters op Rustenburg doorbrengen. Na haar dood kwam het gehele domein Zorgvliet in bezit van Groothertogin Sophie. Haar kleinzoon Wilhelm Ernst van Saksen-Weimar op zijn beurt verkocht de gronden aan mr. A.E.H. Goekoop, welke het uiteindelijk zou schenken aan de Commissie voor het Vredespaleis.

Naast de twee buitenhuizen was er ook een station voor de stoomtramdienst “Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij”. Dit station deed dienst tussen 1886 en 1915. Nu is het een ontmoetingscentrum voor de Soefi-beweging.

~ Michiel Coolen – Den Haag zoals het was

Lees hier het derde artikel over de geschiedenis van het Vredespaleis

×