Dark
Light

De keizerlijke dynastie van Julius Caesar

Auteur:
4 minuten leestijd
Borstbeeld van keizer Caligula. Bron: www.glyptoteket.com
Borstbeeld van keizer Caligula. Bron: www.glyptoteket.com

Romes eerste keizerlijke familie, Julius Caesar en diens familieleden, is beroemd en berucht. Na Caesar kwamen in diens dynastieke lijn – de Julii Claudii – allerlei keizers van naam aan de macht, die zich in positieve en negatieve zin onsterfelijk maakten. Onder hen bevonden zich Augustus, Tiberius, Caligula en Nero.

Buste van Julius Caesar
Buste van Julius Caesar
Tom Holland, bekend van de goed ontvangen boeken Rubicon en Het vierde beest, schreef een prima boek over de dynastieke lijn van Julius Caesar: Dynastie. Opkomst en ondergang van het huis van Julius Caesar (Athenaeum | Polak & Van Gennep, 2015). Het boek omvat een narratief van het tijdvak 100 v.Chr. tot 70 n.Chr., de periode van Julius Caesar tot en met keizer Claudius.

‘Soms ietwat in verlegenheid’

De vele verhalen uit de Oudheid over gif, verdorvenheid, krankzinnigheid en intriges die rond de keizerlijk dynastie hangen, brengen ons – aldus Tom Holland in de inleiding – ‘soms ietwat in verlegenheid’:

“Verhalen over gif en verdorvenheid geven juist vanwege hun melodramatische karakter al snel een ongemakkelijk gevoel. Want hoe sensationeler een verhaal, hoe minder geloofwaardig het doorgaans lijkt. Over de waarheid omtrent de beschuldigingen aan het adres van de Julii-Claudii, zoals geschiedkundigen de dynastie van Augustus gewoonlijk noemen, heeft lange tijd onenigheid bestaan. Kon Caligula – hij regeerde van 37 tot 41 – bijvoorbeeld echt zo gek zijn geweest als Suetonius en andere antieke schrijvers beweerden? Misschien viel het wel mee met zijn krankzinnigheid en waren zijn raarste fratsen simpelweg uit hun verband gerukt in de overlevering.” (18,19)

Volslagen onzinnig?

Suetonius afbeelding uit Kroniek van Neurenberg 1493
Suetonius afbeelding uit Kroniek van Neurenberg 1493
Het waarheidsgehalte van de Caligula-verhalen zal in veel gevallen nooit met zekerheid vast te stellen zijn. In elk geval werden de soapachtige verhalen over Caligula’s uitspattingen en dwaasheid ook over andere Caesars verteld; ze behoorden tot het roddelrepertoire van het Romeinse Rijk. Het narratief is, aldus Holland, relatief gezien de veiligste oplossing om te dealen met de typische klassieke anekdotes:

“Dit is ook de reden waarom een narratieve geschiedenis die de hele Julisch-Claudische periode omvat misschien de veiligste manier is om tussen de Scylla van slappe goedgelovigheid en de Charybdis van overdreven gespierde scepsis door te laveren. Het is duidelijk dat niet alle verhalen over de vroege Caesars betrouwbaar zijn. Anderzijds bieden vele ervan ons wel degelijk inzicht in hun waarschijnlijke voedingsbodem. Anekdotes die op zichzelf beschouwd volslagen onzinnig lijken, komen vaak heel wat minder onzinnig over vanuit het perspectief van een verhaal.” (20)

Totaal idioot

Verhalen vertellen is de kracht van Tom Hollands Dynastie. Het boek leest als een raket, is gebaseerd op uitgebreid onderzoek en maakt de geschiedenis van de keizers van Augustus tot Claudius toegankelijk en begrijpelijk voor een groot publiek. De twee passages hieronder geven een indicatie van het schrijf- en verteltalent van Tom Holland. Het eerste fragment gaat over keizer Caligula en het tweede citaat over zijn ambtsgenoot Nero.

Tijdens een huwelijksfeest van Caligula’s overgrootvader gingen de gasten verkleed als goden. Ook Caligula ging verkleed en had gekozen voor Jupiter, de god van de hemel en het onweer. Caligula hield van dit soort spelletjes waarin schijn en werkelijkheid met elkaar vermengd waren; alles wat vies, smerig en gruwelijk was vond hij leuk. Zo bleek ook op het huwelijksfeest:

“Hoe zouden de mensen reageren als Caligula uitgedost als Jupiter in het openbaar verscheen, compleet met gouden baard en een bliksemschicht in zijn hand? Een Gallische schoenmaker moest lachen om het spektakel en zei de keizer recht in zijn gezicht dat hij er ’totaal idioot’ uitzag. Hij werd glimlachend weggestuurd. Maar Apelles, een beroemd acteur en vertrouweling van Caligula, moest zeggen wie de grootse was: Jupiter of Caligula zelf. Hij kwam niet snel genoeg uit zijn woorden en de vergelding liet niet lang op zich wachten. De keizer had graag dat mensen meteen het goede antwoord gaven en op beide punten was Apelles tekortgeschoten. De arme man kreeg een afranseling die gruwelijk was en ook toegankelijk was voor voor iemand wiens naam ‘huidloos’ betekent. Terwijl de huid van zijn rug gegeseld werd kreeg hij complimentjes van Caligula voor de kwaliteit van zijn gejammer, waaruit men wel kon horen wat een geweldig tragediespeler hij was.” (291)

In de ingewanden van de stad

Dynastie, opkomst en ondergang van het huis van Julius Caesar
Dynastie, opkomst en ondergang van het huis van Julius Caesar
Nero, die regeerde van 54-68 en bekendstond om de felle christenvervolgingen, hield ook wel van vermommingen. In zijn jonge jaren ging hij regelmatig, anoniem gekleed, stappen waarbij hij zich onder ‘het gewone volk’ mengde en zich als een beest gedroeg. Hierdoor had hij leren kennen wat er onder de massa speelde, hetgeen hem tijdens zijn keizerschap goed van pas kwam:

“Nero voelde de stemming onder het volk altijd goed aan. Senatoren konden hun vooroordelen jegens de plebs sordida [het smerige volk] meestal niet baseren op persoonlijke ervaringen, maar Nero kende de bedenkelijke uithoeken, de meest rosse buurten van de stad. Als jongeman was hij daar vaak samen met Otho [een goede vriend] wezen stappen. Vermomd als slaven hadden ze gedronken, gestolen en gevochten. In de betere kringen werd daar natuurlijk schande van gesproken. (…) Voor Nero waren zijn tochten door de ingewanden van de stad net zo leerzaam als de lessen van Seneca. (…) Hij wist wanneer hij ze een wortel moest voorhouden en wanneer de stok eraan te pas moest komen.” (368)

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×