Dark
Light

De memoires van Max Cahen, 1939-1945

Auteur:
2 minuten leestijd

Bij Nationaal Monument Kamp Vught wordt zondag 26 september een boek gepresenteerd met daarin de memoires van Auschwitz-overlevende Max Cahen (1905-1995). De eerste exemplaren worden in ontvangst genomen door gedeputeerde Onno Hoes van de Provincie Noord-Brabant en de burgemeester van Vught, Roderick van de Mortel.

Max Cahen – Foto: Privécollectie familie Cahen
Max Cahen – Foto: Privécollectie familie Cahen
De memoires van Max Cahen geven onder meer een duidelijk beeld van de gang van zaken in kamp Vught. Cahen werd in 1941 gevraagd lid te worden van de Joodse Raad, een door de Duitsers ingesteld bestuurslichaam dat belast werd met de uitvoering van de door de bezetter afgekondigde maatregelen. Cahen vervulde zijn functie met gemengde gevoelens. Hij woonde achter het station Vught en probeerde daar zoveel mogelijk steun te verlenen aan de Joden die vanaf 1943 in het SS-concentratiekamp Vught worden opgesloten.

Hij werd ook aangesteld als inkoper van het Philips Kommando, een functie die hij bleef vervullen toen ook hij in juni 1943 in kamp Vught gevangen werd gezet. Max Cahen had hierdoor een bijzondere positie. Hij mocht namelijk het kamp verlaten om inkopen te doen. Voor Joodse gevangen werd hij zo de schakel tussen het kamp en de buitenwereld.

Begin 1944 werd Cahen overgebracht naar Westerbork, van waaruit hij naar Auschwitz en later naar Gross-Rosen werd gedeporteerd. Hij overleefde deze kampen en keerde na de bevrijding via Praag in 1945 terug in Vught. In 1972 maakte hij een reis langs de voormalige concentratiekampen waar hij eens gevangen zat. In brieven aan zijn zoon David beschreef hij deze tocht.

Ik heb dit alles opgeschreven… – Memoires van Max Cahen, 1939-1945
Ik heb dit alles opgeschreven… – Memoires van Max Cahen, 1939-1945
Zijn echtgenote Jet dook al in 1943 onder en beviel in januari 1944 van hun dochter: Truus. Deze Truus Wertheim-Cahen beschrijft in het boek het verhaal van haar moeder en de gevolgen van de oorlog voor het huwelijk van haar ouders.

In de jaren zeventig vroeg Lou de Jong aan Max Cahen of hij zijn herinneringen aan het Philips Kommando in Kamp Vught op papier te zetten. Cahen deed dit uitvoerig. Judith Belinfante, oud-directeur van het Joods Historisch Museum en oud-voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei over de memoires:

“Zijn functie als inkoper voor het Philips Kommando maakte dat hij zich vrij buiten het kamp kon bewegen. Juist vanwege die ongebruikelijk heldere blik op de realiteit, helpt hij waar hij kan en redt daarmee levens. En wie de kunst van het tussen de regels door lezen machtig is, ontdekt zijn mededogen, zijn woede, zijn onmacht bij de vernietiging van al die levens en de zorg om zijn op een onbekend adres verblijvende vrouw en dochter, het meisje waarvan hij niet meer weet dan dat zij geboren is. ‘Ik heb dit alles opgeschreven’ verwoordt opnieuw hoe het is om in een periode te leven die meer van mensen vraagt dan waartoe ze in staat zijn. Het verhaal laat zien hoe individuen zoals Max Cahen daarin boven hun menselijke maat uit kunnen stijgen.”

De twee zoons van Max Cahen (1905-1995) overhandigen de eerste exemplaren van dit boek getiteld Ik heb dit alles opgeschreven… op 26 september aan gedeputeerde Onno Hoes van de Provincie Noord-Brabant en de burgemeester van Vught, Roderick van de Mortel. Vanaf dat moment is het boek ook verkrijgbaar in de boekhandel.

×