Dark
Light

De vijfde colonne

Herkomst en betekenis
Auteur:
6 minuten leestijd
De vijfde colonne
De vijfde colonne

Met ‘de vijfde colonne’ worden mensen in de samenleving aangeduid, die voor de vijand werken. Het betreft spionnen, verraders of samenzweerders, die proberen om de weg vrij te maken voor een buitenlandse vijand. De term ‘de vijfde colonne’ is afkomstig uit de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). Maar wie de term precies heeft bedacht, is behoorlijk omstreden. Was het de nationalistische Spaanse generaal Emilio Mola (1887-1937)? Zijn compagnon, de generaal Gonzalo Queipo de Llano (1875-1951)? Of hun collega: generaal Francisco Franco (1892-1975)? Of hebben we te maken met een verzonnen propagandistische leus, bedoeld om de publieke opinie te beïnvloeden?

Amerikaanse poster uit de Tweede Wereldoorlog met verwijzing naar het begrip de vijfde colonne. - cc
Amerikaanse poster uit de Tweede Wereldoorlog met verwijzing naar het begrip de vijfde colonne. – cc
Twee jaar geleden verscheen bij Cambridge University Press het mooie boek The ‘Red Terror’ and the Spanish Civil War, waarin de Spaanse historicus Julius Ruiz de revolutionaire woelingen in Madrid analyseert tijdens de Spaanse Burgeroorlog van 1936-1939. In een korte paragraaf werpt hij licht op de kwestie van ‘de vijfde colonne’. Ruiz komt met een alternatieve, plausibele verklaring van de herkomst van ‘de vijfde colonne’.

Emilio Mola’s ‘vijfde colonne’

De meeste historici – onder wie Lou de Jong (1914-2005) in 1953 in diens proefschrift De Duitse vijfde colonne in de Tweede Wereldoorlog – gaan ervan uit dat de Spaanse generaal Emilio Mola (1887-1937) de term ‘de vijfde colonne’ in 1936 voor het eerst in een interview gebruikte. Hij bedoelde er de nationalistische sympathisanten mee die zich in Madrid bevonden. De nationalisten zouden volgens Mola met vier colonnes Madrid naderen en daar geholpen worden door ‘de vijfde colonne’, die zich in de stad bevond en van tevoren ondermijnend werk zou verrichten. En: die ook de aanval zou inzetten als de tijd rijp was. Dit leidde tot grote paniek bij de linkse groepen (republikeinen en communisten), en hun leiders riepen hen daarbij op de aanwezige nationalisten in Madrid ‘preventief’ uit de weg te ruimen.

Ruiz sluit zich bij deze lezing aan en komt met een vrij exacte datering van het ontstaan van dit begrip. Tussen 28 september en 3 oktober 1936. Zeker is dat de term ‘de vijfde colonne’ ontstond kort na de val van Toledo op 28 september en op 3 oktober voor het eerst publiekelijk gebruikt werd door de journaliste Dolores Ibárruri in de krant Mundo Obrero van 3 oktober 1936. Zij stelde dat ‘de verrader Mola met vier colonnes Madrid naderde, maar dat er een vijfde colonne zou zijn die het offensief zou starten’. En die vijfde colonne bevond zich in Madrid. In een interview met Mola zou hij op de vraag van buitenlandse journalisten welke van de vier colonnes Madrid zouden innemen, geantwoord hebben dat er een vijfde colonne was die dat zou doen.

Andere mogelijke bedenkers: Queipo de Llano of Franco

Er zijn ook andere Spaanse media die in oktober 1936 beweerden dat ‘de vijfde colonne’ in een radiospeech van generaal Gonzalo Queipo de Llano was gebruikt. Deze generaal zorgde voor de nationalistische propaganda via de ether. Een analyse van radio-uitzendingen uit deze periode, aldus Ruiz, leidt echter tot de conclusie dat ‘de vijfde colonne’ niet door Queipo gebruikt werd.

Weer een andere bewering is die van de Duitse nazi-diplomaat in Spanje, Hans-Hermann Völckers, die op 30 september 1936 zijn superieuren in Duitsland meldde dat de term ‘de vijfde colonne’ afkomstig was van generaal Francisco Franco. Althans, zo schreef hij expliciet, ‘dat wordt beweerd’, ‘dat verhaal doet de ronde’.

Om de verwarring nog wat groter te maken, beweerde in 1968 de historicus en politicus Manuel Aznar Zubigaray (1893-1975) dat Emilio Mola de originele bedenker is. Maar, anders dan werd aangenomen, gebruikte hij de woorden ‘de vijfde colonne’ in een radio-uitzending en niet richting buitenlandse journalisten. Aznar Zubigaray was een diplomaat van het Franco-regime en dus een ingewijde. Maar zijn bewering werd, net als in de hiervoor genoemde gevallen, wederom niet met primaire bronnen of écht overtuigende argumenten gestaafd.

Of toch de republikeinen?

Eigenlijk, zo concludeert Ruiz realistisch, kan geen enkele lezing over de bedenker en herkomst van ‘de vijfde colonne’ onomstotelijk bewezen worden. Er zijn geen overtuigende bronnen die de andere opties uitsluiten. Daarom opteert Ruiz, heel logisch eigenlijk, voor een andere mogelijkheid. Waren de bedenkers van ‘de vijfde colonne’ niet gewoon de communisten en republikeinen?

Zij raakten in Spanje in de knel toen de nationalisten en militairen oprukten en hadden belang bij zo’n beladen term. Als je de sympathisanten van de nationalisten met een propagandistische term als spionnen en verraders aanduidde, kon je het volk tegen hen ophitsen en deze types – hopelijk – op die manier uitschakelen. Deze suggestie van Ruiz lijkt zeer aannemelijk en verklaart wellicht ook de verwarring over de herkomst van ‘de vijfde colonne’ en het feit dat nooit onomstotelijk bewezen is wie de term heeft bedacht. Dat kan ook niet als er geen directe en overtuigende bronnen zijn.

Daarbij stelt Ruiz dat er in augustus en september verscheidene Russische communisten in Spanje arriveerden, onder wie journalisten en filmmakers, maar ook de NKVD-bons Aleksandr Orlov (1895-1973) – die overigens in 1938 overliep naar de Verenigde Staten. Deze droeg(en) de term vermoedelijk aan vanuit tactisch-propagandistische overwegingen. De Russen steunden namelijk de Spaanse communisten en republikeinen tégen de nationalistische generaals. En ze wilden hen helpen de nationalisten te verslaan. Deze lezing wordt nog waarschijnlijker, als we ons realiseren dat Leon Trotski (1879-1940) de woorden ‘de vijfde colonne’ al eens in de variant ‘het vijfde regiment’ had gebruikt tijdens de Russische Burgeroorlog van 1917-1922.

Maar omgekeerd zijn er ook argumenten om aan te nemen dat Mola of Franco de term ‘de vijfde colonne’ zelf gebruikte. Deze generaals hadden reden om te geloven in de support die ze in Madrid zouden krijgen als ze daar met hun legers zouden aankomen. En als ze dat niet geloofden, konden ze hun republikeinse vijanden bang maken door de term te gebruiken. Wellicht met een preventieve vlucht van de communisten en republikeinen als gevolg.

Later gebruik van ‘de vijfde colonne’

The Fifth Column van Ernest Hemingway
The Fifth Column van Ernest Hemingway
Intellectuelen pakten de term ‘de vijfde colonne’ al snel op, en het begrip werd ook in latere tijden nog vaak uit de kast gehaald. De Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway (1899-1961) bracht in 1938 zijn eerste en enige toneelstuk The Fifth Column uit. Het toneelstuk was gebaseerd op Hemingways ervaringen tijdens zijn verblijf in Madrid in 1937, in Hotel Florida. De titel sloeg op de feitelijke betekenis die de communisten aan de term hadden gegeven: in Madrid zou een vijfde colonne nationalistische verraders actief zijn.

Na de Tweede Wereldoorlog, in 1953 in zijn eerder genoemde proefschrift, gebruikte RIOD-historicus Lou de Jong het begrip De vijfde colonne in de titel. De Jong kwam tot de conclusie dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland geen vijfde colonne van de nazi’s was (anders dan tot die tijd werd verondersteld). Geheime Duitse ondergrondse acties speelden, aldus De Jong, slechts een marginale rol tijdens de bezettingsjaren 1940-1945.

Gedurende de Koude Oorlog nam het Westen de term regelmatig in de mond om te waarschuwen voor infiltratie van de communistische vijand. Zo verscheen het begrip the fifth column op Amerikaanse propagandaposters en gebruikte de Republikeinse senator en communistenhater Joseph McCarthy (1908-1957) dit begrip ook met enige regelmaat.

De cineast Theo van Gogh (1957-2004) – op 2 november 2004 vermoord door een moslimfanaticus – gebruikte ‘de vijfde colonne’ regelmatig in zijn columns om moslims in Nederland mee aan te duiden. Een van zijn uitspraken was, in een bundel van zijn columns uit september 2001 (ik citeer De Volkskrant):

“Er is een vijfde colonne van geitenneukers in dit land, die autochtonen veracht en bespuwt. Ze haten onze vrijheid. En hoewel hun niets in de weg wordt gelegd op materieel of cultureel gebied, is het hun overtuiging dat goddeloos Nederland van de aarde weggevaagd moet worden.”

En in diezelfde bundel:

“Want mede dankzij mij zal de vijfde colonne van de geitenneukers binnenkort in een wanhopige schreeuw om respect uw en mijn kinderen met gifgas, ziektes en atoombommen bestoken. Das logisch, hè?”

Van Goghs geestverwant Pim Fortuyn heeft het begrip ‘de vijfde colonne’ ook gemunt. Een laatste voorbeeld is de burgemeester van Antwerpen Bart de Wever. Hij gebruikt in juli 2016 ‘de vijfde colonne’ om de IS-sympathisanten in België mee te typeren.

Bronnen â–¼

– Wikipedia over De vijfde Colonne.
– Julius Ruiz, The ‘Red Terror’ and the Spanish Civil War. Revolutionary Violence in Madrid (Cambridge: Cambridge University Press, 2014 [Engelse vertaling van Spaanse versie uit 2012]) 185-188.Zie op Google Books.
De Waarheid (13 maart 1951): De Llano was bedenker van ‘de vijfde colonne’.
Lou de Jong, De vijfde colonne (1953; complete pdf).
Bart de Wever over ‘de vijfde colonne’.

×