Dark
Light

Degas en Rodin – Twee geniale kunstenaars die alle regels braken

Expositie Wuppertal
6 minuten leestijd
Rodin in zijn atelier (Dornac, 1898)
Rodin in zijn atelier (Dornac, 1898)

In het Von der Heydt Museum in het Duitse Wuppertal loopt momenteel een expositie over het werk van de Franse beeldhouwers Auguste Rodin en Edgar Degas, twee van de grootste kunstenaars van de Moderne Tijd. Nog nooit eerder werden deze geniale, vernieuwende en rebelse kunstenaars zo uitgebreid naast elkaar geplaatst en bediscussieerd als op deze tentoonstelling.

Zonder deze twee grootheden, die alle bestaande kunst-normen en beeldhouwregels aan hun laars lapten, zou het Modernisme in de beeldhouwkunst totaal ondenkbaar zijn en de combinatie van ritme, vorm, beweging en materie er vandaag anders hebben uitgezien in onze kunst en cultuur. De expositie “Degas & Rodin: giganten der Moderne” loopt nog tot 26 februari 2017.

Achtergrond

Hoewel beide impressionistische beeldhouwers een zeer verschillende achtergrond en opleiding hadden, deelden ze ook veel van dezelfde fascinaties en liefhebberijen.

Degas (1834-1917) kwam uit een aristocratische familie, woonde in het chique 9e arrondissement van Parijs, studeerde enige tijd rechten, kon daarna al vrij snel beginnen aan de prestigieuze École des Beaux-Arts in Parijs en verbleef ook nog aan de beroemde Sorbonne universiteit. Op relatief jeugdige leeftijd maakte hij al verre studiereizen naar Italië en de VS en verbleef enige tijd in België. Op 31-jarige (1865) leeftijd mocht hij al aan de prestigieuze Salon-tentoonstelling deelnemen met zijn werk. Tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 meldde hij zich als vrijwilliger aan bij het leger om deel te nemen aan de strijd. Na deze oorlog zou hij een groot kunstenaar worden.

Degas, zelfportret in zijn bibliotheek, 1895
Degas, zelfportret in zijn bibliotheek, 1895

Rodin (1840-1917) kwam daarentegen uit een relatief arm gezin (arbeidersklasse) dat verbleef in het 5e arrondissement van Parijs. Hij zat op een internaat in Beauvois, studeerde vervolgens aan de Petit Ecole en werd drie keer afgewezen aan de Academie des Beaux Arts (waar Degas wel direct werd aangenomen). Na de dood van zijn zus in 1862 was Rodin zo overstuur en uit het veld geslagen dat hij een tijdje het klooster in ging. De prior van het klooster haalde hem echter over toch door te gaan met beeldhouwen. Eenvoudig was dat echter niet. Rodin werd in 1864 direct afgewezen bij de Salon-expositie met zijn buste van een man met gebroken neus. Elf jaar later lukte het hem wel om zijn werken daar ten toon te stellen.

Degas - Kleine danseres, 1888
Degas – Kleine danseres, 1888
Gedurende de Duits-Franse oorlog moest Rodin in dienst, maar vanwege zijn slechte ogen duurde dat maar kort. Na de oorlog en de Parijse Commune-opstand was hij een tijdje werkloos. Het ging hem in deze periode niet voor de wind. In deze jaren van zijn leven had hij geregeld geldproblemen. Later maakte hij snel naam.

Wat Degas en Rodin gemeenschappelijk hadden was, afgezien van hun fascinatie voor beeldende kunst, is de liefde voor paarden(rennen), danseressen en figuren uit de Demi-monde zoals prostituees, criminelen en andere outsiders. Dat komt in het werk van beide kunstenaars veelvuldig naar voren.

Rodin en Degas kenden elkaar redelijk goed. Ze kwamen elkaar regelmatig tegen in het Franse kunst-milieu van de late negentiende eeuw en respecteerden elkaars werk. Ze benijdden ook elkaars prestaties ondubbelzinnig, zonder afgunstig te worden.

Fotografie

Beiden mannen waren allebei erg geïnteresseerd in het vastleggen van beweging in kunst en cultuur. Fotografie bewees hen een grote dienst bij het vervaardigen van hun kunstwerken en zorgde ervoor dat ze minder gebruik hoefden te maken van dure modellen. De Britse fotograaf Eadweard Muybridge had in 1876 voor het eerst de loop-bewegingen van een paard weten vast te leggen op beeld (chronofotograaf). Dit soort fotografie fascineerde zowel Degas als Rodin zeer. Beide mannen kenden problemen met hun ogen; een grote handicap voor kunstenaars. Ze werkten daarom veel vanuit uit hun herinnering en met de hulp van foto’s, hetgeen uniek werk opleverde dat nu als impressionistisch gelabeld wordt. Beiden waren er niet op uit om hun onderwerpen realistisch weer te geven. Degas’ en Rodin’s modellen mochten daarom ook gewoon rondlopen in de studio. Het ging bij Degas en Rodin tenslotte niet om de realiteit, maar meer om het vangen van de sfeer, de vorm, de natuurlijke beweging, het licht en de sensatie van de objecten.

Schilderij met paarden van de hand van Degas, ca. 1888
Schilderij met paarden van de hand van Degas, ca. 1888

Paarden

Beide heren waren echte paardenliefhebbers. Degas hield van de elegantie der paarden en bestudeerde hun bewegingen nauwgezet. Rodin hield ook van de edele dieren, maar bij hem ging het meer om de heroïek. In het Vond der Heydt museum ziet men zowel van Degas als Rodin anatomische schetsen van paarden met cijfers en kenmerken erbij vermeld.

Danseres uit Cambodja - Rodin, 1906
Danseres uit Cambodja – Rodin, 1906
Ook hun interesse in danseressen deelden ze. Degas zag deze dames vooral in het licht van de erotiek. Hij was op dit gebied klassieker en decenter dan Rodin. Bij Rodin ging het immers meer om de acrobatiek van de danseressen. Bovendien waren zijn beelden vaak erg pornografisch. Rodin’s bordeelscènes lieten wat dat betreft weinig aan de verbeelding over.

Hoewel Degas vooral bekend staat als schilder, wordt in Wuppertal duidelijk dat hij ook een geweldig beeldhouwer was. Voor Rodin geldt dan weer het omgekeerde. Rodin wordt voornamelijk gezien als een groot beeldhouwer, maar kon ook zeer goed schilderen zo blijkt. Echte sculpturalisten waren Degas en Rodin niet. Hun werk bestaat voornamelijk uit zeer levendige plastieken.

Schandalen

Zowel Degas als Rodin zorgden met hun werk ook voor schandalen. Degas’ Dansende meisje van 14-jaar oud, uitgerust met een echt en realistisch Tutu-rokje, werd zeer slecht ontvangen. De critici vonden het beeld er aapachtig en misdadig (prostitutie) uitzien en beschouwden het niet als echte beeldhouwkunst. Het werd gezien als niets meer dan een slecht afgietsel van een origineel. Ook Rodin kreeg te maken met een dergelijke ramp toen hij een beeld van een gewonde en overwonnen soldaat ten toon stelde. Hem werd eveneens verweten dat dit geen beeldhouwkunst was en dat hij slechts een afgietsel van een echt persoon had gerealiseerd.

Hoewel Degas en Rodin min of meer dezelfde vernedering ondergingen op hun vakgebied en vaak als outsiders gezien werden die er niet echt bij hoorden, was hun reactie op deze voorvallen geheel verschillend. Degas was diep geraakt door de kritiek, ging verder als kunstschilder en stelde nooit meer een beeld ten toon. Pas na zijn dood werden zijn beelden als grote kunst beschouwd.

Rodin trok zich daarentegen niks aan van de kritiek, paste zich niet aan en ging gewoon verder met het maken van zijn beeldhouwwerken. Het toont het verschil in karakter aan tussen beide mannen.

Film

Man met gebroken neus - Auguste Rodin, 1864
Man met gebroken neus – Auguste Rodin, 1864
In een indrukwekkende film die vertoond wordt in een museumzaal vlakbij de eigenlijke tentoonstelling worden deze en andere feiten visueel aanschouwelijk gemaakt. Men ziet de directeur van het Von der Heydt museum, Gerhard Finckh, tussen allerlei beroemde beelden van Rodin en Degas lopen en praten over het leven van deze twee grootheden, aangevuld met allerlei (Parijse) sfeerbeelden en wetenswaardigheden over beide kunstenaars en de Moderniteit.

Interessant is om te vernemen dat Rodin in feite een voorloper was van het surrealisme. In zijn werk zette hij namelijk geregeld voorwerpen naast elkaar die niks met elkaar te maken hadden. Dit vervreemdende effect zag men later dikwijls terugkeren in de schilderijen van “echte” surrealisten als Magritte en De Chirico. Frappant dat Rodin zijn tijd al zover vooruit was. In Wuppertal kan men ook enkele voorbeelden aanschouwen van dit naast elkaar plaatsen van zeer verschillende voorwerpen door Rodin. Al bij al een erg boeiende documentaire die de bezoekers veel duidelijk maakt over de achtergronden van Degas en Rodin.

De absolute topstukken van Degas en Rodin zijn ook vertegenwoordigd in het Vond der Heydt museum. Daar staan bijvoorbeeld (kopieën van) Rodin’s beelden Johannes de Doper, de Burgers van Calais, De Denker, De Poorten van de Hel, de Lopende Man en Balzac. Verderop krijgt men dan weer Rodin’s ‘man met de gebroken Neus’ te zien, ook een zeer opmerkelijk beeld. Met dit werk creëerde hij een geheel nieuwe modernistische stijl die voorbij ging aan het realisme en het naturalisme. De beeldhouwkunst zou na dit werk nooit meer het zelfde zijn. Van Degas krijgen we dan weer veel van zijn prachtige schilderijen van paarden en danseressen te zien. Zeer imposant om eens allemaal bij elkaar in het echt te kunnen aanschouwen.

Dansstudie - Rodin, 1911
Dansstudie – Rodin, 1911

Lage Landen

Er zit ook een Belgisch en Nederlands tintje aan de tentoonstelling. Zo krijgt men in het museum te horen dat Rodin een behoorlijk aantal jaren in Brussel woonde en werkte en is er kunst van Rodin en Degas (die ook in België verbleef) te zien die normaal in het Amsterdamse Rijksmuseum en het Rotterdamse Boijmans van Beuningen museum te vinden is. Ook is er werk aanwezig uit het Brussels Wiertz-museum in Brussel.

Rodin werd tijdens zijn verblijf in België behoorlijk beïnvloed door het Belgische landschap en de plaatselijke cultuur. In Wuppertal kan men bijvoorbeeld schilderijen van zijn hand zien waarop Brabantse landschappen en Vlaamse dames zijn afgebeeld. Het modernisme kondigt zich in deze werken al enigszins aan. Dergelijke landschappen waren niet zo aan Degas besteed hoewel hij ze wel heeft afgebeeld in zijn werk. Een paar voorbeelden hiervan hangen ook in het Von der Heydt museum. Rodin en Degas stierven beiden kort na elkaar in hetzelfde jaar 1917.

~ Paul Prillevitz

Boek: Auguste Rodin

De tentoonstelling Degas & Rodin: Giganten der Moderne loopt nog tot 26 februari 2017

×