Dark
Light

Een wereldorkest op de zwartste plek op aarde

De celliste van Auschwitz – Anita Lasker-Wallfisch
4 minuten leestijd
Celliste van Auschwitz, cover
Celliste van Auschwitz, cover
Bij uitgeverij Kok verschijnt 24 november het boek De celliste van Auschwitz, over de oorlogsjaren van Anita Lasker-Wallfisch. In Auschwitz werd ze onderdeel van een vrouwenorkest dat haar een uitvlucht bood in de dagelijkse misère in het vernietigingskamp. Op Historiek een fragment uit het boek over de leider van het orkest, Alma Rosé, die zelf een bijzondere muzikale achtergrond had en haar orkest met harde hand leidde. Ze wilde van de muzikanten die ze had verzameld een wereldorkest maken.


De trotse, bijzondere orkestleidster

Alma Rosé was de leider van de Lagerkapelle (kamporkest) in de ruimste zin van het woord. Het was zonder twijfel een zeer opmerkelijke vrouw. Ze was de dochter van Arnold Rosé, de beroemde violist, die vele jaren leider was geweest van de Wiener Philharmoniker, en ook een zeer bekend kwartet had. Haar moeder was de zuster van Gustav Mahler. Ze had dus een unieke muzikale achtergrond. Alma was zelf een heel goede violiste, maar haar opmerkelijkste kwaliteit was haar krachtige persoonlijkheid. Ze dwong een absoluut respect bij ons af, en naar het zich liet aanzien, ook bij de SS. Haar positie was zonder precedent. Alma was haar leven in Auschwitz begonnen in het beruchte ‘experimentele blok’, Blok 10, waar prof. dr. Carl Clauberg, een gynaecoloog, experimenteerde met sterilisatie. Men ontdekte dat zij een musicus van enig aanzien was en vervolgens werd ze ‘gered’ en kreeg ze de positie toebedeeld die ze bekleedde toen ik haar leerde kennen.

Anita Lasker-Wallfisch als kind. Eigen foto.
Anita Lasker-Wallfisch als kind. Eigen foto.
Als iemand ooit voor een uitdaging gestaan heeft, dan was het Alma – in een ongehoorde situatie en geconfronteerd met een hoogst ongebruikelijke collectie instrumenten die bespeeld werden door een net zo ongebruikelijke groep ‘musici’. De mensen die men met recht musici had kunnen noemen, kon je op de vingers van één hand tellen. Onder de meest bedreven bevonden zich Fania Fénelon (niet te verwarren met Fanny) en Lilly Assayal. Op basis hiervan wilde Alma een echt orkest creëren, waarin alleen de hoogste standaarden aanvaardbaar waren. Het waren de standaarden waarmee zij opgegroeid was en waar ze respect voor had. In de praktijk betekende dit dat Alma vrijwel iedereen noot voor noot moest drillen. Ze wierp zichzelf op deze taak met een hartstocht die belachelijk leek onder de omstandigheden. We moeten niet vergeten dat buiten onze kleine wereld de gaskamers non-stop in bedrijf waren.

Alma was ongenadig strikt en gaf ons zware straffen als we verkeerde noten speelden. Ik herinner me dat ik de vloer van het hele blok moest boenen op mijn knieën omdat ik slecht had gespeeld. Ik was net teruggekeerd van de Revier (de ziekenboeg), waar ik op wonderbaarlijke wijze hersteld was van tyfus. Het was het soort tyfus dat het hele kamp in zijn greep hield, in de volksmond ‘vlektyfus’ geheten. Het werd verspreid door luizen. Als je het geluk had gehad ervan te herstellen, of te ontkomen aan de ‘selectie’ die regelmatig in de Revier werd gemaakt, liet het je enorm verzwakt achter, en doorgaans met tijdelijk een slecht zicht en gehoor. Ik keerde zelf in zo’n betreurenswaardige staat terug naar het Muziekblok en werd prompt gestraft door Alma voor mijn ontoereikendheid.

Ik moet hier op dit punt aan toevoegen dat ik grotendeels bewusteloos was toen ik in de Revier lag, hoewel ik me vaag herinner dat ik een paar SS’ers zag aan mijn voeteneinde, en dat ik iemand hoorde zeggen: ‘Dit is de celliste,’ waarop ze verder liepen. De gebruikelijke procedure voor selecties in de Revier was dat iedereen uit zijn bed werd gejaagd en zich naakt moest opstellen voor degene die de selectie uitvoerde. Je werd goedgekeurd of, aannemelijker, niet goedgekeurd. Ik zou zeker niet zijn goedgekeurd, want ik kon nauwelijks op mijn benen staan.

Ik was dus weer terug in het Muziekblok, speelde niet erg goed, en boende de vloer bij wijze van straf. Ik kan niet zeggen dat ik hierdoor erg dol was op Alma. Eerlijk gezegd was ik woedend en haatte ik haar. Maar hoe vreemd het ook klinkt, ik heb nu niets dan de grootste bewondering voor Alma’s instelling. Ik ben er nog steeds niet zeker van of ze dit met voorbedachten rade deed of instinctief handelde. Maar met deze ijzeren discipline lukte het haar onze aandacht af te leiden van wat er buiten het blok gebeurde, weg van de rokende schoorstenen en de onpeilbare ellende van het leven in het kamp, naar een F die een F# had moeten zijn…

Anita Lasker-Wallfisch. Eigen foto.
Anita Lasker-Wallfisch. Eigen foto.

Misschien was dit haar manier om te proberen geestelijk gezond te blijven. En door ons allemaal te betrekken bij haar gedreven nastreven van perfectie in onze uitvoeringen van de rommel die we speelden, kan ze heel goed behulpzaam zijn geweest bij het behouden van onze eigen geestelijke gezondheid. Er is geen twijfel aan dat we Alma enorm veel dank verschuldigd zijn. Middelmatigheid werd door haar niet getolereerd, en de hoogste lof die ze kon geven als we iets goed speelden, was: ‘Dit was goed genoeg geweest om aan mijn vader te laten horen…’ Ze sprak vaak over haar vader en zei ons herhaaldelijk dat, mocht iemand van ons overleven, we hem moesten opzoeken en vertellen over het orkest. Ik ben blij dat ik haar wens heb kunnen vervullen. Ik zag Arnold Rosé toen ik naar Londen kwam en we spraken over Alma. Kort daarop overleed hij.

De celliste van Auschwitz, cover
De celliste van Auschwitz – Anita Lasker-Wallfisch
Ze schatte haar eigen overlevingskansen duidelijk niet erg hoog in, ondanks haar relatief bevoorrechte positie. Haar disciplinaire houding jegens ons was nooit ingegeven door angst voor de SS, of voor grimmige gevolgen als we niet zo goed speelden als we hadden moeten doen. Ze was een trotse vrouw, afstandelijk en erg statig, ongeacht of ze met ons te maken had of met de SS. Ik ben er zeker van dat ze zeer gerespecteerd werd, zelfs door de SS.

Behalve dat we tweemaal per dag naar de kamppoort gingen, hadden we ook nog andere taken. Vrijwel elke zondag ‘gaven we concerten’, geloof het of niet; soms in de open lucht, tussen de A- en B-kampen, of in de Revier. Ook moesten we altijd klaarstaan om voor welke SS’ers dan ook te spelen die in ons blok kwamen voor licht vertier na het uitputtende werk om te besluiten wie er mocht blijven leven en wie er dood moest. Het was tijdens zo’n gelegenheid dat ik Schumanns Träumerei speelde voor dr. Mengele.

~ Anita Lasker-Wallfisch

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Ruim 50.000 geschiedenisliefhebbers ontvangen wekelijks onze gratis nieuwsbrief.

Meld u ook aan

×