Dark
Light

Het Egmontpaleis in Brussel

Auteur:
3 minuten leestijd
Egmontpaleis - cc
Egmontpaleis - cc

Dit statige stadspaleis in de Wolstraat nabij de Brusselse Kleine Zavel was ooit de residentie van invloedrijke adellijke families. Hoewel het gebouw met zijn indrukwekkende tuin in de loop der tijden tal van renovaties onderging, blijft het nog steeds tot de verbeelding spreken. Een kennismaking:

Hoe het begon

Lamoraal van Egmont
Lamoraal van Egmont
De eigenlijke geschiedenis van het Egmontpaleis begint in 1548. In dat jaar koopt de prinses van Gavere, Françoise van Luxemburg (1495-1557), een rij huizen op in het Brusselse die ze laat slopen om er vervolgens een stadsresidentie te laten optrekken. Het is uiteindelijk haar zoon, Lamoraal van Egmont (1522-1568), tweede kind uit haar huwelijk met de graaf van Egmont, Jan IV (1499-1528), die de werken aan het paleis zal voortzetten en er zijn naam aan geeft.

De onfortuinlijke Lamoraal

In 1564 is het paleis vrijwel volledig afgewerkt in een voornamelijk Vlaamse renaissancestijl en wordt het met de nodige luister plechtig ingehuldigd. Lang heeft Lamoraal niet kunnen genieten van zijn Brusselse residentie. Verwikkeld in vermeende politieke intriges met andere edellieden waaronder Willem van Oranje wordt hij in 1567 valselijk beschuldigd van hoogverraad en op bevel van de Spaanse koning Filips II gearresteerd en opgesloten. Op vier juni 1568 wordt Lamoraal, vierde graaf van Egmont en ridder in de Orde van het Gulden Vlies door de Raad van Beroerte ingesteld door de hertog van Alva, Fernando Alvarez de Toledo (1507-1582) ter dood veroordeeld. De daaropvolgende dag wordt hij samen met de graaf van Hoorn, Filips van Montmorency, publiekelijk onthoofd op de Brusselse Grote Markt (1).

Egmontpaleis - cc
Egmontpaleis – cc

De hertog van Arenberg

Begin achttiende eeuw huwt Leopold Filips van Arenberg (1690-1754), hertog van Arenberg (2), met Maria Clara, de dochter van Lodewijk Filips van Egmont en verwerft zo de vroegere residentie van de graven van Egmont. Vrij snel nadien geeft hij opdracht aan de vermaarde Florentijnse architect Jean-Nicolas Servandoni (1695-1766) om het paleis ingrijpend te verfraaien. Zo werd het ereplein, afgesloten met een monumentaal portiek, samen met de hoofd- en rechtervleugel gerestaureerd in een neoclassicistische stijl.

De daaropvolgende jaren

In 1853 voegde de Belgische architect Tielemans-Franciscus Suys (1783-1861) aan de linkervleugel een manege en stallingen toe. Tegen het einde van de negentiende eeuw vernielde een hevige brand de volledige rechtervleugel van het gebouw. De heropbouw ervan gebeurde volgens de plannen van de Brusselse architect Octave Flanneau (1860-1937). Aansluitend gaf de landschapsarchitect Edmond Galopin (1851-1919) de tuin zijn huidig uitzicht. Met een oppervlakte van anderhalve hectare kan men echter beter spreken van een park. In deze groene oase kan de wandelaar enkele bijzondere beelden en monumenten bewonderen. Zo is er de kopie van een sculptuur dat de bekende Britse beeldhouwer George Frampton (1860-1928) maakte en Peter Pan voorstelt (3).

Enigszins vooraan in het park is er het standbeeld van de in Brussel geboren veldmaarschalk prins Charles-Joseph de Ligne (1735-1814) wiens militair talent tot uiting kwam tijdens de Russisch-Turkse oorlog van 1787 tot 1792. Maar het meest merkwaardige bouwwerk is ongetwijfeld een vijftiende-eeuws stenen waterreservoir dat onder de Brusselaars bekend staat als ‘de Groote Pollepel’. Het achthoekig bouwsel speelde in de middeleeuwen een belangrijke rol in de watervoorziening van de stad.

‘Groote Pollepel’ - cc
‘Groote Pollepel’ – cc

Een bijzondere herbestemming

In 1918 wordt het Egmontpaleis van de Arenbergs eigendom van de stad Brussel die het enkele decennia later doorverkoopt aan de Belgische Staat.

Tussen 1966 en 1971 wordt het gebouw opnieuw grondig gerenoveerd waarna het overgedragen wordt aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Sindsdien fungeert het paleis als locatie voor de ontvangst van staatshoofden, het organiseren van internationale congressen, seminaries en colloquia. Met de installatie begin eenentwintigste eeuw van een kinderdagverblijf in de vroegere stallen kreeg het gebouw er zo een sociale dimensie bovenop.

~ Rudi Schrever

Brusselse stadsgids
Rondleidingen op aanvraag
e-mail: [email protected]

Voetnoten
(1) Centraal in het plantsoen van de Kleine Zavel staat het imposante standbeeld van de graven Egmont en Hoorn. Het monument, gemaakt in 1864 door de beeldhouwer Charles Auguste Fraikin (1817-1893) stond voordien op de Brusselse Grote Markt maar werd in 1879 naar zijn huidige locatie verplaatst.
(2) Het adellijk geslacht van de Arenbergs heeft zijn roots in de Duitse Eifel. Lodewijk Filips was zeker niet de eerste de beste. Ridder in de Orde van het Gulden Vlies voerde hij naast de titel van hertog van Arenberg ook nog deze van prins van Porcéan, graaf van Seneghem, baron van Zevenberg en grootbaljuw van Henegouwen. Voorts was hij militair opperbevelhebber van de Oostenrijkse Nederlanden. In zijn laatste levensjaren verwierf hij eveneens naambekendheid als ervaren diplomaat.
(3) Het originele beeld is te zien in Kessington Garden te Londen.

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schrijft Rudi Schrever al verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen. Verder is hij bestuurslid van de Geschied- en Heemkundige kring van de Brusselse deelgemeente Laken. [email protected]

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×