Dark
Light

Het spoor van twee Alpinisten: Oostenrijkse spoorwegaffiches rond 1910

5 minuten leestijd
Affiches Gustav Jahn en Otto Bart en schilderij otto Barth, ca. 1905
Affiches Gustav Jahn en Otto Bart en schilderij otto Barth, ca. 1905

Twee bevriende bergschilders, zelf actief alpinist en skiër, brachten het Oostenrijkse spoorwegaffiche naar de twintigste eeuw. Eerder stonden affiches nog propvol prenten of pompeuze personificaties van stad of streek. In navolging van de Franse Hugo d’Alesi maakten Gustav Jahn en Otto Barth affiches met eigentijdse landschapskunst.

Otto Barth (staand) en Gustav Jahn op de Großglockner, 1904
Otto Barth (staand) en Gustav Jahn op de Großglockner, 1904
De Oostenrijkse spoorwegen kozen met deze schilders voor het landschap als hoofdmotief en niet het vervoermiddel zelf. De affiches wierven binnen- en buitenlandse toeristen voor de nieuw geopende Alpenbahnen, maar hadden ook een verbindende, educatieve functie: ze maakten passanten op de Weense stations vertrouwd met alle uithoeken van het toenmalige Oostenrijk.

Gustav Jahn

Gustav Jahn werd in 1879 in Wenen geboren. Op zijn 16e werd hij toegelaten tot de Weense Academie voor Beeldende Kunsten. Jahn specialiseerde zich in berglandschappen en alpenscènes. Al tijdens zijn studie illustreerde hij verkoopcatalogi van het Weense bergsporthuis Mizzi Langer. Zijn werken verschenen als tijdschriftillustraties, ansichtkaarten, schoolplaten en affiches.

Jahns grootste passie was bergbeklimmen. Hij heeft een aantal eerste beklimmingen van steile bergwanden op zijn naam staan. Jahn was ook een prijswinnend langlaufer en skispringer.

Otto Barth

Geboren in Wenen in 1876, was Barth in zijn jeugd zwak en ziek. Een intensieve behandeling in de bergen zou hem er bovenop hebben geholpen en bovendien de bergliefde hebben bijgebracht. Hij bezocht een tekenschool en vervolgens de Weense kunstacademie, waar hij Gustav Jahn ontmoette. Ze ondernamen samen vele beklimmingen.

Tijdgenoten beschreven de bevriende schilders als heel verschillend: Jahn een impulsief natuurmens en Barth als iemand met een sombere kant, tobbend over zijn schildertechniek. Barths werk kent dan ook een lichte melancholie die bij Jahn ontbreekt. Naast schilderijen maakte hij boekillustraties, affiches, muurschilderingen en tegeltableaus, zoals in station Salzburg.

Affiche Südbahn-hotel door Gustav Jahn, 1904
Affiche Südbahn-hotel door Gustav Jahn, 1904
Südbahn

Het oudst bekende affiche van Gustav Jahn dateert uit 1904 en heeft het iconische Südbahnhotel als onderwerp. De Südbahn was in 1859 geopend als verbinding tussen Wenen en de toen nog Oostenrijkse havenstad Triëst. Het meest spectaculaire onderdeel was de Semmeringspoorlijn. De private Südbahngesellschaft zou pas in 1923 genationaliseerd worden.

Om het toerisme te stimuleren opende in 1882 het luxe Südbahnhotel in Semmering. In 1903 werd het ingrijpend vernieuwd in chaletstijl. Gustav Jahn leverde een aantal schilderijen met Alpengezichten voor in de hal, wellicht de aanleiding hem ook een affiche te laten maken.

Affiche Ragusa (Dubrovnik) door Gustav Jahn, 1907
Affiche Ragusa (Dubrovnik) door Gustav Jahn, 1907
Dalmatië

Jahn maakte ook schilderijen voor in het Weense Südbahnhof, niet alleen van Semmering maar ook van Ragusa (Dubrovnik), destijds deel van het Oostenrijkse kroonland Dalmatië. De Dalmatische kust was bereikbaar vanuit Triëst, eindpunt van de Südbahn.

In 1907 maakte Jahn een affiche van Ragusa, echter niet voor de Südbahn. De Staatsspoorwegen hadden inmiddels een eigen verbinding met Triëst gerealiseerd via de Neue Alpenbahnen, aanleiding voor Jahns opdracht voor een reeks affiches.

Affiche Hohe Tauern door Gustav Jahn, 1907
Affiche Hohe Tauern door Gustav Jahn, 1907
Hohe Tauern

De k.k. Staatsbahnen werden Jahns belangrijkste opdrachtgever. Voor de wereldexpositie van 1904 in St. Louis had hij al een serie schilderingen gemaakt, die later in het Weense Westbahnhof kwamen te hangen.

In 1907 ontwierp Jahn een reeks affiches, onder andere voor het bekende berggebied de Hohe Tauern. In aansluiting op de Westbahn uit Wenen waren de Hohe Tauer sinds 1875 bereikbaar via de Salzburg-Tiroler-Bahn.

Gustav Jahn gaf de hoofdrol op z’n affiche logischerwijs aan de Großglockner, met 3798 meter de hoogste berg van Oostenrijk. Aan de voet van de berg sterkt zich de Pasterze-gletsjer uit.

Een verwant affiche heeft Zell am See als onderwerp, rond die tijd ook in opkomst als wintersportplaats. Met het oog op buitenlandse toeristen toont het routekaartje internationale verbindingen tot Londen aan toe. De affiches verschenen in het Duits, Frans en Engels.

Affiche Arlberg door Gustav Jahn, 1907
Affiche Arlberg door Gustav Jahn, 1907
Arlberg

De Arbergspoorlijn, geopend in 1884, maakte met z’n goede westelijke verbindingen internationaal wintersporttoerisme mogelijk in het Arlberggebied. Eind 19e eeuw ontstaan in het Zwitserse Sankt-Moritz als manier om ook ’s winters buitenlandse toeristen te trekken, slaagde Oostenrijk hier na 1900 ook in — mede dankzij de affiches van Gustav Jahn.

Al in 1894 vond in Kitzbühel de eerste skiwedstrijd plaats. In Sankt Anton, aan de voet van de Arlbergpas, werd in 1901 de Ski-Club Arlberg opgericht. Vanaf 1907 ontwikkelde skileraar Hannes Schneider hier met de Arlbergtechnik het moderne skiën. Wintersport was nog voor de elite, zo blijkt uit het aantal van 328 hotelbedden in Sankt Anton in 1910.

Affiche Salzkammergut door Otto Barth, ca. 1910
Affiche Salzkammergut door Otto Barth, ca. 1910
Salzkammergut

Rond 1910 ging ook Jahns vriend en collega Otto Barth affiches maken voor de Staatsspoorwegen. Zijn affiche voor wintersport in het Salzkammergut toont de skischans van Mitterndorf, per spoor bereikbaar via de Salzkammergutbahn.

Waar Jahn op de Jugendstil geïnspireerde florale omlijstingen gebruikte, paste Barth op zijn affiches strakke geometrische motieven toe in navolging van de Wiener Werkstätte.

Affiche Tauern Express door Otto Barth, 1911
Affiche Tauern Express door Otto Barth, 1911
Tauernbahn

De 82 km lange Tauernbahn, gereedgekomen in 1909, vormde het sluitstuk van de Neue Alpenbahnen, een nieuwe noord-zuidverbinding van Wenen naar Triëst. Vanaf 1911 verbond een rechtstreekse trein Parijs — via München — over de Tauernbahn met Triëst.

Het fraaie affiche van Otto Barth toont bovenaan een panorama van Parijs en in het midden het Dösenbach-viadukt bij Mallnitz. Onderaan zijn, aan weerszijden van het routekaartje, de havenstad Triëst en de Egyptische piramides afgebeeld. De Tauern Express bood namelijk in Triëst aansluiting op schepen van de Oostenrijkse Lloyd naar Egypte.

Affiche Wocheiner Bahn door Otto Barth, 1908
Affiche Wocheiner Bahn door Otto Barth, 1908
Wocheiner Bahn

De Neue Alpenbahnen, vanaf 1901 door de Oostenrijkse Staatsspoorwegen aangelegd als een betere noord-zuidverbinding, omvatten behalve de Tauernbahn ook de aansluitende Karawanken- en Wocheiner Bahn.

De Karawankenbahn naar Villach en Klagenfurt werd in 1906 geopend. De Wocheiner Bahn, die kort daarna gereed kwam, voerde van Aßling (het tegenwoordige Sloveense Jesenice) naar Görz (Gorizia in het huidige Italië). De spoorlijn van Görz naar Triest bestond al langer.

Het typografisch moderne affiche van Otto Barth voor de Wocheiner Bahn uit 1908 laat het Val Canale (Kanaltal) zien. Dit dal was destijds nog deel van Karinthië, tegenwoordig van de Italiaanse provincie Udine.

Affiche Sudeten door Otto Barth, ca. 1910
Affiche Sudeten door Otto Barth, ca. 1910
Sudeten

De affiches die Jahn en Barth ontwierpen voor de k.k. Staatsbahnen bestreken het hele toenmalige Oostenrijk — van Dalmatië en Krain (Slovenië) in het zuiden tot de Bohemen (Tsjechië) in het noorden.

Het Sudetenland, dat tussen de Bohemen en Duitsland lag en waar vooral Duitstaligen woonden, werd in 1910 geafficheerd door Otto Barth. Hoofdmotief vormde de top van het Altvatergebirge (Praděd) met de net gebouwde stenen uitkijktoren. De uitsnede is gedurfd en net als bij Barths andere affiches schatplichtig aan de fotografie. De geblokte rand en de belettering zijn ook bijzonder.

Oorlog en overlijden

Gustav Jahn en Otto Barth zijn beiden jong overleden in de jaren rond de Eerste Wereldoorlog, maar niet als gevolg daarvan. Jahn was tijdens de oorlog vanwege zijn bergkennis instructie-officier aan de Alpine legerschool in de Dolomieten.

Otto Barth, sinds het begin van de oorlog luitenant in een administratieve functie, stierf in 1916 op 39-jarige leeftijd in het Militair Hospitaal te Wenen aan een hersenziekte.

Gustav Jahn kwam in 1919 om het leven tijdens het beoefenen van zijn grote passie. Hij maakte een val van 500 meter bij het bestijgen van de Ödsteinkante in de Gesäuse.

In het bergmassief Rax in Neder-Oostenrijk herinnert nog altijd de zogenaamde ‘Malersteig’ (schildersklim) aan de beide schilders, die deze in 1901 voor het eerst samen bestegen.

Uitgebreide versie van dit artikel met veel beeldmateriaal op retours, digitaal magazine over spoorweghistorie en design

Retours

×