Dark
Light

De Hongerwinter van 1944-1945

De barre laatste oorlogswinter
Auteur:
7 minuten leestijd
Twee vrouwen op hongertocht tijdens de Hongerwinter (cc - Nationaal Archief)
Twee vrouwen op hongertocht tijdens de Hongerwinter (cc - Nationaal Archief)

Met name in het westen van Nederland werd tijdens de laatste oorlogswinter, die van 1944-45, grote honger geleden. Naar schatting twintigduizend mensen kwamen om door honger en kou. De barre oorlogswinter kwam bekend te staan als de Hongerwinter.

Spoorwegstaking
Oorkonde voor deelname aan spoorwegstaking
In de zomer van 1944 was er nog een jubelstemming door het land gegaan. Na de landing in Normandië, D-Day, rukten de geallieerden in hoog tempo op en leek de bevrijding aanstaande. De verhalen over het naderende einde van de oorlog, waren zo hardnekkig dat tijdens Dolle Dinsdag (5 september 1944) duizenden NSB’ers alvast de benen namen, in de hoop hun hachje te redden. De oorlog zou echter nog een hele lange, zware winter voortduren.

Spoorwegstaking

Om de nazi’s tegen te werken werd in september 1944 vanuit Londen opgeroepen tot een grote spoorwegstaking. Ruim dertigduizend mannen gaven gehoor aan de oproep die via Radio Oranje was verspreid. Hierdoor kwam ook het transport van steenkool, vanuit Zuid-Limburg stil te liggen. Arthur Seyss-Inquart (1892-1946), de Rijkscommissaris van Nederland, was woedend en stelde een strafmaatregel in. Alle voedseltransporten per schip werden stilgelegd. Aangezien het vervoer over de weg vanwege benzinetekort al langer stillag, had deze maatregel zeer grote gevolgen. Het werd al snel duidelijk dat veel Nederlanders in de aankomende winter honger zouden gaan lijden.

De sfeer in het bezette Nederland werd in deze periode steeds grimmiger. Door het vertrek van veel NSB’ers lapten steeds meer inwoners de samenscholingsverboden aan hun laars. En het verzet werd harder, waarop de bezetter weer reageerde met zwaardere represaille-maatregelen. Stakers werden zwaar gestraft en willekeurige executies waren aan de orde van de dag. In Putten werden na een gewapende aanslag van het verzet in oktober 1944 alle mannen weggevoerd.

Voedselbonnen uit de Tweede Wereldoorlog - cc
Voedselbonnen uit de Tweede Wereldoorlog (CC BY 2.5 – Svdmolen – wiki)

Tekorten

In de loop van de oorlog waren tekorten ontstaan. Steeds meer producten kwamen ‘op de bon’, waardoor ze alleen nog te verkrijgen waren met voedselbonnen die verstrekt werden door de overheid. Ook suiker kwam op de bon, net als boter, vlees en vis. En echte koffie was een luxe die de meeste mensen zich niet meer konden veroorloven. Daarom schonk men veelal surrogaatkoffie.

In de loop van 1944 werd het steeds erger. In augustus werd de gasvoorziening stopgezet, waardoor men niet meer kon koken op het fornuis. In oktober hield ook de elektriciteit ermee op.

Nat en koud

Arthur Seyss-Inquart
Arthur Seyss-Inquart
De winter van 1944 bleek letterlijk en figuurlijk hard. Terwijl men aan vrijwel alles gebrek had, was november met twintig regendagen extreem kil en nat. Met alle macht probeerde men het in huis nog warm te houden, maar dat was niet eenvoudig. Veel stedelingen profiteerden wel van de verduistering die door de bezetter was ingesteld. ’s Nachts was het hierdoor buiten zeer donker, waardoor men in parken en plantsoenen vaak ongezien illegaal bomen kon kappen (en snel in het donker kon verdwijnen als men toch werd gesnapt). Het Nieuws van de Dag schatte in maart 1945 dat zo’n 20.000 van de 34.000 bomen in Amsterdam tijdens de winter in de kachels waren beland. Ook werd veel hout gesloopt uit leegstaande huizen van weggevoerde Joden. Zoldervloeren, trapleuningen, deuren, kozijnen: alles wat kon branden was waardevol. Koken kon alleen nog bij kleine noodkacheltjes.

Vorst

Na de troosteloze en gure novembermaand trad in december de vorst in. Die zou twee maanden aanhouden. Toen duidelijk werd dat een echte hongersnood aanstaande was, besloot Seyss-Inquart het voedselvervoer over het IJsselmeer weer toe te staan. Vanuit het platteland kon zo, was het idee, toch weer wat voedsel naar de hongerende bevolking in het westen van het land worden gebracht. De schippers aarzelden aanvankelijk om de voedseltransporten over water op te starten, uit angst voor handlangers van de bezetter die het voedsel in beslag konden nemen. Na een garantie van de Rijkscommissaris dat vervoer veilig was, gingen de schippers toch aan de slag. Maar het was eigenlijk te laat. De aanhoudende vorst maakte het varen over het IJsselmeer rond Kerst al onmogelijk. De ijslaag was simpelweg te dik voor de schepen om doorheen te varen.

Kinderen roven houtblokjes van tussen de tramrails (wiki - Nationaal Archief)
Kinderen roven houtblokjes van tussen de tramrails (wiki – Nationaal Archief)

Het voedsel werd in de hongerende gebieden zo alsmaar schaarser en slechter. Winkels gingen suikerbieten en tulpenbollen verkopen ter vervanging van aardappels. De meeste mensen waren aangewezen op gaarkeukens. Wim Zaal, die als negenjarig kind de Hongerwinter meemaakte, publiceerde onlangs een boek over de barre oorlogswinter. Over het voedsel dat hij kreeg, schrijft hij:

“Alles was waterig, de stamppot (meestal hutspot), het peulvruchtensop (alleen door de rondzwemmende zwarte naadjes herkenbaar als bijvoorbeeld capucijnersoep), geweekte koolstronken of schillensoep. Daarvoor waren ongeschilde aardappelen in stukken gehakt en in water gekieperd. Het meelachtige deel was daarin opgelost, zodat je alleen de schillen waarnam. Geen enkel gerecht bevatte ook maar een grammetje vlees.”

Ruilhandel

De Noord-Ooster, 03-03-1945 (Delpher)
De Noord-Ooster, 03-03-1945 (Delpher)

Hongertochten

De uitgereikte distributiebonen waren bij lange na niet voldoende voor de hongerende bevolking. Wim Zaal:

“Het aantal calorieën dat de mens dagelijks nodig heeft ontving hij op zijn distributiebonnen per week. De stadsbewoners begrepen al gauw: zij moesten de boer op!”

Dagelijks vertrokken er inwoners uit de stad, in de hoop om daarbuiten bij boeren voedsel te kunnen ruilen. Vaak waren het vrouwen, die er alleen voor stonden doordat hun mannen tijdens razzia’s waren opgepakt en te werk waren gesteld in Duitsland. Ook kinderen ondernamen hongertochten, met karren en fietsen met houten velgen. Zaal:

“Niet honderden ondernamen zo’n hongertocht, het waren er honderdduizenden. Een sprinkhanenzwerm die alles kaalvrat, klaagden de landlui, terwijl de hongeraars juist op de hardvochtigheid van de polderboeren afgaven.”

Hongertocht tijdens de Hongerwinter (cc - Nationaal Archief - Spaarnestad)
Hongertocht tijdens de Hongerwinter (cc – Nationaal Archief – Spaarnestad)

Over deze hongertochten tijdens de Hongerwinter zijn veel hartverscheurende verhalen bekend. Soms reden moeders vanuit de Randstad helemaal naar Utrecht of de Randstad voor een beetje melk. De vijftienjarige Harm Tijssen hield in zijn dagboek bij hoeveel westerlingen er langskwamen en hoe ze werden behandeld:

“De hongertochten gaan onverminderd door. Onafzienbare stromen van handwagens, sportkarren, kinderwagens en allerlei soorten vehikels. Vrouwen, die ervoor trekken, erachter duwen, ernaast lopen… of erin zitten, omdat ze niet verder kunnen. Een werkelijk gevoelig mens piekert zich dood over al deze voortstrompelende, oververmoeide medeburgers. Het is, zoals die meneer vanmorgen tegen me zei, toen hij wat sigarettenpapier kocht: “Als je er teveel over nadenkt, ga je er aan kapot.” De Oorlog, Ad van Liempt

Evacuaties

Voor ondervoede kinderen werden evacuaties en reddingsoperaties opgezet. In de eerste maanden van 1945 werden ongeveer 40.000 stadskinderen naar Overijssel, Friesland, Groningen en Drenthe geëvacueerd. Daar was nog wel genoeg te eten. Transportmiddelen waren nauwelijks voorhanden. Met vrachtschepen, maar ook autobussen, vrachtwagens, treinen en soms zelfs lopend of fietsend vertrokken de kinderen ‘naar de boeren’. De magere stadskinderen werden na aankomst opgenomen in pleeggezinnen.

Operatie Manna: het einde van Hongerwinter

De Hongerwinter duurde van oktober 1944 tot april 1945. Hoeveel slachtoffers er precies vielen is niet bekend. De meeste schattingen houden het op circa 20.000. Vooral ouderen en alleenstaanden, mensen zonder sociaal netwerk, bezweken. Zij hadden niemand die een hongertocht voor hen kon ondernemen.

Eind april kwam er eindelijk verlichting. Na overleg met de Duitsers mochten er voedseldroppings worden gehouden boven Nederland. Engelse en Amerikaanse bommenwerpers vlogen hierop naar het westen van Nederland en dropten ladingen voedsel. In negen dagen viel er 11.000 ton voedsel uit de hemel. De operatie kwam bekend te staan als Operatie Manna, een verwijzing naar het Bijbelse manna waarmee God het Joodse volk na de uittocht uit Egypte voedde.

Een Amerikaanse bommenwerper dropt voedsel boven Schiphol - cc
Een Amerikaanse bommenwerper dropt voedsel boven Schiphol – cc

Gevolgen

Na de oorlog was er lang weinig aandacht voor de overlevenden van de Hongerwinter. Iedereen had het zwaar gehad. En nu was de tijd aangebroken om vooruit te kijken en het leven weer op te bouwen. De oorlogwinter werkte wel ondertussen wel lang door. Enkele jaren geleden deed het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam onderzoek naar de gezondheidstoestand van kinderen die tijdens de Hongerwinter van 1944-1945 werden verwekt. Veel van deze kinderen bleken blijvend negatieve gevolgen te hebben ondervonden van de ondervoeding van hun moeder. Het medisch centrum:

“De effecten zijn groot: mensen die verwekt zijn tijdens de Hongerwinter – en dus zijn blootgesteld aan ondervoeding op het moment dat alle organen werden aangelegd – blijken op volwassen leeftijd twee keer zo vaak een hartinfarct te hebben gehad en zelfs vier keer vaker borstkanker. Je zou dus kunnen zeggen dat je niet alleen bent wat je eet, maar vooral ook wat je moeder at.”

Bittere ervaring

Wim Zaal denkt in het nawoord van zijn boek als volgt terug aan de Hongerwinter:

“Om te overleven heb je vier dingen nodig: een dak boven je hoofd, vuur in de kachel, eten op je bord en vrijheid. Immers, niet alleen het lichaam wil ademen, ook de geest. De mens leeft niet bij brood alleen.

Alles wat boven die vier dingen uitgaat is luxe. Je raakt aan die luxe gewend, je gaat hem vanzelfsprekend vinden; maar op de beslissende momenten in je leven, als je voor ingrijpende keuzes komt te staan, dan dringt die grote les zich aan je op, dan kies je voor soberheid en vrijheid. Op zo’n moment vind je steun in de bittere ervaring van die winter, ook al is hij in je dagelijks leven verschrompeld tot een handvol anekdoten.”

Boek: De Hongerwinter

Korte video over de Hongerwinter:

Bronnen

– De Hongerwinter – Wim Zaal (2017)
– De Oorlog – Ad van Liempt
– De Bezetting – Loe de Jong
×