Dark
Light

Joseph Goebbels gepest vanwege klompvoet

De kwade genius van Adolf Hitler
Auteur:
5 minuten leestijd
Joseph Goebbels, propagandaminister in nazi-Diutsland
Joseph Goebbels

Joseph Goebbels (1897-1945), minister van Volksvoorlichting en Propaganda, was een centrale spil in het nazinetwerk rond Adolf Hitler. Hij was een rasechte antisemiet en een van de trouwste nazi’s. In 2012 verscheen bij uitgeverij Ad Donker een vertaling van een uitstekende Deense biografie van Goebbels. De biografie is kritisch, maar nuanceert ook en geeft naast een analyse van Goebbels als staatsman inzicht in zijn karakter.

Ludwig Stumfegger. Bron: Wikipedia
HistoriekLudwig Stumfegger. Bron: Wikipedia
De levensbeschrijving is van de hand van Karl Christian Lammers (1943), docent aan de Universiteit van Kopenhagen, en getiteld Joseph Goebbels. De kwade genius van Adolf Hitler (uitgeverij Ad Donker, 2012).

Lammers schetst Goebbels als een van Hitlers meest loyale nazi’s, die heilig in het nationaalsocialisme geloofde en Hitler tot de laatste snik trouw bleef. Dat bleek met name uit zijn levenseinde in mei 1945. Samen met zijn vrouw en kinderen was Joseph in april van het laatste oorlogsjaar ingetrokken bij ‘oom Adolf’ in de Führerbunker en besloten ze uiteindelijk om samen met hun idool te sterven. Op 1 mei 1945 – een dag na de zelfmoord van Adolf Hitler en Eva Braun – kozen Joseph en Magda Goebbels dezelfde weg. Eerst lieten ze hun zes kinderen (in de leeftijd van vier tot dertien jaar) met blauwzuur vermoorden door Hitlers lijfarts Ludwig Stumfegger (1910-1945), waarna ze zichzelf op dezelfde manier van het leven benamen, gevolgd door een genadeshot van een SS-ordonnans.

Goebbels schiep Adolf Hitler

Over Goebbels is slechts een handjevol biografieën geschreven, zo meldt Lammers in de inleiding. Dat is opmerkelijk, want de historische rol die Goebbels heeft gespeeld in de geschiedenis van de twintigste eeuw, is van betekenis:

“Goebbels’ grote historische belang is vooral terug te voeren op zijn cruciale bijdrage aan het moderne gezicht dat hij het nationaalsocialisme gaf, waardoor het lange tijd superieur was aan zijn tegenstanders: hij schiep Adolf Hitler. Hij was de bedenker van het beeld van Hitler als leider, als Führer, een beeld dat een belangrijke rol speelde bij Hitlers verovering van de macht in Duitsland. Met de Führermythe creëerde Goebbels een geniale en effectieve spin. In 1941 noemde hij als een van zijn belangrijkste verdiensten dat hij met deze mythe de lijm had gemaakt die de Duitsers met het nazisme verbond.” (11)

De door Goebbels gecreëerde Führermythe verklaart natuurlijk niet het nationaalsocialisme als verschijnsel, maar vormde wel een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van dit politieke systeem na 1933.

In de biografie besteedt Lammers vooral aandacht aan Goebbels als politicus en aan zijn persoonlijkheid. Lammers maakt duidelijk dat hij een gecompliceerd man was, die veel aspecten in één persoon verenigde. Hij was antisemitisch, anticommunistisch, antidemocratisch, een man met een manisch-erotische behoefte aan vrouwen, met een enorme geldingsdrang, humoristisch en scherp, maar ook rusteloos, cynisch en als het nodig was uiterst charmant en manipulatief.

Klompvoet en beste beentje voor

Briefkaart met afbeelding van Joseph Goebbels, ca.1942
Briefkaart met afbeelding van Joseph Goebbels, ca.1942
Goebbels groeide op in Rheydt, een industriestad nabij Mönchengladbach in de Pruisische provincie Rijnland. In zijn eigen dagboek, de zogenoemde Erinnerungsblätter die Joseph begin jaren 1920 schreef, keek hij vol zelfmedelijden terug op zijn jeugd. Vanwege het feit dat Joseph een klompvoet had, voelde hij zich vaak buitengesloten op school. Joseph zelf en zijn streng katholieke familie zagen de klompvoet van het kleine manneke Joseph als een rechtstreekse straf van God, gericht op de familie Goebbels. Deze handicap – naast het feit dat Joseph een mager, gammel lichaam had en een enigszins misvormd hoofd – leidde ertoe dat Joseph zijn beste beentje voorzette, ter compensatie van zijn fysieke zwakte:

“Zijn handicap leidde tot een behoefte aan erkenning en compensatie, zo niet overcompensatie, op andere terreinen. Eerst geestelijk en intellectueel en later in politiek en macht. Zijn minderwaardigheidscomplex was de drijfkracht achter zijn eerzucht en zijn behoefte om zich te laten zien. Maar het bracht ook een neiging tot cynisme en misantropie, die tot uitdrukking kwamen in de term canaille Mensch [gemeen mens], een begrip dat Goebbels vaak gebruikte. Deze neiging bleek al in zijn jeugd.” (24)

Ondanks Josephs mismaaktheid en het geklier dat hij vanwege zijn uiterlijk moest incasseren, was er wel respect voor Josephs gevatheid en zijn fijnzinnige humor. Intellectueel was hij zijn klasgenoten ruimschoots de baas: Joseph Goebbels was de beste leerling van de klas.

Promotie en werkloosheid

In 1921 promoveerde de intellectueel Joseph Goebbels aan de Universiteit van Heidelberg op een dissertatie over de katholieke toneelschrijver Wilhelm von Schütz (1776-1847). Als begeleider koos hij een Joodse professor, dus op dit moment was Joseph nog niet overtuigd antisemitisch. Goebbels’ proefschrift was van middelmatige kwaliteit, aldus Lammers. Toen Joseph gepromoveerd was, wilde hij niet gaan werken als docent, maar als journalist-schrijver. Het lukte Joseph slechts om een parttime functie bij een krant te krijgen, na een periode van werkloosheid, maar dit baantje leverde te weinig op om rond te komen. Vervolgens ging Joseph aan de slag als bankier bij de Dresdner Bank in Keulen, maar deze baan beviel hem niet en na een half jaar als bankier gewerkt te hebben meldde hij zich in juli 1923 ziek. Lammers schrijft:

“Daarop werd hij ontslagen en verzonk hij in zwaarmoedigheid en wanhoop over zijn situatie. Het was niet zo gegaan als hij had verwacht. De toekomst zag er niet bepaald rooskleurig uit voor de werkloze literator.” (33)

Adolf Hitler en de familie Goebbels, 1938. Bron: Wikipedia
Adolf Hitler en de familie Goebbels, 1938. Bron: Wikipedia
Hitleriaans en antisemitisch

In de jaren 1923-1926 raakte Joseph Goebbels volledig in de ban van Adolf Hitler. Bepalend was de mislukte Bierhalle Putsch van Hitler en zijn kornuiten op 8 november 1923 in de Bürgerbräukeller te München. Rond deze tijd werd het nationaalsocialisme voor Goebbels een religie, waarbij Adolf Hitler in Josephs ogen een God was die de Duitsers zou verlossen uit de misère die het land sinds 1918 in de greep hield.

Uit het begin van de jaren 1920 stamt ook het felle antisemitisme van Goebbels. Nogmaals zij opgemerkt dat Goebbels een Joodse begeleider had gekozen voor zijn dissertatietraject. Kort na zijn promotie begon Goebbels zich op verschillende gelegenheden antisemitisch uit te laten. Lammers zoekt de oorzaak in het feit dat Goebbels zonder succes solliciteerde op journalistieke functies, en daarbij afgewezen werd door Joodse hoofdredacteuren.

Verder las Joseph – zo schreef hij in zijn dagboeken – vier boeken die zijn antisemitisme sterk voedden, zo sterk dat hij in november 1923 schreef dat het Jodendom ‘het gif was dat het Europese lichaam verwoest’. De vier boeken die, aldus Lammers, het verschil maakten waren (met de titels in het Duits): Oswald Spengler, Der Untergang des Abendlandes (1919) Houston Steward Chamberlain, Grundlagen des 19.Jahrhunderts, Henry Ford, Der internationale Jude en het boek Das Dritte Reich (1923) van Arthur Moeller van den Bruck.

Joseph Goebbels – De kwade genius van Adolf Hitler
Joseph Goebbels – De kwade genius van Adolf Hitler
In 1925 ontmoetten Joseph Goebbels en Adolf Hitler elkaar voor het eerst. Binnen een jaar was er sprake van een emotionele, wederzijdse band:

“Goebbels had Hitler gevonden. Een geniale Hitler, in wie hij kon geloven, aan wie hij zich volledig kon overgeven en voor wie hij kon vechten. Hitler was een man die hij kon dienen: “Zo ziet de schepper van het Derde Rijk eruit”, zo noteerde hij.” (60)

Het vervolg van de affaire tussen beide mannen is genoegzaam bekend. Ik nodig de lezer uit om de fraaie biografie van Lammers zelf ter hand te nemen om hert vervolg van de carrière van Joseph Goebbels te volgen: van Gauleiter en propagandist tot minister van Volksvoorlichting en Propaganda en uiteindelijk – zij het slechts voor één dag – plaatsvervangend Führer.

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×