Dark
Light

Het leven van keizer Frederik II (1194-1250)

Auteur:
5 minuten leestijd
Keizer Frederik II
Keizer Frederik II

Hij was de meest bijzondere en meest besproken vorst van zijn tijd: Frederik II (1194-1250). Hij was koning van Sicilië en Zuid-Italië, een korte tijd koning van Jeruzalem en vanaf 1220 keizer van het Heilige Roomse Rijk. Zijn bijnaam was ‘Stupor Mundi’: de man die de wereld versteld deed staan. Dit vooral vanwege zijn veelzijdigheid als onder meer taalvirtuoos – hij sprak onder meer Frans, Duits, Italiaans en Grieks -, wetenschapper en wiskundige. Maar bovenal was Frederik II een eigenzinnige vorst, die alles wat kerk en paus zeiden aan zijn laars lapte.

Beeld van Frederik II
Beeld van Frederik II
In Het weergaloze bestaan van Frederik II (Uitgeverij IJzer, 2016) beschrijft Cas van Houtert het leven van Frederik II op een prettige, narratieve en chronologische manier, in 48 uitstekend geschreven en goed behapbare hoofdstukken. Net zoals in zijn vorige boek Middeleeuwers tussen hoop en vrees zit er een prettige, muzikale cadans in de schrijfstijl van Van Houtert, waardoor je als lezer moeiteloos bij de les blijft.

Historiografie

Jammer is wel dat Van Houtert zijn biografie over Frederik II niet in de historiografie plaatst. In de inleiding formuleert hij geen these, waardoor niet echt duidelijk is welk nieuw beeld hij van Frederik II wil schetsen. Het gebruik van een heldere these zou des te meer interessant geweest zijn, gezien het feit dat vorig jaar bij Uitgeverij Aspekt ook een biografie over Frederik II is verschenen, van de hand van G. Dijkhuis, onder de titel Stupor Mundi. Kroniek van een eigenzinnige keizer (Soesterberg 2015).

De aanpak van beide schrijvers is duidelijk anders: Van Houterts stijl is narratiever en prettiger leesbaar, terwijl Dijkhuis’ betoog feitelijker en opsommiger, maar chronologisch wat overzichtelijker is. Minder duidelijk is wat Van Houtert in zijn boek toegevoegt aan het bestaande beeld over Frederik. Het feit dat voetnoten ontbreken, maakt de inhoud wat lastig controleerbaar. Wil je als lezer verder zoeken naar achterliggende informatie, dan is dat zonder voetnoten een lastig karwei. Achter in het boek is gelukkig wel een bondige literatuurlijst opgenomen.

Jonge jaren van Frederik II

Maar laten we ons nu op de positieve aspecten richten van dit boek, dat gewoon een prima biografie is. Ik haal via het boek enkele situaties aan uit het leven van Frederik II, de kleinzoon van de eveneens befaamde keizer Frederik Barbarossa (1122-1190).

Frederik werd geboren op 26 december 1194 in het Italiaanse Jesi (aan de oostkust van Italië in de regio Marche), een dag na de kroning van zijn vader Hendrik IV (1165-1197) tot koning van Sicilië. Zijn moeder beviel terwijl ze onderweg waren naar Sicilië. Van Houtert opent met de beschrijving van het mythische verhaal dat keizerin Constance haar enige zoon Frederik op de wereld bracht in een speciaal daarvoor opgerichte tent op de markt in Jesi. Dit verhaal was de wereld in geholpen om allerlei geruchten over de discutabele afkomst van Frederik II de grond in te boren. Van Houtert:

“Al vrij snel na de geboorte had zich bijvoorbeeld een gezant van paus Innocentius III bij de keizerin gemeld met het dringende verzoek in zijn aanwezigheid een dure eed te zweren dat de boorling echt haar zoon was. En dat zijn geboorte aan geen andere tussenkomst dan die van haar keizerlijke man was toe te schrijven.” (10)

Kroning van Frederik II
Kroning van Frederik II

Frederik II wordt in de bronnen beschreven als een robuuste, gespierde jongeman, met rossig haar en groenblauwe ogen. Hij was erg leergierig en dook elke avond de boeken in:

“Vooral lectuur over de krijgskunst en wapenhandel van het oude Rome genoot zijn voorkeur. Ook mocht hij zich graag in de avonturen van Alexander de Grote verdiepen. Latere bronnen beweren dat hij al vroeg kennismaakte met het gedachtegoed van Aristoteles. Het waren met name diens natuurhistorische werken die hem aanspraken.” (101)

Bij het meerderjarig worden van de jonge koning – in december 1208 toen hij 14 jaar werd – arrangeerde paus Innocentius III een huwelijk tussen Frederik en de weduwe Constance van Aragon. Frederik was vijftien jaar toen hij met Constance, die toen 30 jaar was, trouwde. Zijn meerderjarigheid betekende ook dat hij nu de macht overnam van het koninkrijk dat eerst van zijn vader was.

Keizer van het Heilige Roomse Rijk

Paus Honorius III
Paus Honorius III
Uitgebreid schetst Van Houtert de tijd en het rijk waarin Frederik II koning was. Het koninkrijk dat hij van zijn vader erfde was inmiddels behoorlijk in verval geraakt en werd geteisterd door allerlei allianties die elkaar bevochten. Verschillende delen van het koninkrijk waren door zijn vader weggegeven. Ook grepen hongersnoden en epidemieën regelmatig om zich heen.

Toen Frederik aan de macht kwam, wist hij veel verloren gegane rijksgebieden weer te verenigen onder zijn gezag. Op zaterdag 22 november 1220 vond een historische gebeurtenis plaats, toen Frederik II in Rome tot keizer van het Heilige Roomse Rijk gekroond werd, door paus Honorius III. Van Houtert beschrijft de ceremonie uitvoerig. Na het opzeggen van de geloofsbelijdenis, gebeurde het volgende:

“Toen was het moment dat de paus Frederik tooide met de bisschopsmijter, een gebaar dat zichtbaar maakte dat hij voortaan ook (…) herder en dienaar van de kerk zou zijn. Daarna werd de mijter geruild voor de kroon. Die had de vorm van een gouden helm, zwaar van edelstenen en voorzien van gouden hangers die tot op de schouders neerhingen.” (162)

Uiteindelijk zou Frederik II zich weinig tot niets aantrekken van de lange litanie van beloften, die bedacht waren door de Curie en rechtsgeleerden, en die de dag erop door Frederik II tegenover de Curie werden afgelegd. Zo verbrak hij zijn belofte om bij te dragen aan de inmiddels in gang gezette Vijfde Kruistocht (1217-1221). Ook de strijd tegen ‘ketters’ stond laag op de prioriteitenlijst van Frederik II.

Het weergaloze bestaan van keizer Frederik II (1194-1250)
Het weergaloze bestaan van keizer Frederik II (1194-1250)
Belangrijk vond hij het om eerst politiek-militair orde op zaken te stellen op Sicilië. Daar waren tienduizenden lokale moslims die zich nabij Palermo ophielden in de bergen, in opstand gekomen en probeerden een eigen islamitische staat te stichten. In 1222 begon Frederik een grote veldtocht om op het eiland de orde te herstellen. Hij omsingelde de opstandelingen en kreeg na twee maanden gedaan dat ze zich overgaven. Hun leider Ibn-Abbad liet hij in Palermo ophangen. Moslims die zich zich niet wilden schikken en het ideaal van een islamitische staat niet wilden opgeven, ongeveer 20.000, liet hij overplaatsen naar de stad Lucera, waar hij ze beter in het gareel kon houden.

Koning van Jeruzalem

Frederik werd uiteindelijk door Gregorius IX, die in 1227 paus was geworden, geëxcommuniceerd omdat hij telkens weigerde op kruistocht te gaan. Uiteindelijk kwam het er in 1228 dan toch van en vertrok Frederik II naar het Midden-Oosten. Daar wist hij via slimme diplomatiek een kuststrook in het huidige Israël in bezit te krijgen. Daarna trok Frederik weer zijn eigen plan: omdat hij geëxcommuniceerd was door de paus, besloot hij zichzelf op 18 maart 1229 in de Kerk van het Heilige Graf uit te roepen tot Koning van Jeruzalem.

De paus en verscheidene Frankische koningen in Europa erkenden dit zelf gearrangeerde koningschap echter niet. Maar ook in Jeruzalem en omstreken zelf kon de Koning van Jeruzalem op weinig support rekenen. De daar aanwezige ridderorden van Tempeliers en Hospitaalridders steunden Frederik niet. Al spoedig sloeg Frederik met de staart tussen de benen op de vlucht, met de hijgende adem van zijn haters in zijn nek:

“…Ze deden een greep in het afval dat rijkelijk voorhanden was om hem te bekogelen met rottend vlees en stinkende ingewanden. De koning van Jeruzalem moest rennen voor zijn leven. Met een vloek op de lippen voer hij de haven uit. Hij zou zijn koninkrijk nooit meer terugzien.” (226)

Boek: Het weergaloze bestaan van keizer Frederik II

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×