Dark
Light

Maarten Tromp (1598-1653) – Zeeheld uit de Gouden Eeuw

Auteur:
5 minuten leestijd
Maarten Tromp, afgebeeld met het ordeteken van de Orde van de Heilige Michaël
Maarten Tromp, afgebeeld met het ordeteken van de Orde van de Heilige Michaël

De Nederlandse zeeheld Maarten Tromp was officier en later luitenant-admiraal in de Nederlandse marine.

Maarten Tromp (1598-1653)
Maarten Tromp (1598-1653)
Maarten Harpertszoon Tromp wordt op 23 april 1598 geboren in Den Briel als oudste kind van zeeofficier Harpert Maertenz en Jannetgen Barentsdochter Quack. Het gezin blijft tot 1607 in Den Briel wonen en verhuist dan naar de Gaperstraat in Rotterdam. Het gezin verhuist omdat vader Tromp promoveert tot kapitein bij de Admiraliteit van de Maze.

Wat voor opleiding Maarten Tromp in zijn jeugd volgt, is niet bekend. Wel staat vast dat hij leerde schrijven, lezen en rekenen. Als Maarten Tromp negen is gaat hij als scheepsjongen voor het eerst de zee op. Dit aan boord van de Olifantsdorp, een fregat van zijn vader dat in 1607 meedoet aan de campagne die leidt tot de Slag bij Gibraltar. Het fregat waarop Tromp meevaart doet niet mee aan deze beroemde slag maar maakt deel uit van een zogenaamd dekkingseskader dat op volle zee blijft. Tot 1610 blijft Maarten Tromp op zee patrouilles uitvoeren, vaak op het Kanaal.

Slaaf

Maarten Tromp vaart afwisselend voor de koopvaardij en voor de marine en raakt in 1609 in handen van zeerovers. Het schip waarop Maarten Tromp en zijn vader Harpert Maertenz varen raakt in gevecht met schepen van de zeerover Easton. Tijdens de strijd wordt Tromp’s vader gedood door een kanonskogel en wordt het schip geënterd. De bemanning wordt gevangen genomen en Tromp wordt tot slaaf gemaakt. Na twee jaar laat de zeerover Easton de Nederlander vrij.

Als Maarten Tromp rond 1612 weer terugkeert in Nederland, werkt hij enige tijd op een scheepswerf in Rotterdam. Vanaf 1616 maakt hij voor de koopvaardij weer verschillende zeetochten.

Duinkerke

Op 23 juli 1622 gaat Maarten Tromp als luitenant aan boord van de Bruynvisch, een vierkant getuigde tweemaster (brik). Hij treedt dan dus weer toe tot de marine. Onder kapitein Cornelis Cornelissen de Bagijn is hij dat jaar en het jaar daarna betrokken bij enkele aanvallen op de Spaanse kust. Aan het begin van 1624 wordt Tromp overgeplaatst op een schip van kapitein Dirck Gerritszoon Verburgh dat deel uitmaakt van de blokkadevloot tegen Duinkerke. Twee jaar later wordt Tromp kapitein op het jachtschip de St. Anthonius en later van het fregat Gelderland.

Piet Hein (1577-1629)
Piet Hein (1577-1629)
In 1629 wordt Maarten Tromp vlaggenkapitein op het schip Vliegende Groene Draeck van de beroemde Nederlandse luitenant-admiraal Piet Hein. Deze ziet het wel zitten in Maarten Tromp. Piet Hein over Maarten Tromp:

“…dat hij veele kloekmoedige kapiteijnen hadt gekent, doch in deselven altijdt eenigen misslagh gevonden, maer nooit in Tromp, in wien hij alle deughden erkende, die in een zeeoverste worden vereischt.”

Juni 1629 komt er echter al een eind aan de samenwerking tussen Piet Hein en Maarten Tromp. Heyn overlijdt dan tijdens een slag met een flottielje. Maarten Tromp vecht door en weet uiteindelijk drie schepen te veroveren. De Staten van Holland belonen hem met een gouden ereteken.

Gezag van Maarten Tromp

Een maand na deze gebeurtenis vaart Tromp opnieuw uit. Hij vaart nog steeds op de Vliegende Groene Draeck hoewel er nog geen nieuwe luitenant-admiraal is benoemd. Samen met onder meer vice-admiraal Jasper Liefhebber weet hij twee Duinkerkers te veroveren. Zijn successen blijven niet onopgemerkt. Tromp wordt door de admiraliteit beloond met een nieuw ereteken. Als vice-admiraal Jasper Liefhebber voorstelt om het schip Vliegende Groene Draeck zijn vlaggenschip te maken, blijkt nog eens duidelijk hoeveel respect de gezagdrager voor Maarten Tromp heeft. De Rotterdamse raden wijzen het verzoek van Liefhebbers af en later doet de Staten Generaal hetzelfde. Men meent dat het niet netjes is om Maarten Tromp die al zoveel voor hen heeft gedaan als kapitein van zijn schip te ontdoen.

Maarten Tromp verlaat de marine in 1633 nadat zijn eerste vrouw, Dignom Cornelisdochter de Haes, overleden is. Hij hertrouwt met Alyth Jacobsdochter Arkenboudt uit Den Briel en wordt in 1636 directeur van ’s Lands Equipagie. In die hoedanigheid krijgt hij de opdracht de gebrekkige logistieke ondersteuning van de Nederlandse vloot te verbeteren.

Terugkeer bij de Marine

De Admiraliteit van Rotterdam probeert Maarten Tromp dan weer terug de marine in te krijgen. Het zit hen niet lekker dat ze een van haar beste kapiteins heeft verloren. In oktober 1637 treedt Maarten Tromp opnieuw toe tot marine. Hij wordt dan benoemd tot luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland. Een grote promotie: van kapitein naar luitenant-admiraal waarmee hij, op de stadhouder na, de hoogste bevelhebber wordt van de geconfedereerde vloot.

Een van de eerste acties die Tromp onderneemt is het creëren van een blokkade van Duinkerken. Twee jaar later (1639) verslaat hij de Duinkerkers tijdens de Slag bij Duinkerken. Koning Lodewijk XIII benoemd Tromp hiervoor tot ridder in de Orde van de Heilige Michaël.

Conflict

Gedurende de jaren veertig van de zeventiende eeuw raakt Maarten Tromp in conflict met de Staten-Generaal. Naar zijn mening doen die te weinig om de kapers van Duinkerken aan te pakken. Aan het begin van de jaren vijftig vecht Tromp met wisselend succes tegen de Engelsen. Zijn functie van bevelhebber moet hij in 1652 afstaan aan Witte de With. Als deze later dat jaar wordt verslagen tijdens de Slag bij de Hoofden wordt Tromp opnieuw benoemd tot bevelhebber.

Tromp boekt zijn grootste overwinning in de strijd tegen de Engelsen tijdens de Slag bij Sungels (ook wel: Battle of Dungeness) op 9 december 1652. Volgens de Britse overlevering zou Tromp na afloop van deze slag een bezem in zijn mast hebben gevangen om te illustreren dat hij de zee van zijn vijanden had schoongeveegd.

Praalgraf van Maarten Tromp in Delft (Bron afbeelding: Picasa Web)
Praalgraf van Maarten Tromp in Delft (Foto: Picasa Web)

Slag bij Ter Heijde

Maarten Harpertszoon Tromp
Maarten Harpertszoon Tromp
Maarten Tromp overlijdt op 10 augustus 1653 tijdens de Slag bij Ter Heijde. Een Engelse scherpschutter varend op het schip van William Penn treft hem dan dodelijk in de borst. De laatste woorden van de zeevaarder zouden zijn geweest:

“Ik heb gedaan, houdt goeden moed.”

Volgens de overlevering zou zeevaarder Michiel de Ruyter het volgende hebben gezegd toen hij het levenloze lichaam van Tromp zag:

“Mocht het God behaagd hebben mijn leven te nemen in plaats van het zijne!”

Het praalgraf van Maarten Tromp bevindt zich in de Oude Kerk in Delft. Tijdens de lijkrede zegt de raadspensionaris van Holland, Johan de Witt: “Een zeeheldt, welckers gelycke de aerde niet veel heeft gedragen ende mogelyck niet lichtelyck in ’t toekomende sal syn te vinden”. Op het praalgraf van Maarten Tromp is een gedicht van Joost van den Vondel gedrukt:

Gedicht Joost van den Vondel:

“Hier rust de zeeheld Tromp, de dappere beschermer
Der zeevaart en de zee; ten dienst van ’t vrije land,
dat ‘mans gedachtenis bewaart in ’t konstig marmer
Zo levendig gelijk hij stierf voor ’t Hollands strand.
Beluid met moordgeschrei en donder van kartouwen,
Daar Groot-Brittanje in brand, al ’t water viel te kleen.
Hij heeft zichzelf in ’t hart der burgeren uitgehouwen
Dat beeld verduurt de pracht van graf en marmersteen.”

Boek: Maarten Tromp. Bestevaer!
Boek: Zeehelden van de Gouden Eeuw

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.323 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×