Dark
Light

Opgroeien in het paradijs van de verzorgingsstaat

Auteur:
4 minuten leestijd
De Zuiderkerk in Rijssen, 2015 (CC BY-SA 4.0 - Kolk95 - wiki)
De Zuiderkerk in Rijssen, 2015 (CC BY-SA 4.0 - Kolk95 - wiki)

Schrijver Rob van Essen zag in 1963 het levenslicht, op dezelfde dag als zanger George Michael, en maakte heel bewust de hoogtijdagen van de Nederlandse verzorgingsstaat mee. In Kind van de verzorgingsstaat (Uitgeverij Atlas Contact, 2016) neemt Van Essen de lezer mee op een autobiografische reis door de jaren 1960 tot 1990. Een tijd waarin de welvaart enorm groeide en Nederland soms op een paradijs leek.

Als ervaren (roman)schrijver weet Van Essen voor generatiegenoten een herkenbaar beeld te schetsen van de jaren 1960, 1970, 1980 en 1990. Hij doet dit aan de hand van allerlei persoonlijke herinneringen, afgewisseld met korte analyses van de historische tijd waarin hijzelf leefde.

Billen!

Van Essen groeide op in een gezin in Rijssen. Op zondag ging hij met zijn ouders naar de megakerk – er pasten 2000 mensen in – van de Gereformeerde Gemeenten in die plaats. Deze Zuiderkerk, gebouwd in 1968, is nog steeds een van de grootste kerken van Nederland. Over zijn christelijke opvoeding schrijft Van Essen onder meer:

“Het was moeilijk om je aandacht erbij te houden als mijn vader na de maaltijd uit de Bijbel voorlas. De taal viel niet te volgen en na een paar regels dwaalden je gedachten af. Je veerde alleen even op wanneer er een woord als ‘billen’ viel (2 Samuël 10:3, Jesaja 20:4). Tijdens de diensten in de Zuiderkerk veranderde Gods Woord in de mond van de dominee in een eentonige grijze brij.” (31,32)

Vooral zichtbaar netjes leven was, zo ervoer Van Essen het, belangrijk in de gereformeerde traditie waarin hij opgroeide:

Het ging toch vooral om dingen die zichtbaar waren voor anderen: het kerkbezoek, het naleven van de zondagsrust, de afwezigheid van televisie en al te wereldse boeken, het lezen van de juiste kranten en tijdschriften en het niet dragen van broeken als je van het vrouwelijk geslacht was. God zag alles, dat was inderdaad zo, maar je geloofsgenoten zagen écht alles, en hun oordeel kwam meteen, terwijl je Gods oordeel pas na je dood gewaar werd. De geloofsgenoten waren Gods troepen op aarde; geen soldaten, maar spionnen. (…) Zo vormde het geloof een dikke schil van aangekoekt bijgeloof.” (33)

Later sloot het gezin Van Essen zich aan bij de Gereformeerde Bond. Rob van Essen zelf groeide bij zijn kerkelijke achtergrond vandaan en zei de kerk vaarwel.

Demonstrant

De anti-kernwapendemonstratie van 23 november 1981, Amsterdam. Bron: Wikimedia
De anti-kernwapendemonstratie van 23 november 1981, Amsterdam. Bron: Wikimedia
Net als veel linkse jongeren eind jaren 1970, begin jaren 1980, liep Van Essen mee in allerlei pro-milieu demonstraties en betogingen tegen kernwapens. ‘Ik heb wat af gedemonstreerd’, aldus Van Essen. Want ja, als je linkse sympathieën had, dan hoorde daar haast automatisch bij dat je de straat opging om je standpunten kracht bij te zetten. En dat vanaf jonge leeftijd. Van Essen:

“Waar ben ik niet allemaal geweest. In 1978 liep ik mee naar Almelo, om te demonstreren tegen de uitbreiding van de ultracentrifuge. (De intekenlijst hing op het prikbord van de aula van het lyceum – het was een christelijke school, maar wel een met een paar linkse leraren.) Toen we in Bennekom woonden, was de kerncentrale in Dodewaard op fietsafstand, dus daar ben ik ook een paar keer geweest. Ergens in die tijd ging ik ook met een bus naar Kalkar, net over de Duitse grens. Op de Edese hei deed ik mee aan protesten tegen de komst van een oefenterrein. In november 1981 liep ik in Amsterdam mee met de grote betoging tegen de kruisraketten. Ik heb vage herinnering aan een demonstratie bij vliegbasis Woensdrecht midden jaren tachtig.” (63,64)

Fietsendieven

In de tweede helft van de jaren tachtig studeerde Van Essen filosofie in Amsterdam. Die tijd bestond voor Van Essen vooral uit veel roken, drinken, uitgaan en geconfronteerd worden met slechte popmuziek van jonge, naïeve bands. De auteur herinnert zich van deze tijd onder meer het volgende:

“Alles was echt anders. Hoe dat bijvoorbeeld ging met fietsen. Je kocht ze op straat van een junk, voor vijfentwintig gulden (afdingen mocht). Je hoefde niet eens op zoek, wanneer je door het centrum liep, was er altijd wel een vermoeide jongen die langzaam en een beetje slingerend naast je kwam fietsen en vroeg of je een fiets wilde kopen. Het was een onthecht systeem: je kocht een gestolen fiets en wanneer die een paar maanden later zelf weer werd gestolen, deed je daar niet moeilijk over, omdat je fiets was opgenomen in de stroom waaruit hij was voortgekomen; je liep naar het centrum en viste weer een volgend exemplaar omhoog.” (184)

Kind van de verzorgingsstaat
Kind van de verzorgingsstaat
Open en eerlijk vertelt Rob van Essen over de angsten en depressie die hem in de jaren negentig in de greep hielden en die deels te maken hadden met zijn geloofsverleden. Ook het feit dat hij werkloos was en in een uitkeringssituatie zat, speelde een rol. Van Essen benutte de tijd die hij kreeg omdat hij vrijgesteld was van sollicitatieverplichtingen vanwege zijn depressies.

Een kort fragment over deze turbulente periode ter afsluiting:

“Mijn huisarts verwees me naar een therapeut, een rustige, milde man die Krikhof heette. Ik vond dat een hoopgevende naam, ik kon wel iemand gebruiken die me een beetje zou opkrikken. Later bedacht ik me dat de achternaam waarschijnlijk een variant was op ‘kerkhof’, maar dat doet niets af aan het feit dat ik veel aan hem heb gehad. Ik leerde met nieuwe ogen naar mijn verleden kijken en verbaasde me voor het eerst écht over mijn vreemde ouders, met hun verhuizingen en godsdienst. Met zachte hand probeerde Krikhof me te bevrijden van schuldgevoelens die die godsdienst had achtergelaten. Ondanks al mijn bravoure en rationalisaties voelde ik me inmiddels ook schuldig over de uitkering die ik kreeg, maar Krikhof was daarvan niet onder de indruk, van hem moest ik gewoon doorschrijven, de arbeidsmarkt moest maar even zien hoe ze het zonder mij rooide.” (222,223)

Boek: Kind van de verzorgingsstaat – Rob van Essen

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×