Dark
Light

Geploeter en bloedvergieten in de Vlaamse modder

Passendale, Ieper 1917 – Nick Llyod
Auteur:
5 minuten leestijd
Een gewonde wordt naar veilig gebied gebracht tijdens de Derde Slag om Ieper (IWM)
Een gewonde wordt naar veilig gebied gebracht tijdens de Derde Slag om Ieper (IWM)

“Modder, modder en nog meer modder”, dat is wat een paardenmenner van de Britse veldartillerie zich herinnerde van de Derde Slag om Ieper. Mortierinslagen en stortregens hadden het strijdtoneel in Vlaanderen in het najaar van 1917 veranderd in een grote modderpoel waar manschappen soms in wegzonken om nooit meer teruggezien te worden. Paarden die kanonnen voorttrokken kwamen amper vooruit in de dikke drab en kieperden soms in diepe granaattrechters waar ze door hun begeleiders met veel moeite uitgetrokken werden, als dat al lukte. Het was niet voor niets dat de Britse premier Lloyd George naar de strijd verwees als ‘de campagne van de modder’.

Soldaten in een loopgraaf bij Ieper
Soldaten in een loopgraaf bij Ieper, honderd jaar geleden
In zijn boek ‘Passendale, Ieper 1917’ beschrijft de Britse militair historicus Nick Lloyd de veldslag die bekend staat als de Derde Slag om Ieper of als de Slag om Passendale en plaatsvond van 31 juli 1917 tot 10 november 1917. De auteur doceert Krijgswetenschappen aan King’s College in Londen. De Eerste Wereldoorlog is zijn specialisatie en eerder schreef hij daarover drie boeken. Zijn nieuwste boek is het eerste dat in het Nederlands vertaald is en komt uit voorafgaand aan de honderdste herdenking van de slag, waarbij gedurende vier maanden ruim 500.000 slachtoffers vielen (doden, gewonden en vermisten). Een zinloze opoffering van mensenlevens, zo zijn de gevechten nadien vaak genoemd in Groot-Brittannië. Het Britse leger had slechts een terreinwinst van 8 kilometer bereikt toen de heuvelrug met daarop het plaatsje Passendale ten oosten van Ieper werd ingenomen. Al het terrein dat met zoveel bloedvergieten ingenomen was, ging in april 1918 weer verloren aan de Duitsers.

Lloyd bekijkt de slag met een frisse blik en doet dat mede aan de hand van primaire bronnen, onder andere afkomstig uit het Imperial War Museum te Londen. Om een veelzijdig beeld te krijgen benutte hij ook Duitse bronnen van het Bundesarchiv in Freiburg en het Beierse staatsarchief. Hij geeft veelvuldig getuigenverslagen weer van militairen van beide kanten, waardoor de gruwelijkheid van de gevechten aangrijpend weergegeven wordt. “De herrie van de geconcentreerde artillerie achter ons,” zo citeert hij een Britse infanterist die deelnam aan de Slag om Poelkapelle tussen 9 en 12 oktober

“…de niet-aflatende dreun van exploderende granaten voor ons, enorme vuurflitsen en schoten in de lucht boven ons, het geratel van mitrailleurs in de Duitse linie, de ontploffingen van kartetsgranaten uit de Duitse kanonnen; flitsende vlammen die als een op zijn prooi duikende havik uit de lucht neerschoten en de mannen waar ze op neerkwamen verpulverden – door zoiets omringd trokken wij op, over de desolate woestenij van modder en water en granaattrechters.”

Een Britse legerpredikant van de 33e Divisie bezocht op 26 september een verbandplaat bij de Meenseweg waar op die dag gewonden werden binnengebracht van de gevechten die in het een paar kilometer verderop gelegen Polygon Wood plaatsvonden.

“De gewonden stroomden de hele dag zonder onderbreking binnen in de eerstehulppost,” zo wordt de geestelijke geciteerd in het boek:

“…en op de vloer was het één grote massa gemutileerde, kronkelende mensen. Het was verschrikkelijk om aan te zien en ik was maar wat blij dat ik door andere dingen in beslag werd genomen.”

Ieper tijdens de Eerste Wereldoorlog
Ieper tijdens de Eerste Wereldoorlog

Ontredderde geesten

Behalve soldaten met fysieke verwondingen werden er ook mannen binnengebracht die psychisch ingestort waren. Sommige van deze slachtoffers van wat ‘shellschock’ genoemd zou worden, kraamden onzin uit en zwaaiden wild met armen en benen. Anderen trilden over hun hele lichaam. “Uitgereten lichamen en ontredderde geesten”, dat was volgens Nick Llyod de prijs die voor de opmars betaald werd.

Dat de Duitsers als verdedigers van de heuvel bij Passendale het eveneens zwaar hadden, maakt Lloyd duidelijk, onder andere met een tekstfragment van generaal Hermann von Kuhl.

“De verdedigers zaten ineengedoken in hun kraters vol water zonder beschutting tegen het weer, hongerig en ijskoud, onophoudelijk blootgesteld aan de overweldigende vijandelijke artilleriebeschietingen. Het was in de modderige grond heel moeilijk om te bewegen: man en paard zakten weg in het slijk; geweren en mitrailleurs zaten onder de modder en werkten niet meer.”

De Pruisische militair vond het “onuitsprekelijk” wat de Duitse manschappen moesten doorstaan. Volgens hem hield geen enkele divisie het “langer dan twee weken uit in deze hel”.

Douglas Haig, de Britse opperbevelhebber aan het westelijk front
Douglas Haig, de Britse opperbevelhebber aan het westelijk front
Het Britse offensief in het najaar van 1917 eindigde in Passendale, maar dat was niet het oorspronkelijke doel geweest. Opperbevelhebber Douglas Haig had veel verder willen oprukken, naar de Belgische kust, in de verwachting dat het Duitse moreel tot een minimum gezakt was. De schrijver is kritisch ten opzichte van deze ambitie van de generaal die er conservatieve ideeën op nahield. Hij droomde van een massale aanval op het Duitse front die aangevoerd werd door de cavalerie, terwijl met de tactiek van bite & hold onder de toenmalige omstandigheden betere resultaten behaald werden. Troepen rukten volgens deze doctrine op naar een vooraf bepaald doel en langs een minder breed front, terwijl artillerie van te voren massaal insloeg op de vijand, en hielden vervolgens de veroverde linies vast in plaats van meteen weer verder op te rukken. Als Haig deze tactiek consequent had laten uitvoeren en hij het offensief een maand eerder had laten starten – toen de weersomstandigheden beter waren – was er volgens Llyod kans geweest dat de Britse strijdkrachten voorbij Passendale waren gekomen.

Ego

“De verovering van het Passendale draaide […] niet om het doorbreken van de linie of het klem zetten van de vijand”, zo concludeert de auteur resoluut, “of zelfs maar het verkrijgen van een betere linie voor de winter – het ging erom dat Haigs blazoen ongeschonden bleef.” Het was namelijk de generaal die zijn wil had doorgezet, terwijl het oorlogskabinet in Londen andere ideeën had. Zou hij de heuvelrug niet hebben veroverd dan had Haig niets bereikt en zou hij zijn ongelijk hebben moeten toegeven. Het besef hoe het grote slachtofferaantal samenhangt met het ego en de vrees voor gezichtsverlies van een generaal is schokkend. Had het aan de Britse premier Lloyd George gelegen dan waren troepen juist ingezet aan het Italiaanse front om eerst het Oostenrijks-Hongaarse leger te verslaan. Volgens de auteur deed de politicus echter bar weinig om zijn generaal in het gelid te krijgen, wat maakt dat hij medeverantwoordelijk is voor de massale verliezen in Vlaanderen.

Passendale - Ieper 1917
Passendale – Ieper 1917
Voor wie nog weinig heeft gelezen over de gevechten van de Eerste Wereldoorlog en wie de omgeving van Ieper niet kent, is het boek van Nick Lloyd geen gemakkelijke kost. De Derde Slag om Ieper bestond uit diverse afzonderlijke slagen die elk behandeld worden, wat soms verwarring oproept als je als lezer de locaties en ingezette eenheden niet goed op een rijtje hebt. De toegevoegde kaarten helpen echter en dankzij de vele opgenomen getuigenissen is de tekst afwisselend en toegankelijk genoeg om ook een minder goed geïnformeerd publiek te boeien. Door het deskundige bronnenonderzoek en het gebruik van bronnen van beide strijdende partijen is ‘Passendale – Ieper 1917’ een degelijke, objectieve studie naar een veldslag die de gruwelijkheid van oorlog op huiveringwekkende wijze illustreert. De schrijver geeft een goed onderbouwde uitleg over het waarom van al het uitputtende geploeter en bloedvergieten in de Vlaamse modder en doet daarmee recht aan het onvoorstelbare leed dat aan beide kanten van de frontlijn geleden werd.

Boek: Passendale – Ieper 1917

Bekijk dit boek bij:

Kevin Prenger (1980) is hoofdredacteur artikelen van TracesOfWar.nl. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de 20ste eeuw, in het bijzonder de geschiedenis van de Holocaust en nazi-Duitsland. In 2015 publiceerde hij het boek Oorlogszone Zoo, over de geschiedenis van de Berlijnse dierentuin tijdens de naziperiode en de Tweede Wereldoorlog. Verschillende boeken over minder bekende verhalen uit de Tweede Wereldoorlog volgden: De boodschapper uit de hel, Een rechter in Auschwitz, Het masker van de massamoordenaar, Kerstmis onder vuur en Kolberg. In 2021 verscheen zijn boek Meer dan alleen Auschwitz, gevolgd door In de schaduw van Schindler in 2022. Momenteel werkt hij aan een boek over onderwijs en indoctrinatie van de jeugd in nazi-Duitsland. Zie ook zijn website of X-account.

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×