Dark
Light

Philips van Marnix, Heer van Sint-Aldegonde

Auteur:
4 minuten leestijd
Philips van Marnix, Heer van Sint-Aldegonde
Philips van Marnix, Heer van Sint-Aldegonde

Menig wandelaar die het idyllisch plantsoen van de Kleine Zavel in Brussel doorkruist, gaat vaak achteloos voorbij aan het standbeeld van Philips van Marnix. Toch heeft deze historische figuur als telg uit een adellijk geslacht, diplomaat, schrijver en vertrouweling van Willem van Oranje zonder enige twijfel zijn stempel gedrukt op de geschiedenis. Alvast dus redenen genoeg om in te zoomen op deze opmerkelijke man.

Marnix’s jonge levensjaren

Portret van Marnix van St. Aldegonde door Jacob de Gheyn
Portret van Marnix van St. Aldegonde door Jacob de Gheyn
Philips van Marnix, Heer van Sint-Aldegonde, West-Souburg en Touwinck zoals hij voluit heette, werd in Brussel in het jaar 1540 geboren. Althans, dit is wat meestal aangenomen wordt. Tot op heden heerst er evenwel bij sommige historici nog steeds een controverse over zowel zijn precieze geboortedatum als zijn juiste geboortejaar. Wat daarentegen wel zeker is, is het feit dat hij zijn jeugd doorbracht in Brussel om vervolgens college te lopen aan verscheidene universiteiten. In 1561 rondde hij zijn theologiestudies af aan de universiteit van Genève waar hij kennis maakt met de leer van de protestantse theoloog Theodorus Beza (1519-1605) en Johannes Calvijn (1509-1564), hetgeen hem zijn verder leven zou blijven tekenen.

Historisch tijdskader

In 1555 doet keizer Karel (1500-1558) afstand van de Nederlanden ten gunste van zijn zoon Filips II (1527-1598). Deze benoemde de buitenechtelijke dochter van zijn vader, Margaretha van Parma (1522-1586), tot landvoogdes der Nederlanden. Geen al te beste keuze, zoals later zou blijken, want haar politiek, godsdienstig en sociaal-economisch beleid vormden al snel de voedingsbodem voor wat later de geschiedenis zou ingaan als de opstand der Nederlanden tegen Spanje, beter bekend onder de benaming van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648).

De spreekwoordelijke lont in het kruitvat dient echter in Brussel, en meer bepaald in 1566 gezocht te worden. Op 3 april van dat jaar begaven zich in een plechtstatige stoet zo’n vierhonderd edellieden naar het paleis van de landvoogdes met een smeekschrift om onder meer een tolerantere godsdienstige politiek te bepleiten en de afschaffing van de inquisitie te vragen. Haar raadsman, Charles de Berlaymont (1510-1578) fluisterde haar de denigrerende woorden toe: “N’ayez pas peur, ce sont que des geux”, of vertaald, “Wees niet bang, het zijn slechts armoezaaiers”. Maar Berlaymont had de grieven en het onderliggend ongenoegen duidelijk verkeerd ingeschat. Marnix, aanwezig als één der edellieden bij het verzoek aan Margaretha van Parma, was dermate verbolgen over haar onbuigzaamheid dat hij kort daarop troepen probeerde te ronselen in een poging om tegen de Spaanse overheersing actie te ondernemen. De aanloop tot wat later zou ontaarden in een gewapend conflict dat de geopolitieke kaarten binnen het vroegere rijk van keizer Karel danig zou dooreenschudden.

Aanbieding van het Smeekschrift van de edelen, Frans Hogenberg.
Aanbieding van het Smeekschrift van de edelen, Frans Hogenberg.

Marnix’s stempel op de geschiedenis

Intussen escaleerde de situatie van kwaad naar erger. In datzelfde jaar raasde de Beeldenstorm als een niets ontziende orkaan door de Lage Landen. De komst in 1567 van Don Fernando Alvarez de Toledo y Pimentel, beter bekend als de Hertog van Alva (1507-1582) voorspelde al evenmin veel goeds. Vrijwel onmiddellijk na zijn aankomst in Brussel met een keurkorps van 10.000 soldaten richtte Alva de Raad van Beroerten op. Deze Bloedraad, zoals ook wel genoemd, was een soort rechtbank met als doel iedereen te bestraffen die op één of andere wijze deel had genomen aan de onlusten of aan de Beeldenstorm. Op vijf juni 1568 liet Alva de graven Egmont en Hoorn publiekelijk onthoofden op de Grote Markt van Brussel.

Oudste publicatie van het Wilhelmus uit de jaren 1570 - Koninklijke Bibliotheek België
Oudste publicatie van het Wilhelmus uit de jaren 1570 – Koninklijke Bibliotheek België
Veel edelen waaronder ook Willem van Oranje (1533-1584) hadden al lang tevoren de bui zien hangen en waren naar Duitsland of Engeland gevlucht. Marnix zelf was uitgeweken naar het Duitse Bremen om vervolgens onderdak te zoeken in Friesland. Tijdens deze gedwongen ballingsschap publiceerde hij talrijke hekelgeschriften tegen de rooms-katholieke Kerk. Volgens sommigen schreef hij in diezelfde periode het Wilhelmus dat later zou uitgroeien tot het Nederlandse volkslied. Tegenwoordig is men het er wel over eens dat Marnix van Sint Aldegonde niet de auteur van het Wilhelmus was. Volgens de laatste inzichten is Petrus Datheen de auteur van de tekst.

In 1571 trad Marnix als diplomatiek gezant in dienst bij Willem van Oranje. Het jaar daarop vond de inname van Den Briel plaats waarbij de watergeuzen de stad veroverden op de Spanjaarden. Een belangrijk militair succes, want overmoedig geworden door deze onverwachte overwinning, zou de rebellie zich verder uitbreiden. Spottend werd dan ook al vlug gezegd: “Op 1 april 1572 verloor Alva zijn bril”. De verovering van Den Briel had echter ook minder fraaie kanten. Kort na de inname werden er enkele katholieke religieuzen uit Gorkum ter dood gebracht. De stoffelijke resten van deze ‘Martelaren van Gorkum’ worden nu in een rijkelijk versierd reliekschrijn bewaard in de Sint-Nicolaaskerk te Brussel.

Standbeeld van Philips van Marnix aan de gevel van de Hoogstraat 255 in Brussel
Standbeeld van Philips van Marnix aan de gevel van de Hoogstraat 255 in Brussel
Dat de wreedheden evenwel van beide partijen konden komen bewijst dan weer de plundering van de stad Antwerpen, beschreven als ‘de Spaanse Furie’. Op vier november 1576 drongen muitende Spaanse troepen de stad binnen en richtten er dagenlang een ware ravage aan. De zaak veroorzaakte veel ophef en beroering. Het was dan ook nog datzelfde jaar de directe aanleiding tot de Pacificatie van Gent. Marnix zou hierin als diplomaat een vooraanstaande rol vervullen. Met deze in 1576 op het Gentse stadhuis afgesloten overeenkomst tussen enerzijds de Staten van Brabant, Vlaanderen, Henegouwen, Artesië en anderzijds de Staten van Holland en Zeeland, erkenden zij vanaf toen de Prins van Oranje als hun stadhouder. Enkele jaren later, in 1583 om precies te zijn, benoemde Willem van Oranje Marnix tot burgemeester van Antwerpen. Niet voor lang echter. Op drie juli 1584 werd de stad omsingeld door een indrukwekkende Spaanse troepenmacht onder leiding van Alexander Farnese (1545-1592), de zoon van Margaretha van Parma. Na veertien maanden belegering diende Marnix de stad op zeventien augustus 1585 over te dragen in Spaanse handen. Marnix trok zich terug op het kasteel van West-Souburg waar hij zich opnieuw wijdde aan het schrijven van boeken.

In zijn laatste levensjaren verhuisde Philips van Marnix, Heer van Sint-Aldegonde, naar Leiden waar hij op 15 december 1598 overleed. Hij ligt er begraven in het koorgedeelte van de laatgotische Sint-Pieterskerk.

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schrijft Rudi Schrever al verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen. Verder is hij bestuurslid van de Geschied- en Heemkundige kring van de Brusselse deelgemeente Laken. [email protected]

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.015 actieve abonnees)


Ruim 50.000 geschiedenisliefhebbers ontvangen wekelijks onze gratis nieuwsbrief.

Meld u ook aan

×