Dark
Light

Middeleeuwse postbodes: meer dan enkel briefdragers

7 minuten leestijd
Beelden van messagiers in Basel - Foto: H. Lowagie, 'Met brieven an de wet'
Beelden van messagiers in Basel - Foto: H. Lowagie, 'Met brieven an de wet'

Hedendaagse politici hebben massamedia nodig om hun boodschap te verspreiden en hun mening te verkondigen: eerst waren er de radio en televisie, momenteel zien we een sterke opmars van sociale media zoals facebook en twitter. Deze media hebben de manier waarop aan politiek gedaan wordt sterk beïnvloed. Ik wil in dit artikel kort bekijken welke media een politiek figuur in de late middeleeuwen tot zijn beschikking had en hoe hij deze media gebruikte om zijn politieke ambities waar te maken.

Bode van de koning van Noorwegen

Kenteken van de middeleeuwse bode van de stad Gent met het stadslogo en de ‘maagd van gent’ – Foto: stamgent.be
In een laatmiddeleeuwse stedelijke maatschappij bestonden er verschillende methoden om een boodschap te verspreiden. Dit kon gaan van blaasinstrumenten, klokken, vuur en rook, kledij, toneelspelen, processies, schilderijen en wandtapijten, uitgehangen teksten tot een roep. Van al deze methoden had het rondsturen van brieven de grootste geografische reikwijdte. Daarom wordt dit medium gezien als een cruciaal middel om een boodschap te verspreiden. Door de productie van papier in de Nederlanden, sinds het eind van de veertiende eeuw, kwam een veel goedkopere schriftdrager op de markt. Hierdoor explodeerde het aantal korte brieven die personen en/of instellingen aan elkaar schreven. Door brieven te schrijven werden zaken verduidelijkt of gevraagd, maar de brief was ook een belangrijk politiek propaganda-instrument. De papieren brief werd het middel bij uitstek om, veraf of dichtbij, politieke contacten te onderhouden.

Ik wil in deze bijdrage kort stilstaan bij twee aspecten van het laatmiddeleeuwse briefverkeer die cruciaal zijn om te begrijpen hoe het politieke briefverkeer in de late middeleeuwen functioneerde: de rol van de bode en de rol van de vormelijke elementen van een brief.

De stedelijke bode: exponent van stedelijke invloed

Elke publieke instantie had in de middeleeuwen een eigen bode. Er waren verschillende soorten actief. De meeste steden in West-Europa hadden een of meerdere eigen stadsboden ter beschikking. De metropool Brugge moest continu contacten onderhouden. Ten eerste met de Vlaamse steden, met wie ze samen het college van de Leden van Vlaanderen vormde en een oppositie voerde tegen het grafelijke beleid. Ten tweede met de economische partners zoals de Engelse steden of natuurlijk de Hanzesteden. Hiervoor had Brugge in de vijftiende eeuw vier vaste messagiers in dienst. Het gemiddeld aantal dienstjaren van de 22 messagiers wiens loopbaan volledig gekend is, was 14,3 jaar. Dit zorgde voor continuïteit en vertrouwen, zowel bij zender als ontvanger. De bode kende de geadresseerden (en vice versa), de lokale gebruiken en de bijhorende gevaren of risico’s.

Omdat er heel veel brieven werden gestuurd en de bode dus het merendeel van de tijd buiten de stad was, hadden de steden met hun eigen messagier bovendien ook een belangrijke representant buitenshuis. De kracht van de representatie van de bode lag niet in zijn rijkdom of sociale afkomst, maar wel in datgene wat hij vertegenwoordigde, namelijk de macht en economische positie van de stad. De messagier veruiterlijkte de stedelijke identiteit en ambities. Hun functie en hun veelvuldige contacten met externen maakten van de stadsbode een verpersoonlijking van de stad. Dit uitte zich ook in verschillende iconografische voorstellingen.

Voorbeeld van een middeleeuwse brief – Foto: H. Lowagie, ‘Met brieven an de wet’

Wie vanaf de zestiende eeuw de Zwitserse stad Bern binnenkwam via haar versterkte brug, stoot (ook nu nog) meteen op de Läuferbrunnen. Dit is een standbeeld van een stadsbode, opgericht rond 1540. Aan zijn voeten stond de mascotte van de stad, de beer. De messagier en de beer stonden samen symbool voor de gehele stedelijke, geïnformeerde, gemeenschap.

Läuferbrunnen – Foto: CC/Mike Lehmann

In Basel werd zelfs op de gevel van het stadhuis een standbeeld opgericht van een messagier die vermoord werd in 1444. Deze iconografische voorstellingen tonen aan dat een messagier een belangrijke waarde had voor het stadsbestuur. Op iedere iconografische voorstelling is de bode te zien in volledig stedelijk ornaat. Hij was niet enkel gekleed in de kenmerkende kleuren van de stad, hij droeg ook een kenmerkende bus, waarin hij zijn brieven bewaarde. Dit was niet zomaar een gebruiksvoorwerp, want het was gemaakt uit zilver, rijkelijk versierd en voorzien van het stadslogo. Reeds in 1338-1339 kreeg de Gentse messagier bij zijn huwelijk een ‘busse ende enen rieme van selvere ghemaect van der stede wapine’. In het vijftiende-eeuwse Gent kreeg de nieuwe messagier telkens een dergelijke bus bij zijn aanstelling. Vaak werden deze bussen in cilindervorm vervaardigd, maar dat was lang niet altijd zo (dat was ook niet nodig met geplooide papieren brieven). Deze bussen waren voorzien van een stadslogo en van stedelijke symboliek.

Ook al droeg de messagier in de eerste plaats brieven rond, door zijn uitrusting en vormelijke uiterlijkheden bracht hij bij iedereen buiten de stadsmuren ook een andere belangrijke boodschap over. Wie een stedelijke bode zag rondreizen, merkte de sterke aanwezigheid van de steden en de daarbij horende politieke en economische macht. Het was vooral dat wat de steden wilden benadrukken.

De gesloten brief: element van hiërarchiering

Niet enkel de bode met zijn klederdracht en accessoires was een belangrijk element van de stedelijke profilering. Ook een laatmiddeleeuwse brief was een exponent van de stedelijke bevoegdheid en ambities. In 1351 werd Alaerd, heer van Spiere door de Vlaamse graaf Lodewijk van Male gestraft tot een “amende honorable” tegenover het Kortrijkse bestuur. Het bestuur had namelijk een brief geschreven aan de heer van Spiere om uitleg te eisen over een illegaal uitgevoerde arrestatie van een Kortrijkse poorter. Dit ontzette de heer van Spiere zo erg dat hij de stedelijke bode, die de brief bracht, de brief en de aangehechte zegel liet opeten. Door het doen verdwijnen van de brief wilde Alaerd de inhoud en de achterliggende intenties ervan uitwissen. De tekst waar de straf voor Alard werd bepaald zegt dat:

Messires Alars, sires d’Espiere […] se fist par sa volunté et contre raison manger et user au messagier de nostre dicte ville, appellé Jaques Le Sencte, la lettre à séel.

(“De heer Alard, heer van Spiere, verplichtte aan de bode Jacques Le Sencte tegen alle rede in dat hij de brief met zegel moest opeten en tot zich nemen”)

Ook dit toont sterk het verband aan dat werd gemaakt tussen de geschreven boodschap op de brief enerzijds en de briefdrager en briefbrenger anderzijds. Door het doen verwijderen van de brief, wilde Alaerd dus ook de intentie van de brief doen verwijderen. Dit maakte het stadsbestuur zo verbolgen dat het prompt naar de graaf stapte. De stad Kortrijk kon niet verkroppen dat Alaerd van Spiere haar communicatiepraktijk zo drastisch verstoorde en het bestuur op deze manier beledigde. Ze trokken met deze klacht naar Lodewijk van Male die Alaerd veroordeelde tot een symbolische boete. Hij moest jaarlijks blootshoofds en in eenvoudige klederdracht naar het schepenhuis trekken om daar zijn vergiffenis te vragen voor het feit dat hij de stadsbode de brief liet opeten. De gesloten brief, of missive, was dus geen neutraal materieel object, maar een heus element van stedelijkheid waar een stadsbestuur een belangrijke boodschap mee verspreidde. Het document was doordrenkt van symbolische vormelementen. Het schenden van dit object, zeker op een dergelijke manier, was voor het stadsbestuur een grote belediging. Het was meer dan wat geschreven woorden maar bevatte tal van elementen die de stedelijkheid veruiterlijkten.

Vorm 1 – Gent, 8 mei 1422 (ADN, B 17633)

Dit maakte dat ook de opmaak van de brief een niet mis te verstane boodschap met zich meedroeg. Na mijn brievenonderzoek viel het me namelijk op dat er drie soorten opmaak gebruikt werden. Het gaat hier dus over de lay-out van de brief en over de plaats waar elk onderdeel van de tekst (de aanspreking, begroeting, enzovoort) werd geschreven. Deze soorten opmaak werden niet arbitrair gekozen. Ze verklaarden veel over de onderlinge verhouding tussen zender en ontvanger, over de relatie die de afzender zichzelf toemat ten opzichte van de geadresseerde. De keuze voor een bepaalde opmaak werd bepaald door de onderlinge relatie die er was of die de afzender op zijn minste wilde vormen ten opzichte van de geadresseerde. Er was een opmaak voor wanneer de briefschrijver zichzelf uit beleefdheid onderdanig positioneerde tegenover de geadresseerde, er was een opmaak voor een gelijkwaardige verhouding tussen zender en ontvanger en tot slot een opmaak voor wanneer de afzender zichzelf duidelijk boven de geadresseerde plaatste. Het gebruik van drie verschillende soorten opmaak, is een belangrijk element van de stedelijke boodschap. Door de opmaak van de brief wist de geadresseerde al meteen op welk niveau hij door een stadsbestuur werd geplaatst.

Kortom, het versturen van een brief was dus een klein dagelijks stedelijk ritueel doordrenkt van symboliek. Deze lezing is dan ook een pleidooi om bij ieder gebeuren in de laatmiddeleeuwse maatschappij, het belang van deze verschillende tekensystemen en de verschillende lagen in ogenschouw te nemen. Vaak werd via allerlei elementen een duidelijke boodschap weergegeven, die wij als 21-eeuwse historicus vaak niet meer kunnen herkennen of verstaan. De geschreven boodschap was slechts één element van de bredere laatmiddeleeuwse beeldcultuur. Het geschrevene moet steeds gezien worden binnen het kader van allerlei andere tekensystemen en symbolische ladingen. Het proces van verschriftelijking is dan ook slechts het proces waarbij het geschrevene aan belang wint ten opzichte van elke andere tekensymboliek.

~ Hannes Lowagie

Meer over dit onderwerp, met verder onderzoek naar de inhoud van de brieven en hoe dit in relatie stond met de verschillende opmaak en met de ambities van het bestuur, is te vinden in het recent verschenen boek ‘Met brieven an de wet. Het stedelijk briefverkeer in het laatmiddeleeuwse graafschap Vlaanderen’, verschenen bij Academia Press en te bestellen online via: www.academiapress.be

×