Dark
Light

Provo: de ludieke opstand van de jaren 1960

Tegen bom en regentendom
Auteur:
5 minuten leestijd
Het eerste verkiezingsbord van de Provopartij te Amsterdam, 8 mei 1966 (cc - Anefo - NA - Spaarnestad)
Het eerste verkiezingsbord van de Provopartij te Amsterdam, 8 mei 1966 (cc - Anefo - NA - Spaarnestad)

Tussen mei 1965 en mei 1967 was Amsterdam, en ook de nationale en internationale pers, in de ban van de ludieke acties van de Provo’s. Bekende namen uit deze verzetsbeweging van jongeren waren Roel van Duijn, de ‘anti-rookmagiër’ Robert Jasper Grootveld, Rob Stolk en Irène van de Weetering. De Provo’s protesteerden op een ludieke manier tegen de atoombom, de Vietnamoorlog, het gezag, de kerk en milieuvervuiling. In het diepgravende, mooi vormgegeven boek Provo. De ludieke opstand tegen bom en regentendom van historicus Marko Otten blijft geen detail van deze jeugdbeweging onbesproken.

Structuur van het boek Provo. De ludieke opstand…

Witte fietsen in Nationaal Park de Hoge Veluwe - cc
Witte fietsen in Nationaal Park de Hoge Veluwe – cc
Het boek zit logisch en goed gestructureerd in elkaar. Marko Otten heeft het betoog opgebouwd in drie delen, met een vierde afsluitende deel dat literatuur en bijlagen bevat. In het eerste deel schetst hij de kritische atmosfeer van de jaren 1960, met een aanloop vanuit de jaren 1950. Provocaties en het uitdagen van het gezag begon al – zo toont Otten overtuigend aan – in de jaren vijftig. Artistieke bewegingen als COBRA, de literaire club van de Vijftigers en prozaïsten choqueerden en provoceerden (via) de media, tot verbazing van buitenlandse journalisten en tot ergernis van de gevestigde maatschappelijke orde.

Otten behandelt verder onder meer vroege jeugdculturen als de Zazous, de nozems en Provo’s, gaat in op de kritiek op het Nederlandse koningshuis rond de Greet Hofmans-affaire en de persoon van Claus von Amsberg, terwijl ook het Wittefietsenplan (uit juli 1965) de revue passeert. Deel twee betoogt dat Provo, ondanks haar ‘provokaasies’ aan het adres van de gevestigde orde, beschouwd kan worden als een primair pacifistische organisatie. Provo was niet alleen een emancipatiebeweging van jongeren, stelt Otten. Hiermee corrigeert Otten een vrij dominant beeld uit de bestaande literatuur:

“Provogeschiedschrijving heeft het pacifisme hoe dan ook karig bedeeld. Het werd in de eerste plaats overschaduwd door keuzes en accenten die werden ingegeven door de aandacht in de media. Ook de kleurrijke gevolgen van Provoactiviteit verdrongen het vredesstreven naar de achtergrond. Denk aan de charges bij de fototentoonstelling over de uit de hand gelopen trouwdag van Beatrix en Claus, de maandenlange detentie van provo Hans Tuynman, de bestorming van De Telegraaf door bouwvakkers en Provo’s, een paginagrote petitie voor het herstel van de juiste rechtsgang, het ontslag van burgemeester en verzetsheld Gijsbert van Hall of – iets van een andere orde – de oprichting van Paradiso in een leegstaand kerkgebouw vlak bij het Leidseplein.” (75)

Het derde deel van Provo. De ludieke opstand, gaat in op de diverse verschijningsvormen van het Provoprotest. Hierin staat de ‘Provologie’ centraal: een door Robert Jasper Grootveld bedachte term voor het ‘onderzoek naar de Provobeweging’. Verscheidene aspecten en verschijningsvormen van de beweging krijgen in dit gedeelte aandacht, zoals de nieuwe schrijfstijl van de beweging (schrijf zoals je het uitspreekt, bijvoorbeeld magies sentrum Amsterdam), het woordgebruik (asfaltterreur, happenings, klootjesvolk en antirookmagiër), de achterliggende filosofie, intellectuele inspiratiebronnen van de beweging, sociologische achtergronden, het thema ‘magie’ en de connecties met het dadaïsme.

Landelijke impact van provo

Nieuwsblad van het Noorden , 12 april 1954 (Delpher)
Nieuwsblad van het Noorden , 12 april 1954 (Delpher)
Een vastgeroest stereotiep rond Provo is dat deze beweging eigenlijk alleen maar in Amsterdam voorkwam en (eventueel) in enkele andere steden in de Randstad. Des te mooier is het dat Otten ruime aandacht besteedt aan de verschijningsvormen van Provo in de regio.

Zo maken we kennis met het ‘Coevorder Lieverdje’, waar Drentse Provo’s in 1965 een ‘happening’ organiseerden, en met de uitingsvormen van Provo in onder meer Groningen en Maastricht.

Happening bij het ‘Coevorder Lieverdje’

Drenthe had haar eigen toonaangevende Provo, namelijk Allard van Lenthe. Deze was zeer vermoedelijk de eerste Provo die met een publieke actie de Vietnamoorlog bekritiseerde. In de Drentse plaats Coevorden stond een standbeeld van de Indische generaal en later gouverneur-generaal Joannes Benedictus van Heutsz (1851-1924), die in die plaats geboren was. Tijdens de Atjeh-Oorlog (1873-1942) was Van Heutsz, net als andere KNIL-kopstukken en militairen betrokken geweest bij het doden van burgers.

De Provo’s Allard van Lenthe en Relus ter Beek (1944-2008) – die later Commissaris van de Koningin in Drenthe werd – besloten dat het tijd was voor actie en organiseerden al vroeg, op 9 april 1965, een happening bij het Van Heutsz-standbeeld in Coevorden:

“Deelnemers waren een handvol studenten van de lerarenopleiding in de regio. Zij publiceerden een tijdschriftje voor PvdA-jongeren, De rooie drentse. Met hun happening stelden de jonge Drentenaren het uitmoorden van dorpen in Atjeh aan de kaak.” (99)

De analogie die getrokken werd hield natuurlijk verband met de Vietnamoorlog. Ook in die oorlog waren, net als in Atjeh, onschuldige burgers het slachtoffer van het oorlogsgeweld.

Provo’s in de stad Groningen

In de stad Groningen was in juni 1966 het eerste deel van het lokale Provoblad Scandal verschenen. Otten:

“Vanwege vermeend pornografische poëzie (!) legde de politie onmiddellijk beslag op de voorraad die ze aantrof bij de inval in de zogeheten Paranoiashop aan de Muschengang 5, het hoofdkwartier van de Groningse Provo’s.” (129)

Hierna gingen de Provo’s in onderhandeling met de Groningse politiecommissaris M. Müller. Het gesprek verliep beter dan dat van een jaar eerder, in augustus 1964, in Amsterdam tussen de Provo’s daar en hoofdcommissaris Van der Molen:

“Roel van Duijn noemde de Groningse politiechef dan ook ‘de eerste pop-art commissaris in Nederland’. Müller begon ermee de Provo’s een vrijplaats toe te wijzen voor hun happenings: het Martinikerkhof. De aanwezigheid van een coulante hoofdcommissaris in Groningen was van doorslaggevend belang. We kunnen bijvoorbeeld vaststellen dat de Groningse politie anders dan de Amsterdamse collega’s nooit met knuppels en bullenpezen in de weer is geweest.” (129,130)

Maastricht: Lynx en ontbijt op bed

Maastricht toonde zich in de hectiek van Provo een relatief gezien behoudende stad, zo stelt Marko Otten. De stad werd volgens hem destijds paternalistisch bestuurd, gestempeld door het rooms-katholicisme. Omstanders in de stad keken tijdens acties verbaasd op, zoals tijdens een protestmars tegen de NAVO in september 1966.

In de stad zette de politicologiestudent Roelof Bos in 1966 het Provoblaadje Lynx en ontbijt op bed op, dat de Provocultuur uit Amsterdam naar Limburg moest overbrengen. In het blaadje ageerden Maastrichtse Provo’s als Jef van den Hove en Yves van Kempen tegen oorlog in het algemeen en de Vietnamoorlog in het bijzonder.

Provo - De ludieke opstand tegen bom en regentendom
Provo – De ludieke opstand tegen bom en regentendom
Ik citeer Otten, die hierover schrijft:

“De laatste twee edities, Lynx 5 en 6, brachten het Lynxe pacifisme medio 1967 nog een slagje persoonlijker. Net als we dat elders wel zagen gebeuren in de Provobladen, omarmde de redactie de ‘Lieve(R)evolutie’; dat werd de nieuwe ondertitel van het blad. Het vredestreven vonden we hier nog sterker dan voorheen verbonden met persoonlijke keuzes: dienstweigeren, ‘preventieve geweldloze activiteit’, make love not war en het verwerpen van de rooms-katholieke zedenleer.” (p.137)

Boek: Provo. De ludieke opstand tegen bom en regentendom – Marko Otten
Lees ook: Provo als mediafenomeen (1965-1967)
…en: Provoceren (in het Colosseum en bij Het Lieverdje)
…en: Nozems – uitdagende jeugdcultuur uit de jaren 1950 en 1960

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×