Dark
Light

Rijksmuseum als Nationaal Historisch Museum?

4 minuten leestijd
Zaal negentiende eeuw in het Rijksmuseum - Foto: Rijksmuseum
Zaal negentiende eeuw in het Rijksmuseum - Foto: Rijksmuseum

Op zaterdag 13 april 2013 werd het Rijksmuseum na een tien jaar durende verbouwing opnieuw geopend. Niet alleen het gebouw is vernieuwd, ook de opstelling van de collectie is veranderd: kunstwerken en historische objecten worden naast elkaar tentoongesteld. Historici.nl ging op zoek naar de geschiedenis in het vernieuwde Rijksmuseum. Hoe verhoudt zich de geschiedenis tot de kunstgeschiedenis in het tentoongestelde?

Zaal achttiende eeuw in het Rijksmuseum
Zaal 18e eeuw – Foto: Iwan Baan / Rijksmuseum
“Het nieuwe Rijksmuseum is het enige nationale museum ter wereld dat kunst tentoonstelt en tegelijk het nationale museum is voor geschiedenis.” Dat stelt Taco Dibbits, directeur Collecties, in zijn inleidende praatje tijdens de persbijeenkomst. “Besef van tijd en gevoel voor schoonheid” is het motto van het museum. Aan ons de opdracht om te onderzoeken welk verhaal van de Nederlandse geschiedenis het museum eigenlijk vertelt. En gaan de historische zeggingskracht en esthetiek samen op en hoe dan?

Op zoek naar geschiedenis

Er is veel geschiedenis te vinden in het Rijksmuseum. Maar wie zoals Jan Marijnissen, een van de initiatiefnemers van het gesneuvelde Nationaal Historisch Museum (NHM), op zoek is naar hét verhaal van de Nederlandse geschiedenis komt niet helemaal aan zijn trekken. De tekstbordjes met uitleg bij de schilderijen en objecten zijn maar zestig woorden lang. Daarnaast zijn er gaten in de collectie: vooral de twintigste eeuw is incompleet. Ook over de grondwet van 1848 en over de periode van industrialisatie kan het museum nauwelijks iets tentoonstellen.

Nu kan en wil het Rijksmuseum ook helemaal geen totaaloverzicht van de geschiedenis bieden, zegt historicus en senior conservator geschiedenis Gijs van der Ham. Van der Ham ziet een rol weggelegd voor andere musea, waaronder het Openluchtmuseum, om de lacunes aan te vullen, bijvoorbeeld op het gebied van alledaagse geschiedenis. De bestaande collectie van het Rijksmuseum vormde het uitgangspunt voor de huidige opstelling, maar dat betekent niet dat voor alle objecten een logische plaats was. Martine Gosselink vertelde al eerder dat een aantal ‘spijtobjecten’ die niet in het Rijksmuseum kunnen worden opgesteld hopelijk in Arnhem een plek krijgen.

In tegenstelling tot het beoogde NHM koos het Rijksmuseum voor een chronologische en niet voor een thematische opstelling. Ondanks de lacunes in de collectie ervaar je daardoor als bezoeker toch een sterke historische beleving. Je loopt van ene naar de andere eeuw en wordt in deze ontdekkingstocht niet teveel bij de hand genomen.

De F.K. 23 Bantam, één van de objecten in het nieuwe Rijksmuseum

Wisselwerking

De collectie van het Rijksmuseum bestaat slechts voor een klein deel, zo’n vijf procent, uit historische objecten – de rest is kunst. Maar al zijn de historische objecten schaars, als je door de prachtig opgeknapte en opgepoetste zalen en gangen van het museum dwaalt, valt direct op hoe goed de kunstwerken en de objecten verweven zijn in de opstelling.

Veel schilderijen komen tot leven doordat de afgebeelde objecten in dezelfde ruimte zijn terug te vinden. Schilderijen van de Nederlandse burgerij getooid met zilveren gildeketens hangen naast een vitrine gevuld met dit soort kettingen. Verderop, in de zeventiende eeuw, hangen portretten van personen zittend op een stoel. De bezoeker hoeft zich alleen maar om te draaien om oog in oog te staan met een vergelijkbaar meubelstuk.

De afwisseling van object en beeld werkt erg goed in de zogeheten ‘zeezalen’. Zodra je blik afdwaalt van een schilderij met een oorlogsvloot kijk je recht in de loop van een kanon. De bijna onzichtbare vitrines zorgen overal voor een onmiskenbare historische ervaring: er lijkt niets te staan tussen de bezoeker en het uitgestalde object.

Authenticiteit en historische sensatie

Muts afkomstig uit een graf op Spitsbergen, eind 17de / 18de eeuw
Muts afkomstig uit een graf op Spitsbergen, eind 17de / 18de eeuw (Rijksmuseum Amsterdam)
In de selectie van de tentoongestelde objecten stond volgens Jan de Hond, conservator geschiedenis van het Rijksmuseum, de authenticiteit van de tentoongestelde objecten voorop. Het museum wil geen replica’s of objecten van onduidelijke herkomst tentoonstellen. Dit beginsel maakt het samenstellen van een historisch min of meer ‘complete’ collectie echter niet gemakkelijk.

Sommige periodes uit de Nederlandse geschiedenis, zoals bijvoorbeeld de slavenhandel, moeten wel aan bod komen. De eigen collectie bevatte echter geen geschikt object om dit in beeld te brengen. De objecten die het museum op het spoor kwam, bleken niet authentiek of waren niet te traceren tot een bestaande plantage – een argument om af te zien van aankoop. Uiteindelijk ligt er nu één authentieke slavenboei in een vitrine. Die ligt naast een aantal andere publicaties en objecten die in verband worden gebracht met de antislavernijbeweging.

Een onooglijk verroest stuk metaal en visueel niet aantrekkelijk – maar de boei vertelt wél een belangrijk verhaal. De historische waarde van een object blijkt in dit geval belangrijker dan esthetiek. Dit geldt ook voor de gehavende achterlader, afkomstig van een schip dat ten onder ging tijdens de slag op het Haarlemmermeer (1573). Het stuk hangt onder een zeventiende-eeuws schilderij van Hendrik Cornelisz. Vroom dat de slag tussen de Hollandse en Spaanse schepen afbeeldt. En het werkt: deze combinatie doet geen afbreuk aan de schilderkunst, maar zorgt juist voor een interessante interactie.

De kracht van deze wisselwerking ervaren we ook bij het zien van de mutsjes die gevonden zijn in de graven van walvisvaarders in Spitsbergen. Ze liggen onder het schilderij van Cornelis de Man dat een Spitsbergse traankokerij afbeeldt. Het besef dat échte historische figuren, zoals afgebeeld op het schilderij, deze mutsen hebben gedragen, maakt de geschiedenis bijna tastbaar.

Scheepsmodel William Rex (Rijksmuseum Amsterdam)

Historische zeggingskracht

Het doel van de conservatoren geschiedenis van het Rijksmuseum lijkt dus geslaagd. Het oproepen van een historische sensatie was een belangrijk uitgangspunt bij de selectie, zoals Gosselink al zei in het eerdere interview met historici.nl. Juist op die plekken in het museum waar kunst en objecten samen te zien zijn, is er echt een historische tijdsbeleving te ervaren. De toekomst zal uitwijzen of met de verwachte hoge bezoekersaantallen de verbanden tussen kunst en historisch object voor de bezoeker zichtbaar blijven.

Wij vinden dat de historische beleving in het Rijksmuseum het sterkste is op plaatsen waar kunst, object en achtergrondinformatie samenkomen. Anders dan de historische objecten zijn de vele meesterwerken in het museum gemakkelijk te waarderen als op zichzelf staande stukken. Uiteindelijk wordt de kunstliefhebber beter bediend dan diegene die geïnteresseerd is in een historische verhaal: naar dat laatste moet de bezoeker echt op zoek gaan.

~ Minte Kamphuis & Loes van Suijlekom, Historici.nl

×