Het beroemde leesplankje Aap-Noot-Mies kwam ruim honderd jaar geleden op de markt. Generaties schoolkinderen leerden vanaf 1910 lezen met dit leesplankje. In Museum van de Twintigste Eeuw in Hoorn wordt de komende maanden uitgebreid aandacht besteed aan het leesplankje.
Het leesplankje werd ontworpen door de onderwijzer M.B. Hoogeveen. Voor het leesonderwijs in zijn klas gebruikte hij een klassikale versie van het leesplank. Deze versie is nooit uitgegeven maar een
paar jaar later, in 1897, ontwierp Hoogeveen een leesplankje dat door uitgeverij M.D. Brinkgreve in Deventer werd uitgebracht. Dit plankje begon met de woorden Raam, Roos, Neef, Fik, Gat. Lang niet iedereen was positief over dit ‘plankje’. Museum van de Twintigste Eeuw:
Het succes kwam pas vanaf 1910, toen de leesmethode overgenomen werd door uitgeverij Wolters. Zij gaven illustrator Cornelis Jetses de opdracht om de tekeningen op het plankje te maken. In 1931 werd de methode aangepast en verscheen er ook een nieuwe versie van de vertelselplaat bij de verbeterde leesplank. In deze nieuwe versie zijn de figuren aangepast aan de mode van de tijd.
Zeker niet alle Nederlandse kinderen kregen hun leesonderwijs met dit leesplankje. Zo werd er voor het katholieke onderwijs door de Tilburgse Frater E. Becker een leesplankje ontworpen dat begon met de woorden: Aap, Roos, Zeef. Voor de leerlingen in voormalige Nederlands-Indië werd ook een speciaal leesplankje gemaakt. Dit plankje begon met de woorden Jaap, Gijs, Dien.
De expositie Aap-Noot-Mies is samengesteld door het Nationaal Onderwijsmuseum en loopt tot en met 28 oktober 2012.
In de overzichtstentoonstelling zijn niet alleen de verschillende leesplankjes te zien maar ook diverse varianten en veel schoolplaten.