Dark
Light

De Spaanse Furie in Antwerpen (4-7 november 1576)

Auteur:
3 minuten leestijd
De Spaanse Furie in Antwerpen (4-7 november 1576)
De Spaanse Furie in Antwerpen (4-7 november 1576)

De Spaanse Furie is ook wel bekend als de ‘plundering van Antwerpen’ en vond plaats tijdens de Tachtigjarige Oorlog, meer precies van 4-7 november 1576. Binnen het Spaanse leger in de Nederlanden vonden in de periode tussen 1572 en 1607 maar liefst vijfenveertig muiterijen plaats, doorgaans omdat soldij niet op tijd betaald werd. De beruchtste muiterij was die in de Scheldestad Antwerpen in november 1576, toen ongeveer 4.800 Spaanse soldaten van het Koninklijke Spaanse Leger de stad plunderden.

Furie of Erinyen - Griekse mythologie
Furie of Erinyen – Griekse mythologie (Publiek Domein – wiki)
Het woord ‘furie’ in Spaanse Furie is zeer waarschijnlijk ontleend aan de furiën uit de Griekse mythologie, de wraakgodinnen die in het Latijn Furiae heten en in het Grieks ἐρίνειν: de Erinyen. Zij woonden in de onderwereld, maar kwamen naar de aarde als er mensen met wraak gestraft moesten worden. Ons woord ‘furieus’ – kwaad, woedend – is van dit begrip afgeleid.

Aanloop naar de Spaanse Furie

De stad Antwerpen maakte op het moment van de Spaanse Furie in 1576 een economische bloeiperiode door, ondanks de Tachtigjarige Oorlog. De stad was stinkend rijk. Symbool daarvoor stond het tien jaar jonge stadhuis, de parel op de kroon van Antwerpen.

De Spanjaarden zelf waren op dat moment nagenoeg bankroet. Koning Filips II slaagde er niet in de Spaanse militairen op tijd hun soldij te betalen. Sommige soldaten hadden al tweeënhalf jaar geen soldij ontvangen. Het koninklijke Spaanse leger besloot daarom om zelf het een en ander bij elkaar te roven uit Antwerpen.

Allegorie over de Spaanse furie. Hans Collaert, 1577, Museum Boijmans Van Beuningen
Allegorie over de Spaanse Furie. Hans Collaert, 1577, Museum Boijmans Van Beuningen

Duizenden slachtoffers

Op 4 november, omstreeks half één in de middag, drongen Spaanse soldaten woningen binnen. Ze doodden talrijke inwoners, verkrachtten op grote schaal vrouwen en stalen het geld en de sieraden die ze op hun pad tegenkwamen. Drie dagen lang werd Antwerpen geplunderd, waarbij men niemand spaarde. In de stad aanwezige Waalse en Duitse soldaten, die betaald waren om de stad te verdedigen, sloten zich aan bij de Spaanse muiters en deden met ze mee.

Volgens ooggetuigen riepen de Spaanse soldaten het volgende:

“Santiago! España! A sangre, a carne, a fuego, a sacco!”

(Sint-Jakob! Spanje! Moord, verkracht, brand, plunder!”)

Uitval op de stad, door Frans Hogenberg (collectie: Rijksmuseum Amsterdam)
Uitval op de stad, door Frans Hogenberg (collectie: Rijksmuseum Amsterdam)

Het stadsbestuur coördineerde een tegenaanval vanuit het stadhuis, op de Grote Markt in Antwerpen. Vanuit het stadhuis en omliggende woningen schoten de Antwerpenaren met scherp op de Spaanse en Duitse soldaten. De Spanjaarden wisten dat de vernietiging van het stadhuis de enige manier was om het verzet te breken en staken het stadhuis met stro in brand. De burgers die nu het stadhuis ontvluchtten, werden doodgeslagen of doodgeschoten. Hierbij sloeg de brand ook over op de huizen in het centrum van Antwerpen. Enkele honderden huizen brandden af.

Van het stadhuis bleef niks over dan alleen de buitenmuren. Een paar inwoners van Antwerpen wisten nog een aanzienlijk deel van het stadsarchief te redden. Door de Furie waren er veel doden te betreuren. De hoogste schattingen van historici geven een aantal slachtoffers van 8000 Antwerpse burgers aan, de laagste ongeveer 2.500, terwijl er ongeveer 200 Spaanse soldaten stierven. In een kritisch relaas van Jos van Dooren uit 2012 stelt deze echter dat er – afgaande op de verslagen van Antwerpse burgers uit die tijd – vermoedelijk honderden slachtoffers zijn gevallen en geen duizenden. De hoge aantallen slachtoffers waren, zo stelde hij, overdrijvingen van calvinistische chroniqueurs.

Na de Spaanse Furie

Alexander Farnese, hertog van Parma (Otto van Veen)
Alexander Farnese, hertog van Parma (Otto van Veen)
De Spaanse Furie bracht een schok teweeg in de Nederlanden. Het versnelde de ondertekening van de zogenoemde Pacificatie van Gent op 8 november 1576. Hierbij besloten de samenwerkende gewesten onder leiding van Willem van Oranje de godsdienstconflicten tijdelijk te parkeren en een gezamenlijke vuist te maken tegen de Spanjaarden.

Na de Spaanse Furie waren de troepen Antwerpen uitgejaagd en kwam in de stad een calvinistisch bewind aan de macht. In juni 1579 sloot de stad zich aan bij de Unie van Utrecht, die de Spanjaarden bestreed. In 1581 was de wederopbouw van het stadhuis van Antwerpen een feit.

Enkele jaren later, in 1584 en 1585, vond het Beleg van Antwerpen plaats, dat uitliep op de Val van Antwerpen in augustus 1585. Hierbij veroverden Spaanse troepen van Alexander Farnese (1545-1592), hertog van Parma, de stad op de Antwerpse legeraanvoerder Marnix van Sint-Aldegonde (1540-1598). Na de Val van Antwerpen vluchtten veel protestantse inwoners van Antwerpen naar de Republiek, waar een deel van hen aan de basis stond van wat bekend is geworden als de Gouden Eeuw in de Noordelijke Nederlanden.

Lees ook: De Tachtigjarige Oorlog – Opstand in de Nederlanden
En bekijk de: Tijdlijn Vaderlandse Geschiedenis
Overzicht van boeken over de Tachtigjarige Oorlog

Bronnen

Internet
-http://www.dutchrevolt.leiden.edu/dutch/begrippen/Pages/geschiedenis-spaanse%20furie.aspx
-Jos van Doren, ‘De Spaanse Furie tussen mythe en waarheid’ (januari 2012). Zie op academia.edu: https://www.academia.edu/7894709/De_Spaanse_furie_tussen_mythe_en_waarheid

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×