Dark
Light

Tentoonstelling: A passage to Asia

Auteur:
4 minuten leestijd

Naar aanleiding van de achtste ASEM-top (Asia-Europe Meeting) die op 4 en 5 oktober 2010 plaatsvindt in het Brusselse centrum, is in het Paleis voor Schone Kunsten (BOZAR) te Brussel nog tot 10 oktober 2010 een prestigieuze tentoonstelling te zien, ditmaal over de historische, filosofische, economische en culturele banden tussen beide continenten. Handel en religie vormen de rode draad doorheen deze boeiende ontdekkingstocht van de onderlinge raakvlakken tussen de Europese en Aziatische volkeren.

2500 jaar onderlinge uitwisselingen

Bronzen trommel uit de tweede eeuw voor christus afkomstig uit het nationaal museum van Laos
Al millennia lang onderhouden Azië en Europa intense relaties. Zowel over land als over zee ontwikkelden zich niet alleen commerciële banden, maar eveneens tal van onderlinge politieke en religieuze uitwisselingen. Veroveraars zoals Alexander de Grote (4de eeuw voor Christus), Attila (5de eeuw) en Dzengis Khan (12de-13de eeuw) gingen op zoek naar rijkdom en macht. Ook Marco Polo (1254-1324), Zheng He (ca. 1371-ca.1435) en Magellaan (1480-1521) raakten in de ban van de zijde, specerijen, porselein en andere schatten. Daarnaast opende de handel de weg voor de verspreiding van grote religieuze en filosofische stromingen, die een onuitputtelijke bron vormden voor kunst en cultuur. De tentoonstelling “A passage to India belicht dan ook aan de hand van sommige nooit eerder vertoonde voorwerpen 2500 jaar uitwisseling tussen Azië en Europa, maar ook tussen de diverse etnische Aziatische volkeren.



De tentoonstelling onder de loepe

In de diverse tentoonstellingsruimtes wordt via een tiental thema’s een selectie van meer dan driehonderd kunstwerken en artefacten belicht die afkomstig zijn uit niet minder dan zestien Aziatische landen. Uit de oudste periode zijn naast boeddhistische en hindoeïstische beelden uit India en Zuidoost-Azië, indrukwekkende begrafenisurnen, rituele trommels uit de Vietnamese Dong Son bronscultuur en verfijnde juwelen uit goud en halfedelstenen te bewonderen.

Eén van de wereldprimeurs van deze tentoonstelling is de enorme kruik uit de ‘Vlakte der Kruiken’ in Laos, een uit één stuk gehouwen stenen urne, daterend uit ca. 500 voor Christus die gebruikt werd als recipiënt voor een primaire begrafenis. Een eerste of primaire begrafenis werd in Azië vaak gevolgd door een secundaire begrafenis, waarbij de beenderen en schedel van de overledene opnieuw ceremonieel werden begraven in een kleinere kruik die meestal een antropomorfe vorm aangemeten kreeg. Voorbeelden hiervan zijn de ‘Manunggul-kruik’ uit Palawan (Filippijnen) uit de negende eeuw voor Christus die een ‘zielenboot’ toont op het deksel en de ‘Maitum-kruik’ uit Mindanao (Filippijnen), waarvan het deksel de vorm heeft van een kinderhoofd, terwijl de armpjes en de beentjes afgebeeld staan op de buik van de funeraire urne.

Het gebruik van klei, van het pottenbakkerswiel en de oven bood reeds de mogelijkheid aan de vroegste beschavingen om recipiënten, potten en kruiken te vervaardigen, niet alleen noodzakelijk voor het bereiden, bewaren en vervoeren van levensmiddelen, maar eveneens onontbeerlijk als verpakkings- en transportmiddel in de handel. Opmerkelijk hierbij is dat de ornamentale decoraties van het tentoongesteld vaatwerk uit de Indusvallei of uit Ban Chiang (Thailand) tot op de dag van vandaag zeer modern oogt, terwijl het in werkelijkheid duizenden jaren oud is.

Bijzondere aandacht wordt tevens besteed aan de Hellenistische erfenis in Centraal-Azië. Tussen 330 en 323 voor Christus doorkruiste Alexander de Grote hele gebieden tussen Noord-Afghanistan, Zuid-Oezbekistan, de Hindukush en Noord-Pakistan. Op 33-jarige leeftijd stierf Alexander echter in Babylon en werd zijn rijk verdeeld onder zijn generaals. Het oostelijk deel van zijn rijk werd toegewezen aan Seleucos I en zijn nazaten, de Seleuciden. Bactrië, een gebied rond het huidige Mazar-e-Sharif in Afghanistan, werd populair als tweede residentieplaats bij de welgestelde Grieken en migranten, ook ten oosten, voorbij de Hindukush, aan de middenloop van de Indus bloeide het Hellenisme in de provincie Gandhara. Eén van de Griekse heersers daar was Menander, beroemd in het boeddhisme om zijn leerstellige en filosofische gesprekken met een monnik.

De verspreiding van de Islam en het Christendom vormden dan op hun beurt de basis voor een intensieve productie van manuscripten, miniaturen en tal van ivoren liturgische voorwerpen. Een Mongoolse wapenuitrusting uit de tijd van Dzjenghis Khan evoceert dan weer beelden van de zijderoute en wereldveroveringen. Voorts krijgt de bezoeker nog een ruim aanbod te zien van de zogenaamde ‘handelsstoffen’ uit India, met name peperdure textielen met sublieme weef- en decoratietechnieken die tot in de negentiende eeuw als betaalmiddel gangbaar waren.

Verder komt in de tentoonstelling ook de onderwaterarcheologie aan bod, door de ladingen en de handelswaar van gelichte scheepswrakken, die als het ware een onaangeroerde tijdscapsule vormen, onder het spotlicht te plaatsen.

De 8ste ASEM-top in Brussel

Voor het Paleis van Schone Kunsten vormde deze aanstaande top tussen Europa en Azië dan ook de aanleiding om nu reeds een tentoonstelling te organiseren die de culturele en historische banden tussen beide continenten in de verf zet.

Zestien Aziatische ASEM-landen (Brunei, Cambodja, China, India, Indonesië, Japan, Korea, Laos, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Pakistan, de Filippijnen, Singapore, Thailand en Vietnam) verleenden hun medewerking aan deze unieke tentoonstelling. Cruciaal voor het welslagen van dergelijk groots en complex evenement was de medewerking van het “Asia-Europe Museums Network”, een koepelorganisatie van een zeventigtal Aziatische en Europese musea die hun topstukken uitleenden voor deze tentoonstelling.

Parallelle evenementen

Tegelijkertijd, en in dezelfde samenhang, wilde het Paleis van Schone Kunsten eveneens de Aziatische podiumkunsten belichten. Tijdens de week van 2 tot 9 oktober biedt BOZAR dan ook de kans om met het geraffineerd Aziatisch dans- en theatererfgoed kennis te maken. Naast de klassieke dansen uit India of Cambodja, de bûto uit Japan of de gamelan uit Indonesië is er ook een creatieopdracht van de Vietnamese choreografe en kunstenares Ea Sola te bekijken die hiermee wil peilen naar de relatie tussen de oudste vocale tradities en de moderne ontwikkeling.

Foto’s: Bozar

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schrijft Rudi Schrever al verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen. Verder is hij bestuurslid van de Geschied- en Heemkundige kring van de Brusselse deelgemeente Laken. [email protected]

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×