Op 22 april 1952 stelde Eerste Kamerlid Willem Carel Wendelaar (1882-1967) vragen over een gedicht van Jan Hanlo. De VVD’er vond het gedicht een “onaanvaardbare uiting van kunst”. Wat Wendelaar vooral stak was dat het in zijn ogen onzinnige gedicht in een door de Staat gefinancierd blad was verschenen.
De vroegste persoon van wie wij iets kunnen lezen over zijn eigen ervaringen in het gebied van de Frisii lijkt de Romeinse dichter Albinovanus Pedo te zijn geweest.
Joost van den Vondel (1587-1679), de beroemdste Nederlandse dichter van de Gouden Eeuw. Onder meer bekend van zijn toneelstuk ‘Gijsbrecht van Aemstel’.
Het ingrijpende oorlogsdagboek van de 17-jarige Joodse Tobias Schiff, waarin hij in verzen de gruwelijkheden en wanhoop van de Tweede Wereldoorlog probeert te vatten.
Onlangs verscheen ‘Bloemen van het kwaad’ van Paul Damen. De auteur verzamelde en vertaalde gedichten van diverse dictators en andere bloeddorstige types uit het verleden en plaatst hun poëzie in een historische context.
De toelichting in Aquincum was dat deze hanger ooit eigendom is geweest van een prostituee, al zou ik me ook Romeo-en-Julia-achtige situaties kunnen voorstellen waarin dit sieraad cadeau kan zijn gedaan. In elk geval: de eigenares spoort iemand aan om sexuele scrupules te laten varen.
Terwijl in de professionele drukkerijen de traditionele methoden om te drukken met losse loden letters en diverse soorten clichés voor illustraties verdrongen werden door de offsetdruk, was er in Nederland een groep enthousiaste amateurdrukkers die zich graag over de afgedankte letters en de persen ontfermden om zo de traditie voort te kunnen zetten.
Het Haags Historisch Museum heeft, in samenwerking met het Letterkundig Museum, een tentoonstelling samengesteld met werk van kunstenaars die zich in de loop der tijden hebben laten inspireren door het Nederlandse duinlandschap.