Dark
Light

Tien verdwenen dagen

4 minuten leestijd
Meetlint (CC0 - Pixabay - andreas160578)
Meetlint (CC0 - Pixabay - andreas160578)

Getallen, tijdsaanduidingen, maten en geldbedragen lijken objectieve waarheden. Maar dat zijn ze niet. Ze zijn ontworpen naar de menselijke maat. Mythevorming, misverstanden, manipulaties en machtsvertoon liggen ten grondslag aan de richtingaanwijzers van ons dagelijks leven. Kalenders zijn verzonnen, de meter is bedacht, en de nul heeft zelfs lange tijd niet eens bestaan. Zelfs onze eigen aardbol heeft nogal wat verschijningsvormen gekend.

Door toeval was ik op een verhaal gestuit met het volume, het verloop en de ontknoping van een roman, maar dat een onderwerp betrof, zo triviaal, dat ik nooit had vermoed dat daar een hele geschiedenis achter zat: dat van de totstandkoming van de meter. De meter bleek veel meer dan een verzameling van honderd centimeters; het was de achttiende-eeuwse apotheose van een revolutionair voornemen, keizerlijke machtslust, collegiale jaloezie en bovenmenselijk doorzettingsvermogen. Zeven jaar van onderzoek had geresulteerd in een wetenschappelijk verslag van tweeduizend pagina’s en een meter die 0,2 millimeter te kort was.

Het verhaal achter dat dagelijkse dingetje deed me met andere ogen kijken naar de wereld om mij heen. En ik zag, wat ik nooit eerder zo helder had gezien, namelijk dat onze wereld vol is van dergelijke triviaal ogende zaken, die ook een geheel andere verschijning hadden kunnen hebben, als mens en geschiedenis andere keuzes hadden gemaakt dan ze toevallig gedaan hadden. De wereld was helemaal niet zoals ‘ie was, nee, hij was zo omdat wij hem zo gemaakt hadden.

De menselijke maat

‘Tien verdwenen dagen – over de menselijke maat achter ons wereldbeeld’ is een zoektocht naar de subjectiviteit van de beleving van ons hier en nu. We zijn zo gewend aan ons tientallig stelsel, onze afspraken op dag X en tijdstip Y, dat we ons nauwelijks kunnen voorstellen dat het ooit ander was. Dit boek staat stil bij waar we dagelijks aan voorbij gaan: de rijke historie van alledaagse en meestal onopgemerkte vormgevers van ons bestaan. Om meer te kunnen begrijpen van de wereld waarin wij leven, reist Tien verdwenen dagen van de grote ronde wereld, via het getal nul, naar dat wat helemaal niets van zichzelf kan.

De Petersprojectie

De wereld bestaat niet

Mijn ontdekkingsreis was gestart bij de wereldbol. ‘Kijk, zo ziet de wereld er echt uit.’ Bert, mijn collega van de internationale organisatie waar ik nog niet zo lang werkte, wees me op een vreemde wereldkaart aan de muur van zijn kantoor.

“Zeven jaar van onderzoek had geresulteerd in een wetenschappelijk verslag van tweeduizend pagina’s en een meter die 0,2 millimeter te kort was.”

‘Die kaart kan toch niet kloppen,’ zei ik. ‘De wereld is helemaal uitgerekt. Hier, moet je kijken, Europa bestaat bijna niet meer.’ Afrika nam de prominentste plaats in, had zichzelf opgeblazen in het midden van de wereld en streek met zijn felle geel het duidelijkste neer op mijn netvlies. Dat deed het zo brutaal en zelfingenomen, dat het erboven liggende continent in elkaar werd gedrukt. Het was alsof Europa uit een kaart met een kleinere schaalgrootte geknipt was en er door een knutselende basisschoolleerling gehaast bij was geplakt. Dat leek trouwens het geval voor de hele bovenkant van de wereld.

‘Deze klopt juist wel, maar al die andere kaarten kloppen niet,’ reageerde Bert. Hoewel hij op sandalen met sokken liep, nam ik hem toch serieus. Desondanks was ik nog niet overtuigd. Bert zag dat aan mijn twijfelende blik en startte zijn pleidooi. ‘Dit is de wereld volgens de petersprojectie.’ Daar kon ik hem in elk geval moeiteloos gelijk in geven, want dat stond er ook op. Bert vervolgde: ‘De petersprojectie geeft de landen en werelddelen oppervlaktegetrouw weer. Als een land op deze kaart twee keer zoveel oppervlakte inneemt als een ander land, is dat in werkelijkheid ook zo. Andere kaarten doen dat niet, die vervormen. De Verenigde Naties hebben deze kaart dan ook aangenomen als de juiste weergave van de wereld.’ Unicef, onze werkgever, was het kinderfonds van diezelfde Verenigde Naties.

Er stond een tekstje in een kader onder de kaart: ‘De kaart toont landen in verhouding tot hun relatieve groottes.’ Ik moet zeggen, dat gaf mij geen zetje richting gelovige. Integendeel, het leek eerder een voorbehoud in te houden over het waarheidsgehalte van de weergave. Wat hiervan te denken? Er stonden nog meer verwarrende zinnen, zoals over lengte- en breedtegraden die gebruikt werden maar niet allemaal zichtbaar waren. De cryptische zinsnede ‘het behandelt rechthoeken rond de evenaar als vierkanten’ vergrootte nou niet direct het begrip voor deze weergave van de wereld, die zich als half verschrompelde ballon aan de kijker presenteerde. Was het misschien een vooraanzicht, waarbij je alles dat verder van de evenaar af lag in een hoek ging zien, zoals wanneer je tegen een bol aankeek? Werd Europa daardoor minder zichtbaar?

Tien verdwenen dagen – Michiel van Straten
Terugkijkend geloof ik niet dat de kaart door iedereen binnen ons kantoor erg serieus werd genomen. Het leek meer op een gimmick, een ludieke manier om vooral Afrika en Zuid-Amerika prominenter in beeld te brengen. En waar verrichtte Unicef haar zo belangrijke werk? Inderdaad, grotendeels op deze twee continenten. Misschien was het een onschuldige vorm van interne propaganda. De Petersprojectie en ik waren geen goede vrienden geworden – we bekeken elkaar een beetje met een scheve blik – maar ik zou het bestaan van deze vorm van visuele eigenwijsheid niet meer vergeten. Deze opmerkelijke weergave had een tikje tegen mijn wereldbeeld gegeven; zo zacht, dat ik het nauwelijks merkte op het moment zelf, maar net voldoende krachtig om mijn kijk op de wereld aan het wankelen te brengen.

Manipulaties en misverstanden

Vervolgens zou ik er achter komen dat geen enkele wereldkaart klopt, onze kalender een resultaat is van mythes en machtslust, de meter 0,2 mm te kort is en gratis geld soms bestaat. De wereld zou voor mij nooit meer zijn wat ze toch al nooit geweest was.

Michiel van Straten is auteur van het bij uitgeverij Atlas-Contact verschenen boek Tien verdwenen dagen, over de menselijke maat achter ons wereldbeeld. Eerder publiceerde hij onder meer ‘Zee van ijs’ en Onzeker op zee. Daarnaast schrijft hij voor diverse bladen, en is hij gecertificeerd schrijfdocent. Zie www.ontdekkingsschrijver.nl

×