Dark
Light

What have the Romans ever done for us?

4 minuten leestijd
Colosseum in Rome
Colosseum in Rome (CC BY-SA 2.5 - Diliff - wiki)

Nu de Romeinenweek ten einde aan het lopen is – maar u kunt op deze zonnige zondag nog naar vijfenveertig activiteiten overal in het land – mogen we de vraag stellen waarom zo veel vrijwilligers zich negen dagen lang zo enorm hebben uitgesloofd om u van alles te tonen over het verre verleden. Wat drijft de re-enactors, de rondleiders, de sprekers?

“Bescheidenheid – dat je van anderen kunt leren – zou weleens de voornaamste culturele erfenis van de Oudheid kunnen zijn en hét kenmerk van de Europese cultuur.”

Enthousiasme en plezier natuurlijk, dat op de eerste plaats. Het verhaal van de oude wereld is even spannend als Game of Thrones of The Lord of the Rings, maar het is echt gebeurd. Dat betekent dat je het niet zelf mag bedenken maar dat je een puzzel krijgt op te lossen, en die puzzel is leuk. Zoiets wil je met anderen delen. Achter alle plezier zit echter iets ernstigs. De Oudheid is om twee redenen belangrijk: receptie en continuïteit.

Eerst de receptie. Vanaf de Renaissance – en eigenlijk al wat eerder – zijn er mensen in Europa geweest die aansluiting zochten bij de antieke vormentaal. Soms was dat geestloze imitatie, soms ontstonden briljante nieuwe artistieke uitingen, meestal hangt het er tussenin, maar ze delen met elkaar dat men bewust keek naar de antieke cultuur en zélf het initiatief nam die te volgen, aan te passen, te verbeteren, te parodiëren of wat dan ook. De Oudheid is door latere generaties als norm aanvaard. Er zijn daarvan, van Palladio tot het postmoderne, legio voorbeelden te geven en die kent u ook allemaal wel – het vorige stukje, van Jeroen Pelgrom, was er een. Onze Europese cultuur is geboren als een dialoog met de klassieken.

Daarnaast is er continuïteit. Dit is de wijze waarop de antieke samenleving de hedendaagse vormt. Wij ondergaan die invloed – het is dus niet een bewuste keuze die wij maken. Waar receptie afwezig is tenzij wij ervoor kiezen, is continuïteit aanwezig tenzij we ermee breken. En waar receptie het onderwerp vormt van talloze kunsthistorische beschouwingen, is continuïteit voer voor historici en sociologen. Een echte studie waarin met het sociaalwetenschappelijk instrumentarium de invloed wordt gedocumenteerd van een verleden samenleving op een hedendaagse maatschappij, is er bij mijn weten niet.

Ambrosius van Milaan
Ambrosius van Milaan
Voorbeelden zijn er echter wel. Eén daarvan kregen we afgelopen week voorgeschoteld, toen een Italiaanse rechtbank een bedelaar vrijsprak die eten had gestolen. Het eigendomsrecht van de bestolen winkelier woog volgens de rechter minder zwaar dan het recht van de dief om te overleven. Deze rangorde tussen twee basisrechten heeft zijn wortels in de Oudheid. Hier is een mooi citaat van Ambrosius, een christelijke auteur uit de late vierde eeuw die een keurig stoïcijns standpunt verdedigt:

Je geeft niets weg uit je eigen bezittingen als je een arme een aalmoes geeft. Integendeel, je geeft hem alleen iets terug, want van datgene wat de mensheid collectief is gegeven, heb jij je teveel toegeëigend. De wereld is immers aan ons allen gegeven, niet alleen aan de rijken. (Over Nabot 12.53).

Anders gezegd: de wereld is gedeeld bezit en een arme heeft daarin net zoveel rechten als een rijke. De arme mag daarom, als het erop aankomt, een brood stelen.

Nu kan iedereen tegenwerpen dat een idee twee keer kan zijn ontstaan. Een overeenkomst tussen een antieke norm en een hedendaags vonnis bewijst niet dat er sprake is van invloed. (Uitleg van eerstejaarsstof over hoe je invloed bewijst hier.) In dit geval valt echter te documenteren hoe de Italiaanse rechtbank in een traditie staat die op de Oudheid teruggaat, want juristen van alle tijden hebben deze rangorde tussen twee basisprincipes verdedigd. De zojuist geciteerde woorden dat een arme een brood mag stelen, komen bijvoorbeeld uit het canoniek recht.

Er zijn meer punten waar de antieke cultuur invloed heeft op de huidige. De volgens mij belangrijkste is culturele bescheidenheid. De Romeinen hadden er geen enkele moeite mee te erkennen dat andere volken hun vóór waren geweest en namen zonder veel problemen dingen van hun voorgangers over: kunst uit Griekenland, wapens van de Kelten, de zevendaagse week van de Joden. Het interessante is nu dat de Europeanen na de val van het Romeinse Rijk op dezelfde wijze hebben gekeken naar Rome. Die bescheidenheid – dat je van anderen kunt leren – zou weleens de voornaamste culturele erfenis van de Oudheid kunnen zijn en hét kenmerk van de Europese cultuur. (Vraag voor discussie in het café: als bescheidenheid kenmerkend is voor de Romeins-Europese traditie, is eurocentrisme dan geen verraad aan de Europese waarden?)

Ik schreef “zou weleens de voornaamste culturele erfenis van de Oudheid kunnen zijn”. Die voorzichtigheid had een reden. Op de vraag “What have the Romans ever done for us?!” zou ik namelijk wel willen antwoorden “bescheidenheid”, maar dit is dus domweg nooit onderzocht met het sociaalwetenschappelijk instrumentarium. Dat zou eens moeten veranderen, maar voorlopig is het zover nog niet.

Dat mag ons niet beletten om, zoals ik in de tweede alinea aangaf, gewoon te genieten van kennis van de Romeinse tijd. Ik zie u op het Nijmeegse Romeinenfestival op 4-5 juni.

~ Jona Lendering

Meer Romeinse Rijk
Overzicht van boeken over de Romeinen en het Romeinse Rijk

Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken en verzorgt een nieuwsbrief over de Oudheid. Zie ook zijn blog: mainzerbeobachter.com

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×