Dark
Light

Witte Huis zweeg over bloedbad van Katyn

Auteur:
2 minuten leestijd
Kaart gemaakt door Gregor Slowenczik die tijdens de oorlog bij de opgraving in Katyn betrokken was. In 1946 verschafte hij informatie over het bloedbad aan een Amerikaanse geheime dienst - Foto: National Archives
Kaart gemaakt door Gregor Slowenczik die tijdens de oorlog bij de opgraving in Katyn betrokken was. In 1946 verschafte hij informatie over het bloedbad aan een Amerikaanse geheime dienst - Foto: National Archives

Het Nationaal Archief van Amerika heeft maandag documenten vrijgegeven die aantonen dat de regering van de Verenigde Staten tijdens en na de oorlog feiten over het beruchte bloedbad van Katyn heeft verzwegen.

Het bloedbad deed zich in het voorjaar van 1940 voor bij het Russische dorp Katyn, ongeveer twintig kilometer ten westen van de stad Smolensk. Sovjettroepen vermoordden er ongeveer 20.000 Poolse krijgsgevangenen en burgers, onder wie veel officieren, intellectuelen en priesters.

Aanvankelijk probeerden de Sovjets de schuld van het bloedbad in de schoenen van de Duitsers te schuiven. Onder Gorbatsjov werd de verantwoordelijkheid voor de Katyn-moord bij Stalin gelegd. In 1990 werd deze versie uiteindelijk erkend door de Sovjet-autoriteiten. Twee jaar geleden woonde de Russische premier Vladimir Poetin de zeventigste herdenking van het bloedbad bij.

Er zijn al langer vermoedens dat de Amerikaanse regering president Franklin Roosevelt feiten over het bloedbad bewust verzweeg om Sovjet-leider Jozef Stalin niet tegen het hoofd te stootten. Tot 1990, het jaar waarin de Russen zelf aangaven verantwoordelijk te zijn voor het bloedbad, hield Amerika zelfs vol dat het niet helemaal zeker was dat de Sovjets het bloedbad hadden aangericht. In 1952 had een onderzoekscommissie van het Congres al wel geconcludeerd dat de Sovjets schuldig waren, maar het Witte Huis liet zich er niet over uit.

Monument voor onder meer de slachtoffers van Katyn

De Amerikaanse regering blijkt al heel lang te hebben geweten dat de Sovjets achter de slachting zaten. In 1943 stuurden twee Amerikaanse militairen, kapitein Donald Stewart en luitenant-kolonel John van Vliet, die in Duitse krijgsgevangenschap verbleven al gecodeerde berichten naar Washington. Ze maakten melding van duizenden lijken die ze in het bos bij Katyn hadden zien liggen.

Als krijgsgevangenen hadden de twee Amerikanen de massagraven in opdracht van de Duitsers onderzocht. Ze ontdekten dat de Duitsers de moorden niet konden hebben gepleegd en stelden dat de Sovjets verantwoordelijk moesten zijn voor het drama. De lichamen van de slachtoffers verkeerden namelijk al in verregaande staat van ontbinding: de moorden moeten daarom lang voor de komst van de Duitsers zijn gepleegd. Bij de graven vonden de krijgsgevangenen verder veel papieren met allerlei data, maar op geen van de brieven werd een datum van na de lente van 1940 aangetroffen. De Duitsers arriveerden pas in 1943 in het gebied.

De Amerikaanse regering blijkt dus al vroeg informatie te hebben over gehad over de achtergrond van het bloedbad van Katyn. De zaak werd echter stilgehouden. Aanvankelijk om Stalin niet tegen het hoofd te stoten, later wellicht om geen olie op het vuur van de Koude Oorlog te gooien.

Het Nationaal Archief heeft ook een brief vrijgegeven die de Britse premier Churchill naar de Amerikaanse regering stuurde. In die brief worden de Sovjets ook als de daders aangewezen.

https://youtu.be/JW20VO8xkr4
×