Dark
Light

8 september 1944: De eerste V2-lancering

7 minuten leestijd
V2-raket op een Meilerwagen, de vrachtwagen die de Duitsers gebruikten om de raketten naar de lanceerlocaties te brengen. (Publiek Domein - wiki)
V2-raket op een Meilerwagen, de vrachtwagen die de Duitsers gebruikten om de raketten naar de lanceerlocaties te brengen. (Publiek Domein - wiki)
Op 8 september 1944 lanceerden de Duitsers de eerste V2-raketten op geallieerde doelwitten. Lees hieronder een fragment over deze bijzondere gebeurtenis, uit het boek Elke dag angst van historicus Pieter Serrien.

Angst en terreur

Voor België was 2 september 1944 zonder meer een historische datum. Vier Amerikaanse divisies staken die dag de Frans-Belgische grens over in Henegouwen. Ter hoogte van Doornik konden de Britten in ijltempo oprukken richting de hoofdstad. Het einde van meer dan vier jaar bezetting was nabij. Henegouwen werd eerst bevrijd en dorp na dorp, stad na stad barstten er grote volksfeesten los. De Britten slaagden erin Brussel op 3 september te bevrijden. Het plan om razendsnel de grote haven van Antwerpen te veroveren lukte. Een dag na de hoofdstad verwelkomde ook de Scheldestad zijn bevrijders. Op 8 september maakten de Amerikanen hun opwachting in Luik.

http://historiek.net/waarom-herdenken-we-de-bloedigste-aanslag-uit-onze-geschiedenis-niet/66048/
Elke dag angst – Pieter Serrien
Wat zich diezelfde 2 september 1944 aan de andere kant van België afspeelde, is vergeten. Het was nog nacht toen in alle geheim een groot konvooi van geniesoldaten van Batterie 444 uit het Duitse Euskirchen vertrok in de richting van de Belgische grens. Guy Lebeau zag hen in Stavelot:

‘Terwijl de Wehrmacht oostwaarts aan het terugtrekken was, zagen wij tot onze grote verbazing een konvooi in de tegenovergestelde richting gaan. Het beeld staat op mijn netvlies gebrand, vooral omdat ze zo ongewoon snel reden. We zagen wagens passeren met daarop iets wat ik nog nooit had gezien: lange sigaren, die gecamoufleerd waren met opzichtige dekzeilen.’

Een raket van bijna vijftien meter verberg je niet zomaar. Op het einde van het konvooi reden vrachtwagens met tankers vol drijfgassen:

‘Ze hadden de vorm van een ketel op vier wielen en waren ook met dekzeilen gecamoufleerd. Er ontsnapte een stinkende witte stoom.’

Britse troepen worden uitbundig onthaald in Brussel, 4 september 1944 (Publiek Domein - wiki)
Britse troepen worden uitbundig onthaald in Brussel, 4 september 1944 (Publiek Domein – wiki)

Tegelijk met de Batterie 444, die Gruppe Süd vormde, vertrok Gruppe Nord – bestaande uit twee batterijen van Artillerie Abteilung 485 – naar Den Haag. Voor hun vertrek uit Euskirchen vernamen de twee groepen hun missieopdracht: op 5 september simultaan de eerste V2’s lanceren op Parijs én Londen. Angst en terreur moesten de kansen van de Duitsers keren. Ondertussen voerden 23 Duitse Heinkel 111-bommenwerpers twee opeenvolgende luchtaanvallen uit op Parijs. Ze waren uitgerust met V1-bommen, die van onder de vliegtuigen werden gelanceerd. Het was de eerste V1-aanval op de Franse hoofdstad en ook meteen de laatste.

Opgejaagd door de geallieerde opmars was Batterie 444 genoodzaakt de raketlanceringen 24 uur uit te stellen. De Duitse blikken waren gericht op de hemel, want als daar één geallieerd verkenningsvliegtuig verscheen, betekende dat het einde van hun geheime missie. Het konvooi deelde zich daarom op in twee groepen en bewoog zich zo veel mogelijk ’s nachts. Op 5 september kwam de opgesplitste Duitse batterij weer samen. Walter Klein (°1922) herinnert zich dat daarna een commandopost werd geïnstalleerd in de nog steeds bestaande Auberge de Carrefour op de Baraque de Fraiture, het op één na hoogste punt van België. De officieren beschikten als enigen over de kaarten, met daarop de zone waar de lanceringen moesten plaatsvinden: tussen Bra, Lierneux, Petites-Tailles en Odoigne, in een straal van zes kilometer rondom het tijdelijke hoofdkwartier.

De zoektocht naar een plaats verscholen tussen de dichte bossen van de Belgische Ardennen kon beginnen. Helmut Fredenhagen(°1912) reed in een jeep de Ardense wegen af op zoek naar een geschikte lanceerplaats. Plots werd hij beschoten:

‘De kogels doorzeefden ons voertuig. Gelukkig was mikken niet de grootste kwaliteit van de schutter. Mijn chauffeur en ik waren alleen, diep in het bos. We hadden nooit verwacht dat er partizanen zouden opduiken, want wie wist dat wij kwamen? De chauffeur remde en wierp zichzelf onder het dashboard. Ik sprong uit de wagen en plots scheerde mijn chauffeur weg! Ik bleef moederziel alleen achter in het bos. Op handen en knieën kroop ik weg. Na een tijdje verscheen mijn chauffeur weer. Hij kende de weg niet, want ik had de kaart! Deze keer reden we samen terug naar het konvooi. Kort daarna ging onze zwaarbewapende infanterie naar de plaats van de hinderlaag. Zij zagen een man in het bos en reden zijn richting uit om hem te ondervragen. Maar in plaats van te spreken opende de man het vuur en schoot zijn magazijn leeg. Verschillende mannen werden gedood. De overlevenden schoten de partizaan dood.’

V-2 raket in Peenemünde (CC BY-SA 3.0 - wiki - Bundesarchiv RH8II Bild-B2054-44)
V-2 raket in Peenemünde
(CC BY-SA 3.0 – wiki – Bundesarchiv RH8II Bild-B2054-44)
De man die voor ons een verzetsheld was, was in de ogen van Helmut Fredenhagen de moordenaar van zijn vrienden.

Het incident maakte indruk op de mannen van Batterie 444. Velen waren eerder technici dan geharde soldaten. Heinz Wunderlich (°1923) herinnert zich dat het gerucht over de beschieting zich snel verspreidde onder de Duitse rangen:

‘Onze grootste bezorgdheid was dat een van onze kameraden door SS-soldaten was weggeleid en nooit meer teruggezien. Later vernamen we dat hij een verrader of een spion was.’

Wat er met de man gebeurde, is tot op de dag van vandaag onbekend. Heinz Wunderlich heeft nooit kunnen achterhalen of hij wel degelijk een spion was. Hoe dan ook was zijn wegvoering een schok voor de V2-troepen. De lagere rangen die de batterijen bedienden, waren in korte tijd een hechte groep geworden. Ze waren samen op training geweest en voerden steeds collectief de gevaarlijke raketlanceringen uit. De valse start van hun eerste echte missie was een zware tegenslag.

Mislukte lanceringen

Veel tijd om te bezinnen was er echter niet. Dezelfde dag nog werd Petites-Tailles uitgekozen als lanceerbasis. Walter Klein (°1922) weet dat de twee raketten op 6 september nog voor zonsopgang werden geprepareerd, om zo lang mogelijk onzichtbaar te blijven voor eventuele geallieerde verkenningsvliegtuigen. Maar beide lanceringen, om 9.00 en 9.40 uur, faalden. De stuwmotoren slaagden er slechts in om de raketten enkele meters van de grond te tillen. Daarna kwamen ze telkens verticaal weer op hun lanceerplatformen terecht. Heinz Wunderlich (°1923) heeft geen idee waarom het misliep en geeft toe dat hij slechts vage herinneringen overhoudt aan de lanceringen bij de lagere rangen:

‘We wisten nooit goed waar we waren, enkel wanneer we een grote gemeente doorkruisten. Bij aankomst in het geselecteerde bos werd het lanceringsmateriaal haastig in elkaar gezet, waarna een raket al dan niet succesvol in de richting van een ons onbekend doelwit vloog.’

Al even haastig kraamden ze na de lancering weer op. Gelukkig voor hen was er geen schade in Petites-Tailles en was het verrassingseffect niet weg.

Slachtoffers in Parijs

De volgende dag verplaatste het konvooi zich een achttal kilometer zuidoostwaarts. Uiteindelijk was het in Bois du Beuleu tussen de dorpjes Sterpigny en Gouvy waar geschiedenis werd geschreven. Op een vlak stuk naast het bos en de weg was genoeg camouflage en stabiliteit om het gevaarte veilig te lanceren. Om 8.40 uur schoot de eerste raket de hoogte in, maar deze kwam tot ontploffing hoog in de lucht. Rond 11.00 uur volgde een tweede poging, ditmaal zonder problemen. Nog geen vijf minuten later stortte de V2 zich op haar doelwit, een goede 300 kilometer verder. De Parijse buitenwijk Maison-Alfort werd compleet verrast door de inslag. Er vielen zeventien zwaargewonden en zes doden, onder wie een baby van vier maanden en haar grootmoeder. De willekeur kon niet groter zijn.

Na de lanceringen ging Batterie 444 er zo snel mogelijk vandoor. Guy Lebeau zag het konvooi via Stavelot terugkeren naar Duitsland: ‘Het waren dezelfde lange vrachtwagens, maar deze keer droegen ze geen last.’ Heinz Wunderlich (°1923) bevestigt dat het konvooi opnieuw open en bloot door de Oostkantons reed:

‘Of het nu door onze gehaastheid of door het tekort aan bewakers kwam, maar de burgers konden ons zo zien. Ze gaapten ons met open mond aan, verbaasd dat enkel het lanceerplatform overbleef.’

Nadat Luik op de dag van hun missie was ingenomen door de geallieerden, moest het raketkonvooi zo snel mogelijk evacueren. Als de Amerikanen de Duitse genietroepen krijgsgevangen konden maken, dreigde de hele V2-operatie immers in het water te vallen. Walter Klein (°1922) weet dat ze tussen 9 en 14 september in Reichwald bij Kleve verbleven, waarna ze optrokken in de richting van Zeeland. Himmler had hun het bevel gegeven om het offensief op Parijs te staken en zich bij hun collega’s van Artillerie Abteilung 485 te voegen in Nederland.

Wassenaar

V2 na de start, mogelijk in Wassenaar (CC BY-SA 3.0 de - Bundesarchiv - wiki)
V2 na de start, mogelijk in Wassenaar (CC BY-SA 3.0 de – Bundesarchiv – wiki)
Diezelfde achtste september vond in het Nederlandse Wassenaar een soortgelijk spektakel plaats. In het kustdorp tussen Den Haag en Leiden was de vorige dag het konvooi van de 2de Batterij van Artillerie Abteilung 485 aangekomen. Duitse militairen bevalen de bewoners binnen een radius van 800 meter rond de geheime lanceerlocatie hun huizen te verlaten en de deuren en ramen niet op slot te draaien. Ze hoopten twee V2’s op Londen af te vuren, simultaan met de raketten op Parijs. Het lanceren van een raket was een hoogstandje van organisatie. Elk detail kon het verschil betekenen tussen mislukking en succes. Die morgen zat het weer niet mee: de sterke wind had een boom omvergeblazen, die omviel op een radiotent enkele kilometers van de lanceerplaats. Die getroffen radiopost moest de V2-motor op afstand uitschakelen zodat die zijn duik kon beginnen.

Toen de storm ging liggen, zagen de overgebleven buurtbewoners hoe een twintigtal vreemd uitziende mannen in beschermende pakken aan het werk waren. Om 18.36 uur voelden ze de grond schudden als bij een aardbeving. Een hevig geraas kwam van de twee uithoeken van de Lijsterlaan. De verbouwereerde Nederlanders zagen hoe simultaan twee grote raketten de lucht in vlogen en de atmosfeer in verdwenen. In enkele minuten staken de twee raketten het Kanaal over. Vanuit het niets klonk kort daarna een oorverdovende knal in de Londense buitenwijk Chiswick. Drie mensen waren op slag dood. Luttele seconden later sloeg de tweede raket in, ditmaal op het dorpje Epping, een dertigtal kilometer ten noorden van Londen. Daar vielen geen slachtoffers. Al snel bleek dat het ditmaal niet om twee doodlebugs ging. Het officieel V-bomvrij verklaren op 7 september had de Londenaars te vroeg doen juichen. Een dag na de euforische nieuwsberichten herbegon de V-bommenterreur. Niet veel later zouden er ook opnieuw V1’s vallen op Londen. Nog tot eind maart 1945 bleef Engeland – net als België – in de ban van de vliegende bommen.

Boek: Elke dag angst – Pieter Serrien

×