Prominent was lang het beeld van de nuchtere Nederlander die zich te ‘gewoon’ voelde voor borstklopperij. Nationale trots zou niet bij de volksaard passen.
Je zou Publius Sulpicius Quirinius een van de bekendste Romeinen aller tijden kunnen noemen. Hij wordt namelijk genoemd in het kerstverhaal, dat christenen over de hele wereld elk jaar weer aan elkaar vertellen.
Joseph Wolff was een van die bijzondere mensen waaraan de negentiende eeuw zo rijk is. Geboren in Beieren leefde hij in Engeland; geboren als jood werd hij christen, zelfs dominee. En zijn avonturen zijn spannender dan die van Indiana Jones.
Eén van de belangrijkste bronnen voor mijn komende boek, Israël verdeeld, is het oeuvre van de Joodse historicus Flavius Josephus, de gelatiniseerde versie van zijn eigenlijke naam Josef ben Mathityahu ha-Kohen. Geboren te Jeruzalem in 37 n.Chr. in een rijke, priesterlijke familie, deed hij naar eigen zeggen kennis op van de verschillende religieus-politieke stromingen van zijn tijd: de sadduceeën, de
Het Behouden Huys, gebouwd door de mannen van de Willem Barentsz expeditie in 1596 op Nova Zembla, had op het eerste gezicht zijn naam mee: je zag bij wijze van spreken het kaarslicht flakkeren door de van gordijnen voorziene raampjes. Maar de werkelijkheid boven de poolcirkel was niet die van ganzenbordende winteravondgezelligheid. Een poolreiziger zou dat later mooi verwoorden: