Op 23 april 1945 en de daarop volgende dagen werden vele vrouwen uit concentratiekamp Ravensbrück gered. Hieronder bevonden zich enkele honderden Nederlandse vrouwen, waarvan een deel eerder in Kamp Vught zat. Deze reddingsactie maakte deel uit van een van de grootste reddingsacties uit de Tweede Wereldoorlog: het ‘witte bussen plan’.
Björn Rzoska is de kleinzoon van een Vlaamse Oostfronter en een Poolse vrijheidsstrijder. Althans zo wil de overlevering het. Over zijn grootvader Stefan werd verteld dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog als soldaat van het Pools Legioen het Vlaamse Waasland hielp bevrijden. Over zijn grootvader aan moederskant deed een ander verhaal de ronde.
De nazi’s lieten ten opzichte van de Joden in 1933 al zien waartoe ze in staat waren en degenen die hun een halt hadden kunnen óf moeten toeroepen, zwegen of hielpen mee met het verhullen van de misdaden.
Willi Lages stond op de eerste rij toen de gele sterren werden ingevoerd, organiseerde talloze executies van verzetsleden en was medeverantwoordelijk voor de organisatie van de razzia’s en de deportaties van joden uit Nederland.
In de hedendaagse herinneringscultuur fungeert de Tweede Wereldoorlog nog steeds als een constituerend ijkpunt. In het bijzonder geldt dat voor de gitzwarte geschiedenis van de Nederlandse Jodenvervolging.
Na het uitbreken van de oorlog verplicht de Nederlandse regering in Londen tienduizenden zeelieden die werkzaam zijn op de koopvaardijvloot om deel te nemen aan de strijd. Zonder daar een opleiding of militaire training voor te hebben genoten worden ze vaarplichtig frontsoldaat.
"In 1933 hebben we gezien hoe dat het een ‘slippery slope’ is. De politieke en economische crisis vormde toen de perfecte voedingsbodem, waarbij de ander werd gezien als een bedreiging."
Direct na de bevrijding besloten de Canadezen het ontruimde Kamp Vught te gaan gebruiken als interneringskamp voor collaborateurs. Iedereen die met de Duitsers had samengewerkt, in wat voor vorm dan ook, werd opgepakt en opgesloten.
‘De Reichsführer verwacht niet bepaald dat je nu onmiddellijk, daar in het vroegere Polen, trouwt. Maar hij dringt er wel op aan dat je tijdens de lente een ernstige inspanning levert om een bruid te vinden. Tegen eind mei verwacht hij dat je verloofd bent’.
Tijdens het onderzoek voor het tweede deel van de bibliografie over Hendrik Colijn stuitte schrijver Herman Langeveld op een briefwisseling tussen de voormalige minister-president en het echtpaar Pierson-Franssen. Jan Lodewijk Pierson en zijn ruim vijftien jaar oudere vrouw Lucie Franssen waren verstokte fascisten en bevriend met Mussolini.