Napoleon Bonaparte werd op 18 juni 1815 definitief verslagen in de Slag bij Waterloo. Deze slag had een grote impact op de Nederlanders: vrijwel iedereen had wel een bekende of een familielid die betrokken was bij de veldslag. Om die reden vond vanaf 18 juni 1816 jaarlijks een herdenk- en feestdag plaats in Nederland.
1865 was de laatste grote herdenking waar mensen bij aanwezig waren die de slag bewust hadden meegemaakt, niet alleen op het slagveld, maar ook in Amsterdam. Uiteraard waren er die in “angstige spanning den uitslag afwachtten”, maar hoe zat het met de mensen die op 9 oktober 1811 keizer Napoleon hadden toegejuicht toen hij Amsterdam bezocht?
Op de herdenkingsmunt van 2,50 euro is het monument van Waterloo te zien en een afbeelding van de positie van de Franse en geallieerde troepen tijdens de veldslag.
Het gebeurt vaker dat landen speciale 2-euromunten laten slaan. Dat mag echter alleen als de Europese Raad van Ministers het ontwerp heeft goedgekeurd.
Op een speciale herdenkingsmunt ter ere van het tweehonderdjarig bestaan van het Nederlandse koningkrijk zijn de beeltenissen van zeven Nederlandse vorsten te vinden. Het ontwerp van de munt is dinsdag onthuld door de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM).
In Rusland is zondag de Slag bij Borodino van 1812 herdacht. De veldslag die tweehonderd jaar geleden plaatsvond, werd onder toeziend oog van onder meer de Russische president Vladimir Poetin nagespeeld door duizenden Franse en Russische acteurs.
In de Franse stad Reims stonden Frankrijk en Duitsland zondag stil bij het feit dat beide landen vijftig jaar eerder het tijdperk van verzoening inluidden. Charles de Gaulle en Konrad Adenauer ontmoetten elkaar op 8 juli 1962 in Reims, een stad ongeveer 125 kilometer ten noordoosten van Parijs. In de beroemde kathedraal van de stad woonden de twee staatslieden destijds