Het is het best geheim gebleven museum van Parijs. In reisgidsen wordt het niet vermeld. Parijzenaars kennen wel Hôpital de Saint-Louis, maar hebben nooit gehoord van de bijhorende studiecollectie met 4800 wasmodellen van huid- en geslachtsziekten als herpes, acne, elefantiasis, rachitis en syfilis: gezichten, armen, benen, geslachtsorganen en een afgietsel van een als vondeling aangetroffen babycycloop.
Onder Parijs bevinden zich, deels al eeuwenlang, op drie niveaus gangenstelsels: vlak onder de straat het rioleringsstelsel, op tien meter diepte de metro en daar ver onder, op twintig à vijfentwintig meter diepte de oudste: de catacomben.
Parijs dankt haar steedse allure aan een facelift in het midden van de negentiende eeuw. Keizer Napoleon III en prefect Haussmann ploegden toen het middeleeuwse straatbeeld om. Zij creëerden een nieuwe stad met brede lanen, parken, moderne voorzieningen en grootse gebouwen.
De term ‘Middeleeuwen’ komt uit de Renaissance en was niet bepaald als compliment bedoeld. Na hun herontdekking van het antieke erfgoed deden Italiaanse humanisten uit de veertiende en vijftiende eeuw de duizendjarige periode die hen scheidde van het glorieuze Romeinse verleden af als niet meer dan een tussenperiode.
Bij nog heel wat Nederlanders doet de naam Dietrich von Cholditz een belletje rinkelen vanwege van zijn aandeel begin mei 1940 in de strijd om Rotterdam, maar het is vooral zijn weigering om Hitlers bevel uit te voeren en Parijs in brand te steken die hem een plaats in de geschiedenisboeken bezorgde.
De Franse schrijver en acteur Jean-Baptiste Poquelin (1622-1673) is de annalen van de kunstgeschiedenis ingegaan onder zijn artiestennaam Molière. Hij heeft vooral naam gemaakt met zijn satirische komedies.