Een Ierse toerist heeft afgelopen weekend een net gerestaureerd leeuwenbeeld aan het beursgebouw in Brussel beschadigd. De man klom in beschonken toestand op het beeld.
Art Nouveau, de Nieuwe Kunst, maakte opgang bij het einde van de negentiende – begin twintigste eeuw. Niet enkel in Brussel werd gebouwd in die originele stijl, maar ook in Nancy, in Glasgow, in Turijn, zelfs in Finland. Een nieuwe esthetiek die paste bij de levens van een nieuwe sociale klasse: de rijke en vaak ook intellectuele burgerij. Ongewone woonhuizen,
Pront pronkt – pal in het centrum van Brussel – het negentiende-eeuws beursgebouw: de roomtaart van het kapitalisme. Aan dat stedenbouwkundig ijkpunt beeldhouwde ook de jonge, toen nog volstrekt onbekende Auguste Rodin, maar minder gekend is dat ook andere Franse asielzoekers het monument mee optrokken.
Zien en gezien worden, dat was het motto van de liberale burgerij in de negentiende eeuw. In alle Europese steden ontwikkelden zich plekken die zich leenden als ‘uitstalramen’ van die nieuwe sociale klasse. Zo ook de Brusselse Sint Hubertusgalerijen, een van de eerste overdekte winkelwandeloorden waar ze met hun nieuw verworven status konden pronken.
Het nog steeds landelijk aandoend dorpscentrum van Haren wordt beheerst door de wit zandstenen Sint-Elisabethkerk waarvan de resten van de twaalfde eeuwse romaanse westertoren later geïntegreerd werden in het gotische godshuis dat in de daaropvolgende eeuwen werd opgetrokken.
De Wetstraat 16 komt als politiek machtscentrum van de Belgische federale regering vaak ter sprake in de media. Niet verwonderlijk, want op dit adres bevindt zich immers het kantoor van de premier, zijn kabinet en kanselarij.
De bekendste Brusselaar van heel de wereld is hij. Het kleine, bronzen ventje dat tegen de wind in pist. De anarchistische dreumes die de goegemeente en dictatoren zwijgend tergt. Een alternatief historisch verhaal over Manneken Pis.
Voor de eerste drie deelnemers van beide wedstrijden waren er prijzen voorzien. De winnaar kreeg een kunstwerk ter waarde van 150 Belgische frank en een vergulden medaille, de tweede een vergulden medaille en de derde een zilveren medaille.
De orde der Dominicanen, ook Predikheren genoemd, werd begin dertiende eeuw naar aanleiding van het Vierde Lateraans Concilie opgericht door de Spaanse priester Dominicus Guzman.
De Nederlandse kunstenares Henriëtte Ronner-Knip (1821-1909) specialiseerde zich in romantische dierschilderingen. Vooral haar schilderijen van katten waren eind negentiende eeuw erg populair.