In zijn laatste brief aan zijn vrouw schrijft de bergbeklimmer dat de kans dat hij top van de Mount Everest bereikt op dat moment “een op de vijftig” is.
Richard Francis Burton was een veelzijdige avonturier op fysiek, intellectueel en spiritueel gebied, die wel de meest interessante figuur van de negentiende eeuw is genoemd.
Nepal, het land aan de zuidrand van de Himalaya, was vanaf het begin van de 19e eeuw tot halverwege de 20e eeuw hermetisch afgesloten voor buitenlanders. Toch waren er enkele Nederlanders die het land bezochten.
Lady Stanhope werd geboren binnen een machtige familie waartoe ook premier William Pitt behoorde. Op latere leeftijd zei ze haar aristocratische bestaan vaarwel om door de Oriënt te reizen.
Paul Splingaerd schopte het als Belg tot mandarijn in China. Ruim honderdvijftig jaar geleden reisde hij als tolk door het vrijwel onverkende land, waar buitenlanders werden aangezien als barbaarse ‘duivels’.
In 1931 trok de Poolse journalist Kazimierz Nowak naar Afrika. Per fiets reisde hij helemaal naar het zuidelijke punt van het Afrikaanse continent. Tijdens deze barre tocht schreef hij honderden artikelen, die dankzij zijn vrouw in Poolse kranten verschenen.
We kunnen ons moeilijk voorstellen wat Isaac le Maire deed op 25 januari 1616 rond de middag. Zat hij te mijmeren in zijn bevroren warmoestuin? Als hij had geweten dat zijn oudste zoon op dat moment een ongekende doorgang naar de Zuidzee had gevonden, had hij ongetwijfeld een adrenalinestoot door zijn lichaam gevoeld.
Paul Julien (1901-2001) wordt vaak de ‘laatste ontdekkingsreiziger’ genoemd. De Nederlandse antropoloog verwierf in de na-oorlogse jaren grote bekendheid door zijn Afrikaanse reisverslagen. Ook hield hij jarenlang populaire radiovoordrachten voor de KRO. Lex Veldhoen bezocht de globetrotter in 1997 en sprak uitvoerig met hem.
Hij was excentriek en veelzijdig, liep op blote voeten, beklom de Sint Pieter en praatte niet alleen met bomen, maar zat er tot vlak voor zijn dood regelmatig in. Hij sloeg een boa constrictor knock-out en bereed een alligator, was taxidermist (zette dieren op met een zelf ontwikkelde methode) en riep het eerste natuurreservaat in leven.
De zestiende-eeuwse ridder Joos Van Ghistele stond bekend als de ‘Groote Reiziger’. Die bijnaam had hij te danken aan een vier jaar durende ‘Voyage naar den lande van belofte’ waarbij hij onder meer op zoek ging naar het mysterieuze Land van Pape Jan.