Na 1848 deed in Nederland een nieuwe bestuurscultuur haar intrede. Onder het patriarchale bestuur van koning Willem I was de samenleving passief, gehoorzaam en volgend geworden. Het nieuwe bestuur maakte vrije burgers zelf verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het land.
Op 9 januari 1464 kwam de Staten-Generaal van de Nederlanden voor het eerst samen voor een vergadering. Het initiatief voor deze bijeenkomst kwam niet van hertog Filips III van Bourgondië, maar van enkele ongeruste Hollandse steden...
Jan de Koning speelde een belangrijke rol bij de oprichting van het CDA. Als minister voor Ontwikkelingssamenwerking was hij verder belangrijk voor Dries van Agt en hij ontwikkelde zich tot steunpilaar van Ruud Lubbers, in wiens eerste twee kabinetten hij minister van Sociale Zaken was.
De rol van communisten in het verzet was onmiskenbaar en zeer intensief en deze betrokkenheid ging gepaard met enorme risico’s. De CPN profiteerde in de na--oorlogse jaren van de heldhaftige verzetsdaden van haar leden. Deze populariteit was echter van zeer korte duur. Onder invloed van de Koude Oorlog werden communisten in razend tempo van verzetshelden gedegradeerd tot vijfde colonne.
De afgelopen vijfentwintig jaar maakte de Senaat, zoals de Eerste Kamer ook wel wordt genoemd, een belangrijke ontwikkeling door. Sinds kabinetten niet langer op een meerderheid in de Senaat kunnen rekenen, won het orgaan aan politieke betekenis.
Vorige eeuw geloofden miljoenen Europeanen in deze revolutionair-utopische ideologie die haar geestdriftige aanhangers grootse idealen bood om voor te leven, te sterven en te doden.
Militairen die met gevaar voor eigen leven de Nederlandse belangen verdedigden, konden lange tijd op weinig steun en empathie van de overheid rekenen. Een veteranenbeleid ontbrak.
De PPR was een kind van de jaren zestig, een tijd waarin machtsverhoudingen verschoven en vernieuwing in de lucht hing. Haar oprichters kwamen voort uit de christen-radicale vleugels van de drie christelijke partijen: de Katholieke Volkspartij (KVP), de Christelijk-Historische Unie (CHU) en de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Onder progressieve leden van deze partijen was onrust ontstaan.
Niet in Nederland, maar in Shanghai staat het enige standbeeld van de Nederlandse revolutionair Henk Sneevliet. Sneevliet is in Nederland bijna volledig vergeten, maar in China wereldberoemd. Hij was aanwezig bij het oprichtingscongres van de Communistische Partij van China (CPC) en had grote invloed op de ontwikkeling van de partij.
Hoewel fascisten de parlementaire democratie afwezen, prezen zij bij gelegenheid hun eigen staatkundige systeem als een hogere vorm van democratie. Het is een totalitaire kunstgreep waaraan ook communistische regimes zich geregeld schuldig maakten.
Burgerlijke ongehoorzaamheid kende in de jaren zeventig verschillende verschijningsvormen. De kracht van een actie kon zitten in de zichtbaarheid of het ontregelende effect ervan, maar af en toe was het ook de macht van het getal die telde. Vooral vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid waarbij burgers de hun opgelegde wettelijke plichten negeerden, kenden soms grote aantallen deelnemers.