Op Cyprus stond na de Tweede Wereldoorlog het grootste detentiecentrum ooit in het Middellandse Zeegebied. Tienduizenden mensen zijn er vastgehouden: Joodse overlevenden van de Holocaust die in Palestina een nieuw leven wilden beginnen. Met overvolle schepen verlieten ze Europa, maar op zee werden ze als illegale migranten door de Britse Royal Navy onderschept. De tocht naar vrijheid en autonomie eindigde
Honderdduizenden Nederlandse mannen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog gedwongen om in Duitsland te werken. Deze Arbeitseinsatz was een cruciale en nietsontziende manier om de oorlog gaande te houden. De meeste mannen zwegen later over wat ze hadden meegemaakt.
Toen Hitler na zijn mislukte staatsgreep, de Bierkellerputsch van 8 en 9 november 1923, in de Landsberg-gevangenis belandde werd hij onder meer onderzocht door een psycholoog. Die constateerde dat de gevangene er mentaal vrij slecht aan toe was.
Die Slag bij het Teutoburgerwoud, tegen de grens van het huidige Nederland aan, is misschien wel de eerste gedocumenteerde uiting van de Teutoonse furie.
Op 5 maart 1942 verliet het overgrote deel van de Alkmaarse joden de stad, met achterlating van alles wat hun dierbaar was. Naar telling van de politie waren 178 joodse ingezetenen vertrokken. Inspecteur Ten Bensel blikte tevreden terug. In zijn eindverslag rapporteerde hij dat de ‘evacuatie’ een vlot verloop had gekend.
Spionnen, infiltranten, verraders en intriganten. Je hebt ze in elke oorlog en tijdens elke bezetting. Zo ook in de provincie Noord-Holland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daar speelde Jan Jumelet, kabinetschef op het provinciehuis, een verraderlijke rol. Hij spioneerde in opdracht van zijn baas, de NSB-Commissaris der Provincie Bakker, maar ook voor de Duitse politiechef Rauter.
Na de Eerste Wereldoorlog gingen velen ervan uit dat de continue uitbreiding van wapenarsenalen voor fundamentele instabiliteit zou zorgen, maar deze aanname werd door de Koude Oorlog onderuitgehaald: leiders met een breed arsenaal aan kernwapens kwamen erachter dat een nucleaire dreiging het denken van wereldleiders in beslag nam en de conflicten tussen grootmachten met succes ontmoedigde.
Begin jaren zeventig stelde de Duitse schrijver Walter Kempowski aan allerlei mensen – schrijvers, kunstenaars, taxichauffeurs, de krantenverkoper op straat – de vraag: Heeft u Hitler gezien? Enkele jaren later stelde Kempowski de vraag die niemand durfde te stellen: Wist u ervan? Velen ontkenden of antwoordden ontwijkend, anderen vertelden juist gretig waar ze getuige van waren geweest.
Na een snelle ontruiming door de Duitsers werd Kamp Vught in oktober 1944 een interneringskamp voor mensen die ‘fout’ waren geweest. Er zaten NSB’ers, collaborateurs, kampbewakers en geharde Nederlandse SS’ers, maar ook onschuldigen...
‘De aanslagpleger was bekend bij de diensten.’ Een veelgebruikt zinnetje in nieuwsberichten over terrorisme, maar ook een zinnetje dat veel vragen oproept. Welke diensten dan? Wat weten die diensten precies? En welke 'diensten' kenden Nederland eigenlijk ten tijde van de Eerste en Tweede Wereldoorlog?