Vraag een Vlaming losweg wat zijn of haar associaties zijn met Wallonië, en het allereerste dat naar alle waarschijnlijkheid opkomt is: ‘de Ardennen’. Daarna volgt niet zelden de ‒ veel minder flatterende ‒ associatie met een volk en politieke klasse van verstokte socialisten die het vertikken om ook maar één woord Nederlands te spreken en van aso’s die in het
Sint Amandus is wellicht de bekendste heilige uit onze vroege Middeleeuwen. De apostel der Franken introduceerde zowat in zijn eentje het christendom in Vlaanderen. Althans zo wil de overlevering het. De realiteit was enigszins anders.
Hij had de karakterkop van een filmpersonage. Zijn leven leest ook als een filmscenario. Leopold Flam (1912-1995) was een enigmatische ‘charmeur’ maar niet altijd een koosjer mens: historicus-filosoof, inspecteur en hervormer van het geschiedenisonderricht in het Belgische rijksonderwijs, vrijzinnige Jood, verzetsstrijder, gevangene in de Mechelse Dossinkazerne en in Buchenwald. Een boek met bijdragen van voormalige pupillen schetst het beeld van
Nederlanders en Belgen (althans Vlamingen) spreken dezelfde taal. En ook historisch gezien is er de nodige verwantschap. Toch zijn het heel uiteenlopende volkeren, met een ander karakter en een andere levensvisie. In het boek De Lage Landen. Een geschiedenis voor vandaag leggen de hoogleraren Marnix Beyen, Judith Pollmann en Henk te Velde uit hoe dat komt.
De Ardennen zijn voor veel Nederlanders een geliefd oord voor een korte, vaak sportieve vakantie. Betrekkelijk dicht bij huis ervaar je er natuur die uitgestrekter en minder aangeharkt is dan in eigen land. Donkere naaldbomenbossen, klaterende beekjes en rotspartijen geven het gebied een ruig en avontuurlijk karakter. In pittoreske dorpjes met oude, uit natuursteen opgetrokken boerderijen en woonhuizen lijkt de
Met name in de periode 1830-1890 was er in Vlaanderen sprake van grote armoede. Vlaanderen behoorde in die tijd tot de armste en slechtst bestuurde gebieden in Europa.