Hoewel maar weinig bronnen zijn overgeleverd uit de vroege Middeleeuwen (pakweg 500 tot 1000 na Chr.), vormt deze periode toch geen dode hoek in de achteruitkijkspiegel van de Nederlandse geschiedschrijving. Dat is voor een flink deel te danken aan Luit van der Tuuk.
Als eerste Nederlandse stad startte Utrecht in 1122 met de bouw van haar verdediging. Wat begon als een gracht, vier poorten en enkele natuurstenen torens, veranderde na de uitvinding van de baksteen in hoge stenen muren met ruim vijftig torens. Dat was nodig ook, want de belegeringstechnieken werden steeds geavanceerder.
"Herfsttij der Middeleeuwen" (1919) van de befaamde cultuurhistoricus Johan Huizinga behoort tot de beroemdste werken uit de Nederlandse historiografie.
Het boek 'Eeuwen des onderscheids', dat voor het eerst in 2002 verscheen, is een toegankelijk overzichtswerk over de geschiedenis van de middeleeuwen in Europa.
Het recent verschenen boek De ziekte van Lazarus (Uitgeverij Aspekt, 2017) is een inhoudsrijke monografie over ziekte en maatschappelijke uitsluiting in de Middeleeuwen, specifiek wat de ziekte lepra betreft. Opmerkelijk is dat lepra in de Middeleeuwen sterk verknocht was met religie.
In het verhalenboek 'Middeleeuwers tussen hoop en vrees' is het hoofdthema de toekomstverwachting en de toenmalige angsten waarmee de gemiddelde middeleeuwer te kampen had. En dat waren er nogal wat.
Ten aanzien van documenten en artefacten uit de Middeleeuwen zijn er tal van bekende en minder bekende vervalsingen gemaakt, maar ook in het tijdvak zelf waren natuurlijk vervalsers actief.
De beeldvorming over de Middeleeuwen is vaak weinig positief. Over het algemeen worden de jaren 500-1500 nog steeds gezien als een donkere tijd van oorlogen en pest, achterlijkheid, stilstand, religieus fanatisme en ander ongemak.
In Gouden Middeleeuwen (Walburg Pers) behandelt dr. Annemarieke Willemsen de geschiedenis van Nederland in de Merovingische tijd, van ruwweg 400 tot 700 na Christus. Het boek is belangrijk, omdat het feitelijk het eerste moderne – het vorige verscheen in 1959 – Nederlandse overzichtswerk van de genoemde periode is. Verder brengt het boek nieuwe archeologische en kunsthistorische inzichten naar voren.
Bij uitgeverij Verloren is recent de handelseditie verschenen van het proefschrift De ongetemde tong van neerlandica Martine Veldhuizen. Het boek is een diepgravend en analytisch sterk onderzoek naar schadelijk spreekgedrag en taalgebruik in de Nederlanden tussen ruwweg 1300 en 1500, dat bovendien goed geschreven is.