Sinds de tijd van Erasmus duidt het begrip ‘Republiek der Letteren’ de virtuele gemeenschap van geletterden of geleerden aan, die in beginsel voor iedereen openstond en waarin nationale en confessionele grenzen zouden moeten worden overstegen en een gemeenschappelijke taal werd gehanteerd, aanvankelijk het Latijn en vanaf de zeventiende eeuw steeds vaker het Frans. Deze staat, die zich voornamelijk tot West-Europa
In de periode van de late middeleeuwen en vroegmoderne tijd, globaal van 1400-1700, had men compleet andere ideeën over de relatie tussen heden en verleden dan tegenwoordig. Het hier en nu was minder belangrijk dan het verleden, want de tegenwoordige tijd was ‘onaf’ en ‘onbetrouwbaar’. Daarentegen bestond er grote belangstelling voor het antiquum, alles wat ‘zeer oud’ was. In de
In de middeleeuwen vormde Gelre een strategische overgangszone tussen Oost en West, later fungeerde het gebied veelvuldig als militaire buffer voor het westen van Nederland.
Tussen 1450 en 1700 was de bevolking van een groot deel van Europa doodsbenauwd voor heksen. De angst hing nauw samen met de vele risico’s van het dagelijks leven.
Geschiedenis is een ontdekking die plaatsvond ergens aan het einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw. Dat is de verrassende conclusie in Historiezucht, een fascinerend boek van Marita Mathijsen over het ontwaken van historisch besef en hoe geschiedenis ‘van iedereen’ werd. Dat geschiedenis ‘ontdekt’ kon worden is een vreemde gewaarwording, omdat historie er natuurlijk altijd is