Vandaag loopt er midden door België, van oost naar west, een taalbreuklijn. Ze verdeelt het land in twee gebieden die ongeveer even groot zijn. In het noorden is de overheersende taal het Nederlands, een Germaans idioom. In het zuidelijke deel spreekt men uitsluitend Frans, een Romaanse taal die afstamt van het Latijn.
Na de bezetting functioneerden de Belgische en Nederlandse samenleving relatief snel weer min of meer normaal. Dat had niet alleen te maken met hoe het verhaal over de oorlog werd verteld. Het lag minstens zozeer aan de successen van de naoorlogse sociale politiek. Net zoals in andere Europese landen trachtten de overheden het spook van politieke polarisatie tegen te gaan
In de eeuwen die aan de Bourgondische pogingen tot vorming van een territoriaal aaneengesloten conglomeraat van gewesten voorafgingen, was van politieke cohesie in de Nederlanden eigenlijk geen sprake.