Dark
Light

Lady Lovelace, de vrouw die het eerste computerprogramma schreef

Augusta Ada Byron King, Lady Lovelace (1815-1852)
12 minuten leestijd
Ada Lovelace door Margaret Carpenter (1793-1872), 1836
Ada Lovelace door Margaret Carpenter (1793-1872), 1836 (Publiek Domein - wiki)

13 oktober is ‘werelddag ADA’. Een dag om meisjes en vrouwen te verleiden tot wetenschappen. ADA is de computertaal die het Amerikaanse ministerie van Defensie in 1979 ontwikkelde. De échte Ada was Augusta Ada Byron (1815-1852), de énige (wettige) dochter van de romantische Engelse dichter Lord Byron. Zij noemde zichzelf de ‘bruid van de wetenschap’ want ze ontwikkelde – ruim honderd jaar voor de computer gefabriceerd werd – een eerste computerprogramma. Een visionaire vrouw.

“Jij bent het kind van de liefde, hoewel je geboren bent tijdens bittere uren en gevoed in angsten. Dat waren de elementen van het leven van je vader. De jouwe zijn niet minder funest dan wat aan je geboorte voorafging. Maar jouw levensvlam zal getemperd zijn en jouw hoop zal gelukkiger en hoogwaardiger zijn. Moge de slaap in je wieg zacht en vredig zijn! Vanuit de diepten van de zeeën die ik zal bevaren en de toppen van de bergen waar ik nu ronddwaal, zou ik over jou zoveel zegeningen willen afroepen. Zoveel zegeningen waarvan ik in mijn smart vermoed dat jij ze over mij had kunnen brengen!”

Lord Byron (1788-1824) ingekleurde gravure
Lord Byron (1788-1824) ingekleurde gravure
Deze verzen schreef George Lord Byron bij het einde van het derde Canto van Childe Harold’s Pilgrimage. De bezweringen waren gericht aan zijn enige dochter Augusta Ada, geboren op 10 december 1815. Lord Byron, de romantische dichter maar ook tumultueuze nachtbraker, eindeloze vrouwenversierder, agressieve onruststoker, geldverbrasser maar succesvolle lieveling van literair Londen. Zijn voormalige maîtresse Caroline, Lady Lamb noemde hem:

“Mad, Bad & Dangerous to know.” (zot, slecht en gevaarlijk om te leren kennen)

Toch kreeg Caro niet genoeg van hem en stuurde ze hem een lok van haar ‘Venus-haar’. Het waren pre-Victoriaanse tijden.

Waarom Byron met zijn priapische appetijt ervoor koos om met de conventionele, gereserveerde, emotioneel kille Anne Isabella – Annabella – Milbanke in het echt te treden, is een raadsel. Hij noemde haar:

Prinses van Parallellograms

Annabella had inderdaad een stevig mathematisch brein en ook haar dochter Ada wil ze een wetenschappelijke, wiskundige opvoeding geven. En dat in tegenstelling tot het onderricht van meisjes van goede stand in haar tijd. Zij leerden wat piano spelen, wat etiquette, wat borduren. Dat volstond voor een meisje toen. Maar Ada’s moeder had een vooropgezet plan om haar dochter een strakke opvoeding te geven. Met een bonusgerichte training probeerde ex-mevrouw Byron de kwade geesten van haar voormalige echtgenoot te bezweren.

Want amper een maand na de geboorte van Augusta-Ada trok Annabella opnieuw bij haar ouders in en vroeg de echtscheiding aan. Haar huwelijk met de controversiële lieveling van de Londense society had maar één jaar standgehouden. “The Separation” blokletterden de toenmalige Engelse kranten over de split tussen de twee “celebrities”.

Vier maanden na zijn ophefmakende scheiding trok Byron naar het continent om later in de Griekse onafhankelijkheidsstrijd tegen de Turken te gaan vechten. De rusteloze zoeker stierf in het Griekse Missolonghi nog voordat hij één schermutseling had meegemaakt. Hij was amper zesendertig. Ada heeft haar vader nooit gekend.

Lord Byron op zijn sterfbed - Joseph Denis Odevaere
Lord Byron op zijn sterfbed – Joseph Denis Odevaere

Baar-moeder

Augusta-Ada werd genoemd naar de halfzus van de dichter, Augusta Leigh op wie Byron verliefd was. Augusta, zijn vijf jaar oudere zus, misschien wel de enige vrouw van wie hij écht en langdurig gehouden heeft. In zijn bundel The Corsair beschreef hij hun incestueuze verhouding. Uit hun liefde werd zelfs in 1814 een dochter geboren: Elisabeth Medora Leigh.

Trad de dichter na een maandenlange, afstandelijke briefwisseling daarom in het huwelijk? Om zijn passie voor zijn halfzus te verbergen? Misschien om die criminele obsessie te vergeten? Vergeefs. De mentale wreedheid van Byron tegenover zijn nieuwe bruid zorgde voor het mislukken van de kortstondige verbintenis en voor de jarenlange haat van de familie Milbanke jegens de Byrons.

George, die gedichten schreef zo snel als ie praatte, was als kwikzilver en steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen. Sommige biografen bestempelen hem als manisch-depressief. Telkens weer zocht hij een zaak waarin hij zijn tomeloze energie kwijt kon en even vaak sprak hij over zijn ‘ennui’ (verveling). In een brief aan zijn toekomstige schreef Byron:

“Het doel bij uitstek in het leven is “Sensatie”, te voelen dat we bestaan, al is het door pijn. Het is die “schrijnende leegte” die ons aanzet tot gokken, tot vechten, tot reizen, tot het tomeloos najagen van allerlei intens gevoelde zaken, waarvan de voornaamste aantrekkingskracht ligt in de opwinding die onverbrekelijk samengaat met het verwezenlijken ervan.”

De jonge Ada Lovelace - Alfred d'Orsay, 1822
De jonge Ada Lovelace – Alfred d’Orsay, 1822
Annabella Milbanke was ervoor beducht dat haar dochter de kwalijke eigenschappen van haar vader zou bezitten. Een vrouw werd in die vroege negentiende eeuw vooral als een ‘baar-moeder’, een kweekmachine, beschouwd. Ze kon haar fysische kenmerken aan haar kinderen meegeven maar de geestelijke en intellectuele capaciteiten kon een kind alleen maar via de vader verwerven.

Kindermishandeling

Annabella wou en zou haar dochter behoeden voor de insanity (krankzinnigheid) van haar vader. Daarom moesten huisleraren het kind in een strak keurslijf kneden. Geen enkele emotionele band mocht worden gesmeed. Het was – in feite – mentale kindermishandeling. De onderwijsvakken waren vooral wiskunde. Ada – de voornaam Augusta werd nooit meer gebruikt – had een hekel aan rekenen. Aardrijkskunde was veel spannender. Dat was evenwel zonder haar moeder gerekend die nog extra rekensommen oplegde. En haar bonnetjes gaf na het voltooien van een opdracht. Lady Byron, zoals ze genoemd blijft, zou ‘het beest in de mens’ wel temmen en dat met hardvochtige straffen: het kind moest schuldbetekenissen schrijven, ze werd alleen opgesloten, ze moest urenlang onbeweeglijk blijven liggen.

Elke dag werd er gestudeerd behalve op zondag.

Al op jonge leeftijd toonde Ada haar fantasie. Op haar twaalfde dokterde ze een ‘vliegmachine’ uit. Ze wilde een nieuwe wetenschap op gang trekken: ‘flyologie’, ‘vliegkunde’. Heel methodisch ging ze te werk: eerst bestudeerde ze de bouw van de vleugels en onderzocht welke afmetingen en materialen in aanmerking kwamen. In de anatomie van vogels die ze nauwlettend observeerde, hoopte Ada een oplossing te vinden voor de verhouding tussen het lijf en de vlerken. Een kompas, besefte ze, zou bijzonder handig zijn om de kortste en meest rechtstreekse vluchtweg te kiezen. De laatste stap was de aanwending van stoomenergie om het toestel te doen voortbewegen. Het luchtvaartverkeer in Groot-Brittannië gebruikt tegenwoordig de digitale ADA-code maar destijds kreeg het kind als beloning een reprimande. Ada kreeg psychosomatische stoornissen. Plots werd ze blind en verlamd.

Vrouwelijke berekening

Mary Fairfax Somerville
Mary Fairfax Somerville
Orde, regelmaat, beheersing… dat moest het meisje bijgebracht worden. Een rits huisleraren, doktoren en wetenschappers volgden elkaar op.

Eén van haar onderwijzers was Mary Fairfax Somerville, één van de weinige vrouwen in Engeland die zich met wiskunde en sterrenkunde bezighield. Vrouwen werden immers niet geacht zich met exacte wetenschappen in te laten. Het was onfatsoenlijk en bovendien zou het hun geestelijke en lichamelijke gezondheid schaden. Samen met de sterrenkundige Caroline Herschel was Mary Somerville de eerste vrouw die in 1835 verkozen werd in de Royal Astronomical Society. Ze kreeg zelfs een koninklijk pensioen.

Voor vrouwen was wetenschap een ‘dwazigheid’ zoals Mary Fairfax Somerville van haar familie te horen kreeg:

Haar taak was vooral een respectabele en nuttige huisvrouw te zijn.

Mary Somerville bleef niettemin tot haar laatste snik wetenschappelijk denken en publiceren. Haar laatste werk Molecular and Microscopic Science over de recentste chemische en natuurkundige ontdekkingen, schreef ze in 1869. Ze was toen 89 jaar. Hetzelfde jaar verscheen ook haar autobiografie. Ze stierf toen ze 92 was. Dagelijks las ze nog gedurende vier à vijf uur boeken over hogere algebra en loste soms problemen op.

De Poëzie van Rekenmachines

Charles Babbage door Samuel Laurence
Charles Babbage door Samuel Laurence
Via haar lerares – en rolmodel – Mary Somerville, ontmoette de adolescente Charles Babbage. Ze was zeventien jaar en intussen verzot geraakt op wiskunde. Meer nog, ze kon er helemaal lyrisch van worden. ‘Poëtische wetenschap’ was het voor haar. Later zou ze haar algebraïsche vergelijkingen omschrijven als ‘spirits and fairies’. Blijkbaar had ze dus toch wel neigingen van haar vader meegekregen en na haar huwelijk eiste ze de poëzie van haar vader te mogen lezen. En om het portret van haar vader dat haar moeder al twee decennia achter een gordijn verborg, te mogen aanschouwen.

Babbage, met wie Ada een drukke correspondentie onder gelijkwaardige mathematici startte, was professor wiskunde aan de universiteit van Cambridge. Hij publiceerde een tachtigtal werken en essays over wiskunde, natuurkunde, geologie, statistiek, sterrenkunde en archeologie en ‘besliskunde’. Maar zijn voornaamste ontdekking waren rekenmachines. In de mercantiele en koloniale mogendheid Groot-Brittannië was er op dat ogenblik een enorme behoefte aan die rekentoestellen. Er bestonden al wel rekentafels en wiskundige tabellen maar die bulkten van fouten. Zelfs de regering besefte het belang van een handig hulpinstrument en met een fikse subsidie begon Babbage in 1822 aan de ontwikkeling van zijn Difference Engine, een machine die zou kunnen worteltrekken en tot de macht verheffen. Het toestel zou bovendien de uitkomst kunnen uitschrijven, ‘printen’ dus. Een concept is één zaak, de uitwerking ervan een andere en de ontwikkeling duurde jaren.

Het toestel zou nooit gerealiseerd worden maar de nagebouwde grootse machine is nu te bewonderen in het Science Museum in Londen.

Difference engine van Charles Babbage zoals te zien in het Science Museum in Londen
Difference engine van Charles Babbage zoals te zien in het Science Museum in Londen (CC BY-SA 4.0 – geni – wiki)

Magische machine

Babbage had evenwel al een ander idee: The Analytical Engine, een nieuw toestel met 50.000 radertjes dat zowel een programma met een geheel van instructies, opdrachten en operaties kon opslaan als ook gegevens bijhouden. Het toestel zou – net als de Jacquard weeftoestellen – met ponskaarten werken. Het had een geheugen en kon voorzien welke bewerkingen gemaakt moesten worden en zou niet alleen met cijfers maar ook met wiskundige symbolen werken. Het was zo’n complex toestel en zo ongewoon voor de tijd dat tijdgenoten en regering het pure fantasie vonden.

Ada niet! Zij begreep onmiddellijk de werking van de machine die enkel in het brein van Babbage bestond. Bovendien had ze genoeg verbeeldingskracht om diepgravende vragen te stellen. En ze was zo visionair om te beseffen dat er enorme mogelijkheden voor dit soort toestel bestonden. Meer mogelijkheden dan Babbage zelf vermoedde. Het was de eerste computer. Al bestond die nog niet daadwerkelijk.

De eerste computerdeskundige

De werking van het toestel werd in een essay samengevat door de Turijnse militaire ingenieur Luigi Menabrea, die later nog Italiaans premier en minister van buitenlandse zaken werd. Die Franse handleiding behoefde een Engelse vertaling en Babbage vroeg Ada daarvoor te zorgen.

Ada was intussen – op haar twintigste – uitgehuwelijkt aan William King, graaf van Lovelace en op korte tijd moeder van drie kinderen. Het bestaande essay was naar mening van Ada echter niet voldoende. Naar haar mening legde de scriptie onvoldoende het verschil uit tussen een ‘Pascal toestel’ (een gewone rekenmachine die kan optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen ) en de ‘Analytical Engine’.

Aquarel portret van Ada Lovelace - Alfred Edward Chalon, ca. 1840
Aquarel portret van Ada Lovelace – Alfred Edward Chalon, ca. 1840

De complexe, nog abstracte machine had in die eerste helft van de negentiende eeuw reeds alle kenmerken van een moderne elektronische computer. Het toestel had een store, een geheugen waarin niet alleen cijfers maar ook tussenresultaten werden opgeslagen. En apart daarvan – en dat is een essentie van een hedendaagse computer – een mill, een programma voor rekenkundige processen. Het toestel kon eenzelfde bewerking verscheidene malen herhalen.

Bovendien kon het toestel ook vooruitkijken en alternatieven zoeken naargelang de resultaten van de bewerking. In computertermen heet dat Conditional branching oftewel voorwaardelijke vertakkingen: als iets ‘zus’ is, dan is het gevolg ‘zo’, zo niet is het gevolg ‘niet zo’. En wordt de hele berekening ‘anders’.

AAL

In haar eerste toegevoegde nota voorzag Ada dat het toestel ook ingewikkelde muziekpartijen kon componeren. Maar ook voorspelde ze de moeilijkheden van het ontwikkelen van software en de (on)toereikendheid ervan. In aanvullende Nota G schrijft ze:

The Analytical Engine heeft geen enkele ambitie om iets nieuws te creëren. Het toestel kan enkel doen wat wij zeggen te doen. Het kan analyses uitvoeren maar het heeft geen enkele vooruitziende kracht…

Lovelace's diagram van "Nota G", het eerste gepubliceerde computeralgoritme
Lovelace’s diagram van “Nota G”, het eerste gepubliceerde computeralgoritme

Hiermee stelde Ada – meer dan honderdvijftig jaar geleden – de ambities en/of de bestaansmogelijkheid van artificiële intelligentie in vraag en begreep ze de grenzen van de huidige computerwetenschap.

Zelf bezat ze voldoende verbeeldingskracht en geloof om de toekomst van zo’n gek toestel uit te tekenen. Haar aanvullende nota’s zijn van een klare, heldere zakelijkheid en inzicht maar in haar brieven begon ze door te drammen. Ze schreef in hoofdletters, onderlijnde driemaal haar woorden. Aan haar moeder schrijft ze:

Als je me geen poëzie kan geven, waarom kan je me dan geen poëtische wetenschap geven.

Haar Memoir dat ze in 1843 discreet ondertekende met haar initialen AAL noemt ze the first child of mine (haar eerste kind) en zichzelf the bride of science (de bruid van de wetenschap). Ze noemde zichzelf:

Mathematica en metafysica.

Omstreden

Ada Lovelace in circa 1843 - Daguerreotype van Antoine Claudet
Ada Lovelace in circa 1843 – Daguerreotype van Antoine Claudet
Vrouwen en wiskunde, zelfs nu nog wordt meewarig het hoofd geschud. Een Amerikaanse psychologe beweerde dat Ada niet voldoende kennis bezat om een dergelijk ingewikkeld mathematisch essay te schrijven. Maar de bewijslast van Dorothy Stein is zelf controversieel. Een van de privéleraren van Ada was niemand minder dan Augustus de Morgan, professor wiskunde aan de universiteit van Londen en oprichter van de London Mathematical Society. In een brief aan haar moeder pent de Morgan dat Ada briljant is, maar…

…dat wiskunde een te grote krachttoer voor het verstand van vrouwen is en dat wiskunde-oefeningen een vrouw alleen maar zouden vermoeien.

De biograaf van Charles Babbage veroordeelde Ada als manisch-depressief en dus onbekwaam. Boudweg poneert die biograaf dat de mentor zijn leerlinge het script had ingefluisterd maar hij citeert wel brieven van Babbage waarin de wiskundeprofessor erkent dat Ada hem wees op fouten in zijn algebraïsche formules. Hoe kan iemand fouten opmerken en verbeteren maar niet in staat zijn om hogere wiskunde te begrijpen en er een werkstuk over te maken?

Ada’s mathematische krachttoer was echter eenmalig, hoewel ze een onderzoeksprogramma wilde opstarten over de ‘calculus van het zenuwstelsel’ of welke elektrochemische processen aan de basis liggen van het menselijk neurologisch systeem. Met haar mentor Babbage kwam het tot een conflict. Ada besefte dat Babbage het project nooit zou voltooien.

Mathematische kansberekening

Waarom zou ze zelf het project niet voortzetten en proberen fondsen te verzamelen, dacht de obsessieve Ada? Misschien kon ze de nodige sommen bijeenschrapen met winsten van de… paardenrennen. Kon ze daar ook een wetmatig systeem in terugvinden en zo enorme sommen verdienen? Want zelf bezat ze geen cent. Haar moeder hield haar gehuwde dochter nog altijd onder de knoet en gaf haar enkel wat zakgeld.

Ada richt een ‘gokgenootschap’ op maar haar mathematische kansberekening was weinig succesvol op de tiercé (paardenrenbaan). Ada stapelde schulden op. Haar man vergoedde de schuldeisers om een schandaal te voorkomen. Ada bleef gokken, verpandde haar juwelen en loog dat ze gestolen waren. Haar moeder kocht ze opnieuw op.

Aangesneden cake tijdens de viering van Ada Lovelace Day in Philadelphia, 2019
Aangesneden cake tijdens de viering van Ada Lovelace Day in Philadelphia, 2019 (CC BY-SA 4.0 – Jim.henderson – wiki)
En ze begon liefdesaffaires. Meer en meer nam ze haar toevlucht tot laudanum, een opiumderivaat dat ze al een tijdje nam voor allerlei psychosomatische kwaaltjes en dat als luxemedicijn in de betere klassen werd gebruikt. Want ook op gezondheidsvlak kwijnde Ada weg. Ze had baarmoederkanker. Ze was zesendertig – net als haar vader die ze nooit kende – toen ze in 1852 overleed. Haar laatste wilsbeschikking – zeer tegen de zin van haar moeder – was om naast haar vader begraven te worden in het familiegraf van de Sint Maria Magdalena Kerk van Hucknall Torkard in Nottinghamshire. Ze liet er de Bijbelse tekst beitelen:

“You have condemned, you have killed the righteous man, he does not resist you.” (Je hebt de rechtvaardige man veroordeeld, je hebt hem vermoord; hij bood geen weerstand.)

Voor zijn dochter schreef Byron – in 1816 levend in Zwitserland – bij het begin van het derde canto van Childe Harold’s Pilgrimage.

Lijkt je gelaat op dat van je moeder, mijn mooie kind!
Ada! Enige dochter van mijn huis en hart?
Toen ik voor de laatste keer jouw jonge blauwe ogen zag, glimlachten ze,
En toen we scheidden – niet zoals we nu scheiden – maar met een hoop.

Bronnen

-Larman, Alexander, Byron’s Women, Head of Zeus Ltd, Londen, 2016.
-Crane, David, The Kindness of Sisters, Annabella Milbanke and the Destruction of the Byrons, Flamingo, Harper Collins Publishers, Londen, 2002.
-Barry, John, Ma soeur, ma douce sœur, Lord Byron and Augusta, Albin Michel ed., Paris, 1989.
-Johnson, Steven, A glitch in time, on Victorian Computer pioneers, The Financial Times, 18 oktober 2014.
×