In het Amsterdamse Wertheimpark is zondag de bevrijding van concentratiekamp Auschwitz herdacht, deze maand 71 jaar geleden.
Auschwitz en Birkenau werden op 27 januari 1945 bevrijd. De bevrijding wordt jaarlijks op de laatste zondag van januari herdacht in het Amsterdamse Wertheimpark. Dit bij het door kunstenaar Jan Wolkers ontworpen Auschwitz-monument. Het monument is opgebouwd uit gebroken spiegels en heeft als opschrift ‘Nooit Meer Auschwitz’.
Bij het monument werden zondag kransen gelegd en toespraken gehouden. De aanwezigen stonden ook stil bij de moord op miljoenen Joden, Roma, Sinti en homoseksuelen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de herdenking werden onder meer Jizkor- en Kaddishgebeden gezegd en werd er zigeunermuziek gespeeld. Burgemeester Van der Laan hield een toespraak. Deze is hieronder na te lezen.
Toespraak burgemeester Van der Laan bij Nationale Holocaust Herdenking, 31 januari 2016, Wertheimpark
Dames en heren,
‘Er zat een donker gat in de tijd.’
In de novelle Kinderjaren schrijft Jona Oberski over het onheil van de Holocaust, door de ogen van een kleine, joodse jongen. Eenmaal bevrijd, belandt zijn moeder in een stal die als ziekenhuis fungeert. Enkele dagen na een bezoek, wordt hem op de mouw gespeld dat het pad ernaartoe onbegaanbaar is geworden. Snel daarna hoort hij dat in werkelijkheid zijn moeder is overleden.
Eva zei: ‘Zij is dood. Jij weet wat dat betekent: dood. Net zoals jouw vader. Daar kun je ook niet meer naar toe. Begrijp je dat?’
Het kind wordt woedend en een hevige koorts overvalt hem. Hij slaapt vijf dagen lang, wat hij niet gelooft als hij ontwaakt, zo zegt hij zelf:
‘Er zat een donker gat in de tijd.’
We gedenken de zes miljoen joden en honderdduizenden Roma en Sinti, vermoord om wie zij waren. Met herdenkingen, monumenten, boeken en films houden zij de plaats in de historie die de nazi’s hen wilden ontnemen.
De vernietiging, de manier waarop deze plaatsvond, het motief en de schaal: het is na ruim zeventig jaar nog steeds niet te bevatten. Maar nooit mogen we ons daar bij neerleggen. We zijn verplicht om te proberen te begrijpen welk leed de slachtoffers moesten ondergaan.
Sommige overlevenden zijn in staat om te praten over de vervolging, met jongeren van nú. Dat stemt tot grote bewondering en dankbaarheid. Zij doen dat wellicht ten koste van zichzelf, maar in dienst van verdraagzaamheid voor iedereen. Als jongeren leren hoe antisemitisme en racisme stapsgewijs uitgroeiden tot de Holocaust, dan weten zij dat de minste onverdraagzaamheid vandaag direct om actie vraagt. We blijven waken, om met Abel Herzberg te spreken, voor de ‘eerste stap’. Om het pad naar de laatste stap nooit meer af te gaan.
In die vastberadenheid worden we dus gesterkt door getuigenissen van overlevenden. Moge Jona Oberski daarom altijd op lezers kunnen blijven rekenen, om stil te staan bij de Holocaust:
Donker gat in de tijd.
Novelle: Kinderjaren – Jona Oberski