Dark
Light

Bokseropstand (1899-1901) – Opstand van Chinese nationalisten

“Steun de Qing, vernietig de vreemdeling.”
Auteur:
4 minuten leestijd
Bokseropstand (1899-1901) - Enkele Boksers tijdens de opstand - wiki
Bokseropstand (1899-1901) - Enkele Boksers tijdens de opstand - wiki

De Bokseropstand van eind negentiende en begin twintigste eeuw wakkerde in China nationalistische gevoelens aan. De opstand was gericht tegen de imperialistische mogendheden. Een beknopt artikel over de achtergrond en het verloop van de Bokseropstand.

De Bokseropstand dankt zijn naam aan een sektarische groep die de opstand aanwakkerde, de ‘Vuisten van de Gerechtvaardigde Eensgezindheid’. De leden van deze sekte werden Boksers genoemd, vanwege hun taoïstische scherm- en verdedigingskunst. Boksers vochten niet alleen met lansen en messen, maar ook met hun blote vuisten. Ze droegen doorgaans een rode doek om hun hoofd en rode banden om de polsen en enkels. Bijzonder is ook dat leden van de sekten meenden na bijzondere ceremoniën immuun te zijn voor kogels. De opstandelingen, die gesteund werden door keizerin-weduwe Cixi (1835-1908), keerden zich tegen buitenlanders en vooral zendelingen. Die zouden de oude Chinese waarden ondermijnen en vernietigen.

Overwinning van het kleine Japan op de reus China - Cartoon uit tijdschrift Punch.
Overwinning van het kleine Japan op de reus China – Cartoon uit tijdschrift Punch.

Achtergrond

Keizerin Cixi - Katharine Carl, 1903
Keizerin Cixi – Katharine Carl, 1903
China stond er eind negentiende eeuw slecht voor. Het was een wereldrijk in verval. China werd wel beschouwd als de “zieke man van Azië”. In 1895 leed het land een vernederende nederlaag in de Eerste Chinees-Japanse Oorlog. Hierbij verloor het land de controle over Korea, dat tot dan toe een soort tribuutstaat van het Chinese keizerrijk was geweest. Daarnaast moest men Taiwan afstaan aan Japan en werd men veroordeeld tot betaling van een enorme schadevergoeding.

Na deze vernederingen waren sommige leden van de Chinese elite het erover eens dat het rijk alleen gered kon worden als er fundamentele moderniseringen werden doorgevoerd. Nog langer vasthouden aan de traditionele culturele waarden van China, zou het rijk naar het idee van de hervormingsgezinden te gronde richten. Tijdens de zogenaamde Honderd Dagen voerde de 27-jarige keizer Guangxu (1871-1908) inderdaad een serie hervormingen door.

De conservatieve Chinese elite wist zich hierna echter al snel te verenigen rond Cixi, de tante van de keizer die eerder als regentes voor hem opgetreden had en door haar jarenlange verblijf aan het hof zeer invloedrijk was. Ooit was ze als concubine van keizer Xianfeng naar het hof gehaald.

Cixi steunde de, overwegend confuciaanse, conservatieven. In september 1898 trokken Chinese officieren die trouw waren aan Cixi naar de hoofdstad, waarna alle hervormingsgezinden werden afgezet. Hiermee kwamen de Honderd Dagen abrupt ten einde. Alle hervormingen werden teruggedraaid en als sluitstuk van deze coupe liet Cixi haar neef zwakzinnig verklaren, zodat de conservatieve lijn kon worden doorgezet. Cixi zou haar adoptiefzoon later zelfs hebben laten vergiftigen.

Het begin van de Bokseropstand

Een lid van de Vuisten der Gerechtigheid
Een lid van de Vuisten der Gerechtigheid
Cixi wees westerse invloed af. Ze wist de anti-westerse Boksers in het najaar van 1899 voor zich te winnen. Een bijzondere prestatie want aanvankelijk was de woede van de Boksers vooral gericht geweest tegen de leden van de Qing-dynastie. De leus van de Boksers werd nu echter:

“Steun de Qing, vernietig de vreemdeling.”

Cixi hoopte dat de Boksers in een klap voor haar zouden afrekenen met de westerse invloed op China. Daarmee overschatte ze de slagkracht van de opstandelingen echter schromelijk.

In het voorjaar van 1900 arriveerden de eerste Boksers in Peking, waar ze een spoor van vernieling aanrichtten. In eerste instantie waren vooral westerse christenen en zendelingen doelwit. Velen van hen werden vermoord, onder wie de Nijmeegse bisschop Ferdinand Hamer, de Belgische heilige missiezuster Amandina van Schakkebroek en de Belgisch-Limburgse pater Mallet.

Op pamfletten was te lezen hoe de Boksers dachten over christenen en vreemdelingen. Een voorbeeld:

“Het schandelijke gedrag van christenen en barbaren ergert onze Goden en Geesten, vandaar de vele plagen waaronder wij nu te lijden hebben (…) De ijzeren wegen en ijzeren wagens storen de aarddraak en vernietigen de heilzame invloeden van de bodem (…) De missionarissen verwijderen de ogen, het merg en hart van de doden om medicamenten te vervaardigen. Wie op de pastorie een glas thee drinkt, wordt door de dood getroffen: de hersenen barsten de schedel uit…”

Op andere Bokser-pamfletten viel te lezen dat buitenlanders zo stonken omdat ze menstruatiebloed dronken. De verbeelding van de pamfletschrijvers leek oneindig. Zo stelde men bijvoorbeeld ook dat buitenlandse handelaren uitgesneden ogen en tepels van vrouwen verzamelden om die te gebruiken in hun fototoestellen.

Tijdens de opstand werden verschillende gezantschappen en ambassades van buitenlandse mogendheden door woedende Boksers bestormd. Een Duitse gezant liet hierbij zelfs het leven. In totaal stierven er tijdens de opstand ruim vijfhonderd buitenlanders. Daarnaast werden er enkele duizenden Chinese christenen vermoord. Cixi moedigde de moordpartijen aan en verklaarde overmoedig zelfs de oorlog aan landen als Groot-Brittannië, Amerika, Frankrijk en ook Nederland.

De belegering van de diplomatieke wijk in Peking vormde het sleutelmoment van de opstand. De ambassades hadden de aanval van de Boksers zien aankomen en een gedeelte van de wijk gebarricadeerd. Een wekenlange belegering door Boksers volgde.

Amerikaanse troepen tijdens gevechten bij Peking - Bokseropstand (H. Charles McBarron, Jr)
Amerikaanse troepen tijdens gevechten bij Peking – Bokseropstand (H. Charles McBarron, Jr)

Einde van de opstand

De coalitie viert de overwinning op de Boksers in de Verboden Stad
De coalitie viert de overwinning op de Boksers in de Verboden Stad
Onder aanvoering van Groot-Brittannië en Duitsland vormden acht landen uiteindelijk een 50.000 man sterke troepenmacht die een einde maakte aan de Bokseropstand. Half augustus 1900 werd de belegering van de ambassadewijk in Peking na 55 dagen gebroken. De coalitie werd overigens niet alleen gevormd door westerse landen, ook het Japanse Keizerrijk leverde manschappen. Keizer-weduwe Cixi was Peking kort voor de intocht van de geallieerden, samen met haar neefje Guangxu, ontvlucht. Ze keerde pas na ruim een jaar weer terug.

Na de Bokseropstand werden alle verdedigingswerken tussen Peking en de zee ontmanteld en trokken er westerse strafexpedities het land in om wraak te nemen voor de aangerichte slachtingen onder christenen.

De westerse mogendheden legden de Chinese regering een schadevergoeding op. Het zou maar liefst negenendertig jaar duren tot die schuld was betaald. Nederland ontving een deel van de schadevergoeding. Dit geld wordt nog altijd beheerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Uit de rente worden projecten gesteund die de betrekkingen tussen Nederland en China moeten verbeteren.

Meer artikelen over de geschiedenis van China
Overzicht van boeken over de geschiedenis van China

Bronnen

– Kleine historische encyclopedie – Winkler Prins, 1979 (p.66)
– Een kleine geschiedenis van China – Jan van Oudheusen, 2012 (p.98-99)
– https://www.volkskrant.nl/recensies/opstand-van-haat-en-wraak~a567842/
-1000-2000 Milennium – W.P. (p.275)
– https://historiek.net/de-zachtmoedige-en-blijmoedige-keizerin-cixi/39441/
×