Week van de koloniale geschiedenis
Dark
Light

Bronbeek: wonen tussen trofeeën

2 minuten leestijd
Bronbekers bij het monument Van Heutsz op het landgoed Bronbeek, circa 1985 – Foto: Kluwers Courantenbedrijf Deventer, collectie Museum Bronbeek

In Nederlands’ koloniale tijdperk waren er talloze militairen actief in de overzeese gebieden. Sommige van hen konden na hun dienst niet meer dienen in het leger en kwamen terecht in Bronbeek, het tehuis voor veteranen. In 2013 viert dit tehuis het 150-jarig bestaan met een expositie over de eigen geschiedenis.

Bewoners tehuis Bronbeek bij de uitbetaling van hun zakgeld, 1936. – Foto: Nationaal Archief / Spaarnestad


Halverwege de negentiende eeuw schonk koning Willem II landgoed Bronbeek in Arnhem aan de Staat der Nederlanden. Voorwaarde was dat het alleen gebruikt mocht worden voor oude en gewonde veteranen. Deze veteranen dienden in Nederlands-Indië bij wat later bekend werd als het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Het Koloniaal Militair Invalidenhuis Bronbeek opende in 1863 zijn deuren.

Het tehuis kon 220 veteranen herbergen. Kort na oprichting zat het tehuis al vol. Niet alleen met Nederlandse veteranen, maar ook met Duitsers, Zwitsers en andere Europeanen die in de koloniën hadden gediend. De eerste jaren was het huis vooral een doorgangshuis, veteranen die voldoende gerevalideerd waren gingen weer naar huis.

Arbeidsplicht

Wie dacht in het tehuis op zijn lauweren te kunnen rusten kwam bedrogen uit. Tot het tachtigste levensjaar hadden de veteranen arbeidsplicht. De bewoners verzorgden een paard, koeien, varkens, konijnen, kleinvee en bijen, ze kweekten vissen, teelden groente en fruit. Deze zelfvoorzienendheid zorgde voor een dagbesteding en drukte bovendien de kosten.

Binnen het tehuis gold een even strenge militaire hiërarchie als erbuiten. De manschappen sliepen op slaapzalen, terwijl de onderofficieren met twee personen een kamer deelden. In 1961 werden de slaapzalen afgeschaft en kwamen er voor alle veteranen één- of tweepersoonskamers. Vanaf 1970 waren niet alleen oud-militairen van het KNIL, maar ook andere militairen welkom en kreeg het tehuis een nieuwe naam: Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen Bronbeek.

Wonen tussen trofeeën

Bewoners tehuis Bronbeek bij tuinbeeld Mars op landgoed Bronbeek – Gravure uit 1881

Een van de redenen om het tehuis voor veteranen op te zetten was dat het goed was voor de werving van militairen. Als het veteranen slecht zou gaan, zou dat natuurlijk een slechte reclame zijn voor de krijgsmacht.

Dankzij de vele trofeeën in de gang werd Bronbeek bovendien een symbool voor de superioriteit van het Nederlandse gezag in Nederlands-Indië. Soms werden er bijvoorbeeld schedels van verslagen tegenstanders tentoongesteld, met naam, plaats en jaartal. Verder hing het huis vol met onderscheidingen van oud-bewoners en schenkingen van particulieren of van het ministerie van Oorlog. Hierdoor kreeg het gebouw steeds meer de functie van museum. Nederlanders konden zien wat voor ‘grootsch er werd verricht’, daar overzees.

Anno 2013

De afgelopen honderdvijftig jaar hebben ongeveer 6150 militairen in Bronbeek gewoond. Inmiddels er is nog ruimte voor vijftig alleenstaande veteranen van alle krijgsmachten, beneden de rang van officier. Het museum beheert inmiddels zo’n 45.000 voorwerpen, houdt verschillende tentoonstellingen en biedt ruimtes voor bijvoorbeeld reünies en herdenkingen. Tegenwoordig wordt in het museum ook aandacht besteed aan de tegenstanders van het koloniale bewind.

De expositie 150 jaar Bronbeek. Wonen tussen trofeeën is van 19 februari tot en met 31 december 2013 te zien in Museum Bronbeek. Bezoek voor meer informatie de website www.bronbeek.nl.

~ Lilian Ahlers

Gerelateerde boeken:

Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek en trekt maandelijks honderdduizenden bezoekers. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen toegankelijk maken voor een breed publiek. Meer informatie

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (48.314 actieve abonnees)

"Ruim 48.000 geschiedenisliefhebbers ontvangen wekelijks onze gratis nieuwsbrief."

Meld u ook aan