Culturele instellingen hebben gezamenlijk in totaal voor bijna 375 miljoen euro aan subsidie aangevraagd bij de overheid. Voor de periode 2013 tot en met 2016 is echter maar 310 miljoen euro beschikbaar.
Culturele instellingen konden tot begin februari aanvragen indienen bij de overheid. In totaal zijn er 119 aanvragen ingediend. Het ministerie van OCW (Cultuur) heeft die aanvragen deze week ter beoordeling aan de Raad van Cultuur gestuurd. Het is de bedoeling dat de raad staatssecretaris Halbe Zijlstra voor 22 mei gaat adviseren over welke instellingen vanaf 2013 in aanmerking komen voor een vierjarige rijkssubsidie.
De raad beoordeelt de aanvragen van de verschillende instellingen onder meer op ondernemerschap, publieksbereik en educatie. De Raad van Cultuur:
Voor een aantal instellingen is ook talentontwikkeling een criterium. Bij musea wordt eveneens gekeken naar de invulling van de wetenschappelijke functie.
Staatssecretaris Zijlstra heeft al vaak aangegeven cultureel ondernemerschap van groot belang te vinden. In een brief aan de raad schrijft hij hierover onder meer:
Cultureel ondernemerschap is het duurzaam vergroten van het maatschappelijk draagvlak en een gezonde financieringsmix. Het gaat daarbij om positionering en profilering, omgevingsbewustzijn en eigen inkomsten. Veel aanvragen presenteren plannen voor samenwerking. Ik heb vaak het belang van efficiency benadrukt. Ik vraag u de werkelijke efficiëntiewinst en de kwalitatieve meerwaarde van de plannen te beoordelen.
De staatssecretaris maakte ongeveer een jaar geleden bekend 200 miljoen euro te gaan bezuinigen op kunstsubsidies. Dit tot woede van veel culturele organisaties. De toenmalige voorzitter van de Raad voor Cultuur, Els Swaab, stapte uit protest zelfs op. Swaab was onder meer gefrustreerd over het feit dat de staatssecretaris besloten had het nieuwe subsidiestelsel op 1 januari 2013 in één keer in te voeren en niet gefaseerd, zoals de raad had geadviseerd.
Vanuit de culturele wereld werd onder meer fel geprotesteerd tegen een voorgenomen verhoging van de btw op toegangskaarten, van zes naar negentien procent.